Soorten isolatiematerialen en hun eigenschappen

Een goed geïsoleerd huis die zo weinig mogelijk koude bruggen bevat is 1 van de beste manieren om uw energiefactuur zo laag mogelijk te houden. Voor iedere toepassing in uw huis kan er isolatie voorzien worden. Isolatie voor in de vloer, de spouwmuren, en het dak, isolerende beglazing is zelfs mogelijk.

Hieronder gaan we de meest gebruikte thermische isolatiematerialen bespreken. Wat zijn hun goede eigenschappen en welke Lambda waarden hebben deze materialen? Hierbij is het belangrijk om te weten dat: hoe lager de Lambda waarde in W/mK, hoe beter het materiaal isoleert. Het is ook zo dat wanneer men dikker gaat met bepaalde isolatiematerialen bijvoorbeeld van 5 cm naar 10 cm dikte, dat men er niet mag van uitgaan dat de dikte van 10 cm ook werkelijk 2 maal beter zal isoleren. In tegendeel, hoe dikker hoe beter maar er treedt wel een verzwakking op van de isolatiewaarde wanneer men dikker en dikker gaat met het zelfde isolatiemateriaal. Bijvoorbeeld: Een EPS plaat van 60 mm heeft een Lambda waarde van 0,038 W/mK, een EPS plaat van 120 mm heeft een Lambda waarde van: 0,035 W/mK.

PUR (PU) (Polyurthaan)
Kan zowel in vaste platen (met tand en groef) als in gespoten schuim verhandeld worden.
PUR is een kunststofmateriaal gemaakt uit olie en heeft als nadeel dat het zeer ontvlambaar is.
Voornamelijk gebruikt in spouwmuren.

Kenmerken en eigenschappen:
- Lambda d-waarde (Warmtegeleidingscoëfficient): 0,027 W/mK.


PIR (Polyisocyanaat)
Kunststof dat geproduceerd wordt met isocyanaten onder toevoeging van katalysatoren en drijfgassen.
Brandtechnisch is PIR een verbeterde versie van PUR.
PIR heeft minder rookgassen vrij maar is wel nog zeer ontvlambaar.
Kan verhandeld worden in vaste platen (met tand en groef), de meest platen zijn bekleed met een dampdichte of bitumineuze laag.
PIR is ook drukvast zodat ze ideaal zijn om te gebruiken in vloeren en platte daken, maar ook in spouwmuren.

Kenmerken en eigenschappen:
- Lambda d-waarde (Warmtegeleidingscoëfficient): tussen de 0,023 W/mK en de 0,026 W/mK.
- Warmteopslagcapaciteit c: 1200 J/kgK
- Volumemassa: 30 kg/m³
- Diffusieweerstand (µ-waarde): 60 - 80
- Brandklasse: B, S2, d0


EPS (Geëxpandeerde Polystyreen) (ISOMO, PS)
Wordt door suspensiepolymerisatie uit styreen geproduceerd.
EPS wordt ook wel eens PS of ISOMO genoemd.
Het uitzicht van EPS is te vergelijken met witte geëxpandeerde korreltjes ter grote van een paar millimeter.
Er is ook nog een extrudeer-methode om PS platen te produceren. Hierij krijg je een opgeschuimde plaat.

Kenmerken en eigenschappen van 60 mm EPS ISOMO:
- Lambda d-waarde (Warmtegeleidingscoëfficient) 90/90 ld: 0,038 W/mK
- Volumemassa, waarbij de l-waarde minimaal is: tussen 30 en 50 kg/m³
- Diffusieweerstand (µ-waarde): 20 - 50
- Druksterkte 10% vervorming: 60
- Buigsterkte: 100

Rotswol
Is perfect bestendig tegen vuur, zelfs tegen temperaturen boven de 1000°C. Met andere woorden onbrandbaar.
Rotswol omhult stilstaande lucht. Hierbij komt dat stilstaande lucht het beste natuurlijke thermische isolatiemateriaal is die er bestaat.
Er is altijd een naadloze aansluiting tussen de isolatie en het materiaal waar het tegen aangebracht wordt daar rotswol kan ingedrukt worden (persbaar) zo heb je een naadloze aansluiting tussen isolatie en materiaal, wat dan weer de isolatiewaarde op zich doet verhogen, want hoe minder gaten en spleten er zich tussen de materialen bevinden hoe beter het geheel isoleerd.
Rotswol zorgt ook voor een uitstekende geluidsisolatie. Het heeft met andere worden een hoge geluidsabsorptie.

Kenmerken en eigenschappen:
- Lambda d-waarde (Warmtegeleidingscoëfficient) (tussen de 30° - 100°): 0,034 W/mK - 0,043 W/mK

Kurk
Kurkplaten worden vervaardigd met vermalen kurkkorrels en zijn 100% natuurlijk, afkomstig van de schors van kurkeiken. Door het verwarmen van de kurk wordt deze geëxpandeerd om te ontdoen van eventuele harsen.
Kan in platen of losse korrels verkregen worden.
Kurk is ideaal als vloerafwerking en het heeft een uitstekende geluidisolatie.
De isolatiewaarde van kurk neemt met de tijd nauwelijks af en kan van nature niet aangetast worden door muizen en termieten.
Het is milieuvriendelijk omdat het bijna voor 100% kan worden gerecycleerd.

Kenmerken en eigenschappen:
- Lambda d-waarde (Warmtegeleidingscoëfficient): 0,038 - 0,040 W/mK
- Warmteopslagcapaciteit c: 1670 J/kgK
- Volumemassa: 110 - 180 kg/m³
- Diffusieweerstand (µ-waarde) : 25 - 30
- Brandklasse: B2

Argex (Geëxpandeerde kleikorrels)
Bestaat uit geëxpandeerde kleikorrels. Tijdens het proces komen er luchtbelletjes in de korrel terecht die zorgen voor de isolatie-eigenschappen. Het is 100 procent natuurlijk daar het volledig uit klei bestaat.
Het wordt vooral gebruikt in isolerende chappes en betontoepassingen.
Klik hier voor meer informatie over de firma Argex.

Kenmerken en eigenschappen voor een laagdikte van 15 cm:
- Lambda d-waarde (Warmtegeleidingscoëfficient): 0,832 W/mK
- Lambda d-waarde (Warmtegeleidingscoëfficient) rekenwaarde voor Argex: 0,127 W/mK

Cellenglas
Ook wel Foamglas genoemd. Dit is opgeschuimd glas.
Deze isolatiesoort is zeer duur maar wel zeer sterk, licht verhandelbaaar, duurzaam en drukbestendig. Ze wordt vaak gebruikt bij het aansluiten van binnenvloeren met een balkon, waarbij de muur moet steunen op een laag Cellenglas. Zo begrijp je meteen waarom cellenglas drukvast moet zijn. Het moet namelijk meerdere lagen metselwerk kunnen opvangen. Maar dit product maakt het wel mogelijk om koudebrugvrij te werken waar er een grote druk plaats vindt. Cellenglas kun je herkennen aan de zwarte korrelige structuur.

Kenmerken en eigenschappen:
- Lambda d-waarde (Warmtegeleidingscoëfficient): 0,05 W/mk

Conclusie:
Uit onze vergelijkingen kunnen we opmerken dat PIR-isolatie het beste kan isoleren dit zal dan ook de standaard worden in de volgende generatie gebouwen waar men meer en meer zal moeten isoleren. PUR-isolatie, die momenteel de standaard is voor hoogwaardige isolatietoepassingen, zal in de nabije toekomst vervangen worden door de hoogwaardigere PIR-isolatie.

Zie hier waar en hoe er isolatie kan worden toegepast in bepaalde vloeren van uw woningen.

De triomf van de moderne architectuur (1945-Heden) (Architecturale bouwstijlen in de geschiedenis)

Moderne architectuur = vrijheid
- Het einde van de 2de wereld oorlog werd een beslissende fase voor de moderne architectuur.
- Veel belangrijke vertegenwoordigers van de moderne architectuur zijn naar de V.S. gevlucht.
- De V.S. was van verwoestingen gespaard gebleven en werdt het rijkste en modernste land ter wereld.
- In de naoorlogse Sovjetunie kwam een vergelijkbare Neoclassisitsiche stijl als in Nazi-Duitsland op gang
- In de Westerse Wereld kregen logge, monumentale, historiserende en niet-moderne architectuur een slechte stempel van achterhaald.
- Bouwopdrachten van de overheid en grote ondernemingen werden uitgevoerd in de moderne bouwtrent.
- Het rationalisme was met zijn ingehouden kleuren en vormen, zijn lichtheid en transparantie, dynamiek en asymmetrie het symbool van vooruitgang, vrijheid en democratie geworden.

(March 27, 1886 – August 17, 1969) 
Ludwig Mies van der Rohe:
- Ging naar V.S. en bouwde er zakenpanden.
- Mies van der Rohe legde de pure vorm bloot door alle ornamentiek te verwijderen 'les is more'.
- Zo eenvoudig mogelijk, koste wat het kost.
- Alleen rechte lijnen en rechte hoeken.
- Geen versieringen.
- Geen kleuren buiten de natuurlijke kleuren van de gebruikte materialen zelf.
- De structuur van de façade was uitsluitend bepaald door de functie ervan en de constructie zelf.
- De gebouwen va Mies van de Rohe waren voornamelijk ontworpen in een raster-vorm, omsloten in een dragend skelet. Dit principe werd ook toegepast op de ramen, hun stijlen dienden als dragend skelet.
- Er ontstond afwisseling en beweging door bepaalde onderdelen te blinderen met bijvoorbeeld gordijnen of het afscheiden van ruimtes met denkbeeldige lijnen.

Torenflat in Chicago (door Ludwig Mies van der Rohe):
- De torenflat is helemaal met glazen huid overtrokken torenflat.
- Dit gebouw werdt 30 jaar geleden bij een prijsaanvraag voor een hoogbouwproject in Berlijn op papier gezet.

The Lake Shore Apartments (Chicago) tijdens de constructie in 1949
Lake Shore Drive Apartments, Chicago, 1949-1951 (door Ludwig Mies van der Rohe):
- bestaat uit 2 torens (vierkant grondvlak)
- In rechte hoek ten opzicht van elkaar geplaatst
- Door stalen skelet gedragen
- Buitenkant: voorgeplaatste, hangende glazen gordijngevel (volkomen identieke vensters ter hoogte van een hele verdieping)
- De standaard I-liggers lopen door tot de loodrechte bevestigingsstroken tussen 2 vensters en dekken deze af.
- De samen met de uit de façade te voorschijn komende stalen steunen zorgen voor een verticale geleding, terwijl de plafonds de horizontale elementen vormen.
- De steunen staan vrij op de begane grond.
- Entreehal (langs heel de voorgevel) iets naar achter gebracht.
- Specifieke karakter skeletbouw: massa wordt door paar steunen gedragen.
- Radicaal modern ontwerp: De uiterlijke vorm werdt teruggebracht tot 2 overeind gezette blokken. De niet dragende façade werd geheel vervangen door glas.

Seagram Building (New York) (door Philip Johnson en Ludwig Mies van der Rohe):
- De hoogbouwvisie werdt hier toegepast op een kantoorgebouw.
- Het basis-ontwerp komt voort vanuit een vierkant prisma
- Het raamwerk van de gordijngevel is met brons bekleed maar in een bronskleurig getint glas is verwerkt. getint
- Het geheel bestaat uit een gelijkmatig raster dat een ondoorzichtige spiegelende façade weergeeft.
- Je kunt het gebouw nog het best vergelijken met een gigantisch monoliet.
- Ademt koele elegantie, ongenaaktbaarheid en verhevenheid uit.
- Doordat dit project achter de rooilijn diende geplaatst te worden (volgens de New-Yorkse bouwschriften) werdt gekozen om een niet verjongende gevel te voorzien in dit gebouw.
- Het podium is met graniet betegeld waarop 2 fonteinbekkens de entree flankeerden.
- Het gebouw weerspiegeld de stad New-York en toch komt de glazen zuil over als een gesloten vorm die nauwelijks met de stad communiceert.
- De monochrome façade van brons en getemperde thermobeglazing straalt rust uit.
- Met dit eerste zakenpand, ontworpen door Mies van de Rohe, maakte dit gebouw, met voorbeeldige technische oplossingen en luxueuze materialen, reclame voor zijn opdrachtgever en zijn architect.
- Het plein voor de ingang voorziet de elegante wolkenkrabber van een visueel tegenwicht en ontneemt de indruk van zwaarte bij het volume.

Een schone lei, eigenschappen van moderne architectuur:
- Nieuwe gebouwen beantwoorden aan een economische noodzaak (zeker de woningbouw).
- Na de ergste oorlog ging het er nu om om miljoenen mensen in de kortst mogelijke tijd weer een dak boven het hoofd te geven.
- Architecten en stedenbouwkundigen hadden altijd al gedroomd om de oude stad af te breken en een nieuwe te bouwen.
- Van overal werden grootse plannen ingediend.
- Alles zou na deze grote oorlog er heel anders uit zien en veel beter worden.
- Le corbusier kreeg in Marseille de kans zijn droom van een wooneenheid te verwezenlijken.
- In de moderne tijd, die zoveel veranderd had, moest het wonen helemaal ook helemaal veranderd worden.
- Meer nuttige ruimte op een kleiner grondvlak, zo bleef er meer ruimte over. Dit leidde tot een grote collectivisering van het wonen en leven.
- Het idee van een ‘woonmachine’ kunstmatig geschapen, door de mens tot in detail geplande wereld moest wel beter zijn dan de op natuurlijke willekeurige wijze gegroeide woning.

Le Modulor van Architect Le Corbusier
Le Corbusier (Architect) gebruikte daarvoor zijn proportioneringssysteem → de Modulor:
- Gemiddelde menslengte 175 cm
- Bouwt voor op klassieke harmoniesysteem van Gulden Snede
- Berekende ideale hoogte van 226 cm
- Verdiepingen van verschillende snit werden kruiselings over elkaar in het reusachtige staalgeraamte van de Marseillaanse Unité geschoven
- Halverwege de hoogte loopt een 2 verdieping hoge winkelpromenade door de volle 135 meter lengte van het gebouw dat beschikte over kleuterschool, zalencentrum, restaurant, waskeuken, daktuin, met speeltoestellen, gymlokaal
- Ander Unités in Nantes, Berlijn, Brie-La-Forêt

- Enorme dwarsgelegde langwerpige blokken van gewapend beton verrezen binnen korte tijd ook overal buiten Frankrijk
- De zware schaduw-elementen die in de façade van het marseille-flatgebouw de woningen tegen de zuidelijke zon moesten beschermen doken overal op
-Kleuren van de balkwanden door le corbusier zelf assymetrisch geranschikt deden gevels verlevendigen
- Kenzo tange verspreide Le Corbusiers stijl tot in Japan
- Nauwelijks ene grote Europese stad bereid een dergelijke radicale stap te zetten, woningnood was te groot of wederopbouw was al te ver gevorderd
- In binnensteden: grootschalige herschikking met vele vrije ruimte financieel niet meer haalbaar
- Ontwikkelingslanden die de toekomst hoopvol tegemoet zag, waren nog het meest in de grandioze stadsconcepten geinterreseerd en durfde verder te kijken dan de nieuwbouw van woonwijken ter grootte van een kleine stad
- Ontstaan Chandigarh en Brasilia

Brasilia
- bevond zich exact op het middelpunt van het land
- Indeling naar functies (scheiding van verkeer)
- Geheel kunstmatige betonwereld
- Symoboliek, grondplan vorm van vliegtuig: dynamisch teken van vooruitgang. De snelheid waarmee Brazilië op een gelukkige toekomst afstevende
- Monumentale indruk versterkt door een strenge symmetrie

Unité d’Habitation (Marseille 1945-1952) (Le Corbusier)
Unité d’Habitation, Marseille 1945-1952 (door Le Corbusier):
- Systeem van collectief wonen
- Verzet zich tegen ontstedelijking (de waan van de eengezinswoning)
- Hij bepleitte juist de wolkenkrabber als geïntegreerde stedenbouwkundige eenheid
- Met nauwkeurig omschreven functies te vervullen en een nauwkeurig afgebakende plaats in te nemen
- Droom van de tuinstad kan gerealiseerd worden door aan de voet van elke flat voldoende ruimte te voorzien voor uitgebreide groenvoorzieningen
- Dakterras, sportvoorzieningen, crèche, winkels, dokter, waskeuken


Inleiding

Bouwstijlen:
Barok en Rococo (1600-1780)

Internationale stijl of rationalisme (1920-1945) (Architecturale bouwstijlen in de geschiedenis)

Geluk is maakbaar:
- volkshuisvesting voor architecten een even nieuwe opgave als voor hun opdrachtgevers
- gemeenten deden de opdrachten in Duitsland en Oostenrijk (via woningbouwcorporatie in handen van gemeenten of vakbonden, door de overheid gesubsidieerd)
- arbeidswoonwijken als voorproefje stedenbouwkundige ontwikkelingen
- geen genoegen meer met ontwerpen van representatieve stedelijke locaties
- stad werdt volgens rationele, wetenschappelijke inzichten vorm gegeven
- nauwe band tussen moderne architecten (zagen zich als kunstenaars met sociale verantwoordelijkheid) en linkse politiek.
- Men geloofde in de maakbaarheid van het geluk
- Grootst mogelijke sturing van staatwege, op basis van de juiste wetenschappelijke grondslag leide tot een Nieuwe Wereld
- Beide kampen zochten heil in radicaal herbegin (beiden faalden)

Le Corbusier (Arch.):
- Woordvoerder modernisme
- Vershillende stedenbouwkundige projecten
- Kon teruggrijpen op de Cité Industrielle:
 -- > blauwdruk van Tony Garnier
 -- > industriestad van 35000 inwoners
 -- > tot in detail uitgewerkt: bodemgebruik, zelfvoorzienende stadseconomie, industriële vormgeving gebouwen
- de stad:
 -- > was al lang geen orgnische eenheid meer rond marktplein, kerk en raadhus maar een metropool die in een groeiproces van steeds meer ruimte bezit en in afzonderlijke agglomeraties uiteengevallen was
 -- > systeem van eenheden geworden door verkeersaders met elkaar verbonden· 
- daartegenover stelde het document de opdeling van de stad in haar respectievelijke functies
 -- > wonen
 -- > besturen
 -- > productie
 -- > consumptie
 -- > vrije tijd
- Verwekelijking van dit concept na WOII en de demontage van de historisch gegroeide, chaotische structuren bleek echter dat grote delen van de steden verpauperden met soms slopen tot gevolg.

Een open grondplan voor een open maatschappij:
- kenmerkend rationalistische gebouwen: open grondplan
- vertonen, open, in elkaar overgaande ruimtes
- vloeiende opeenvolging van ruimtes die de gebruiker zelf kon indelen
- aangezien skeletbouw alleen steunen en geen dragende muren vereisten
- stad was voortzetting verlvloeiende ruimte en loste op in huizenrijen en vrijstaande gebouwen: open stadsplattegrond (had met verloop van de straten nauwelijks nog iets te maken)
- aaneenrijen van woongebouwen langs uitvalswegen moet verboden worden
- openheid ging gepaard met licht, lucht en zon
- Le Corbusier progagandeerde het plaatsen van huizen op dunne steunen (pilotis)
 -- >  ruimtes komen buiten bereik van bodemvocht, krijgen licht en lucht
 -- >  tuin loopt door onder gebouw
 -- >  platte daken als daktuin: terugwinnen bebouwde oppervlak
- rationalisme koos voor radicale, nieuwe, naakte, koele elegantie
- kwaliteiten die Mies van der Rohe in het Duitse Paviljoen (wereldtentoonstelling barcelona,1929) perfect tot uitdrukking bracht

Mies van de Rohe:
Ging na overname van Bauhaus aan woningbouw doen.
Tugendhat-Huis, Brunn (door Ludwig Mies van de Rohe):
- open grondplan van binnen als buitenruimte komt overeen met de positie van de mens in de moderne wereld
- geen vastomlijnend wereldbeeld meer
- geen maatschappijvorm waarbinnen iedereen een vaste plaats toegewezen kreeg
- gezichtspunt ten opzichte van de gebouwen staat niet meer vast
- Het gebouw krijgt vanuit verschillende gezichtspunten telkens weer een andere aanblik. Dit is een uitdrukking van plurialism.

Duitse Paviljoen wereldtentoonstelling Barcelona (1929) (door Ludwig Mies van de Rohe):
Duitse Paviljoen wereldtentoonstelling Barcelona (1929)
door Ludwig Mies van de Rohe
- Vocabulaire van de architectuur, als ware het een gedicht over haar mogelijkheden
- Wandplaten van roodachtig marmer en glanzend onyx, niet-dragend onder de grote plafondplaat geschoven, worden abstracte uitdrukkingsmiddelen
- Pijlers (kruiskolommen) van verchroomd staal staan vrij
- Weerkaatsingsspel van lichten op het gladde steen en metaal neemt in de 2 waterbassins een horizontale wending
- Binnen en buitenruimte gaan harmonisch in elkaar over
- Legendarisch voorbeeld van de helderheid van het rationalisme
- Inmiddels gereconstrueerd
- Weidse ritme van zijn ruimtes verleidt tot meditatie in en bevrijdende, pure architectuur


Inleiding

Bouwstijlen:
Barok en Rococo (1600-1780)

Art-Nouveau: het zoeken naar een nieuwe vorm via de natuur (1890-1925) (Architecturale bouwstijlen in de geschiedenis)

Nadruk op het materiaal:
- architecten en kunstenaars zochten uitweg uit het verstarde historisme
- bezinning op de natuur scheen veelbelovend
- motieven uit plantenwereld
- vloeiende vormen (ranken, stromend water, lang, golvend vrouwenhaar)
- Duistland: Jugendstil genoemd (verwees naar de jeugdigheid van het nieuwe denken)
- Oostenrijk: Sezessionsstil (afscheiding heersende kunstopvatting en vormentaal)
- Engeland: Modern Style
- Italie: Stile Liberty
- België en Frankrijk: Art Nouveau
- bijzondere aan stijl: sterk individualistische, op kunstnijverheid gerichte karakter dat alle uitingen afhankelijk maakt van de persoonlijkheid van de kunstenaar
- in de beperking tot de pure decoratie doet de stijl weliswaar aan het historisme denken
- de Jugendstil droeg het moderne streven naar materiaal- en doelgerichte vormgeving al in zich
- Belangrijker dan concrete vormen van art-nouveau waren mentaliteit en theoretische verkenningen: beginpunt moderne vormgeving
- Dynamiek door nadruk op lineariteit keerde terug (zie omhoogstrevende vormen van de Gotiek)
- Historische architectuur was massief, zwaar en statisch
- Nu: vloeiend, bewogen, gracieus en vluchtig aangestipt
- In een tijd van versnelling (verkeer, communicatie, beeld en film)
- Streven naar eerbied voor materiaal
- Bouwstoffen dienden overeenkomstig hun natuurlijke eigenschappen behandeld en tot gelding gebracht te worden
- Estetische moest van het materiaal en constructie en functie uitgaan
- Jugendstil-kunstenaar Henry van de Velde: Architectuur bestaat erin de constructie te ondersteunen en naar de constructie-middelen te verwijzen, anderzijds dient zij door het spel van licht en schaduw leven te brengen in een ruimte die anders te gelijkmatig verlicht zou zijn
- Vloeiende lijnen goed te realiseren met ijzer (buigen, bundelen, stuiken) vb. Hector Guimards → toegang metro van Parijs (1900)
- ijzer vroeger steeds achter steen, stucwerk of hout verborgen
- nu voor het eerst om binnenruimtes vorm te geven vb. Victor Horta (1893) → revolutionaire vormgeving van het trappenhuis Brusselse Tasselhuis
- vroeger → constructie verborgen achter uiterlijke vorm
- nu → constructieve structuur zichtbaar en daaruit kwam ook de decoratie voort
- geraamte ijzeren en stalen draagbalken kwam bij de meest vooruitstrevende bouwwerken ook in de façade aan het licht volgens patroon van dwarsbalken en steunen opengebroken en met glaspartijen opgevuld
- tot dan toe enkel toegepast bij bruggen, kassen, bibliotheken, stationkappen, fabrieken nu ook bij woningbouw
- het ging niet slechts om een herijking van de decoratie of van de conceptie van een gebouw, het ging op de omgeving van de gehele wereld, die men zowel in letterlijke als figuurlijke zijn opnieuw wilde bouwen, men meende te beschikken over de technische middelen daarvoor
- architecten kwamen tot de overtuiging dat het verkeerd was van de middeleeuwen te dromen, machines als de wortel van alle kwaad te beschouwen en op traditionele, ambachtelijke wijze te willen produceren. Immers wie de wereld opnieuw wilde vormen moest voor de machine ontwerpen zodat de waren in grote hoeveelheden en tegen lage prijzen onder de massa verspreid konden worden.
- In Duitsland verenigden zich kunstenaars, handwerkslieden, geleerden en ondernemers in de Deutsche Werkbund:
 --> Economisch gewin
 --> Goed vormgegeven 
 --> Kwalitatief hoogwaardige en door vakmensen geprezen producten waren beter te verkopen
 --> Goede vorm van meubels, appartementen en huizen
 --> Wat recht doet aan materiaal en functie is waar, dus goed, dus mooi

La Sagrada Familia, ontwerp uit 1930
Antonio Gaudi y Cornet:
- was van Catalonië
- nam aparte plaats in binnen deze beweging
- in plaats van genoegen te nemen met de decoratie van vlakken, vatte hij het bouwwerk op als sculptuur en vormde het volledig plastisch
- gevels werden poreuze, onrustige vlakken (zien eruit als overgroeide of bewerkte rotswanden)
- vensters werden spelonken
- daken werken koraalriffen, bedekt met abstracte mozaïeken van terracotta en glasscherven
- 1883 → voortzetten bouw van de kerk La Sagrada Familia (in toen Neogotische Stijl). Hij deed dit met eigen opvatting en aanpassing van de Gotiek en met Moorse elementen.
- Zijn credo was een totale allesomvattende en tegelijk individualistische architectuur
- Modern was hij in zo verre hij zich van traditionele opvattingen over interieur en exterieur afkeerde ten gunste van een zeer originele en goed doordachte nieuwe statica.
- Niet al te modern was hij in de dikke stenen bekleding van de staalconstructie
- Probleem: steeds intensievere ambachtelijke bewerking van zijn gebouwen (tot in kleinste detail bepaald)
- Alle rechte wanden en hoeken moesten wijken

Casa Batllo (door Antonio Gaudi y Cornet):
- Plattegrond doet denken aan plantaardige celstructuur
- De beweging die hoeken licht kromt en wanden doet opbollen zet zich voort in deurkrukken, lampen en schilderijlijsten
- Ontwierp ook het meubilair
- Prachtige glans door de kleurrijke keramieklaag van de façade in het zonlicht
- Dak doet denken aan schubben van een draak
- Oogmasker gevormde balkonleuningen
- Architectuur die beelhouwkunst wordt

Musée Horta (door Victor Horta):
- Trappenhuis, brussel 1899
- 1893 had hij de eerste echte Jugendstil-woningen van Europa gebouwd
- Rue Americaine in brussel voorbeeld voor virtuositeit van de architect
- Wist van een nood een deugd te maken → optisch vergroten van de binnenruimte (zeer smalle woningen in Brussel
- Op elk afzonderlijk detail van het bouwwerk paste hij zijn materiaalgerichte esthetica toe
- Trappenhuis toont hoe versieringen afgeleid kunnen worden uit nieuwe constructieve oplossingen

Toegang tot het Metrostation van Parijs, 1900 (door Hector Guimard):
- Door industrialisering en ontvolking van het platteland zwollen rond 1900 de verkeersstromen in de grote steden aan
- Toegangen tot de metro van Hector Guimard (noemde zichzelf l’architect d’art) vormen een programmatisch symbool van de nieuwe mobiliteit
- In hun hekken en daken van glas culmineerde (bereiken van het hoogtepunt) de dynamiek van het verkeer, dat nu onder de grond geleid wordt
- De bloemvorm van de zachtgroen uit de plaveisel oprijzend lampen verzoende de wereld van de techniek, die het dagelijkse leven begon te beheersen, met de door haar veroorzaakte heimwee naar de natuur
- Exotisch golfden aanzwellende vormen uit gietijzer tegen massieve stenen voorgevels
- De integratie van het schrift in de ijzeren lijst was de opmaat voor de intocht van de reclame in de openbare gebouwen.

Is ornamentiek een misdaad?
Alle ornamenten waren een misdaad omdat versierde producten arbeidsintensiever waren dan onversierde, maar toch niet tegen een overeenkomstig hoge prijs verkocht konden worden, waardoor handwerkslieden met een hongersloon afgescheept werden
Profetie van Loos had het rechte eind:
- Blanke muren
- Gladde, kale gevels
- Eenvoudige vormen
- Een provocatie
Een vrije, naakte oppervlakte werd een winstpunt.

Woon-en kantoorgebouwen Goldman & Salatsch, Wenen 1909-1911 (door Adolf Loos):
- Radicale afwijzing van het ornament
- Heldere structuren bepalen het hoekhuis
- 2 onderste verdiepingen worden door hun marmeren gevelbekleding en hun wisselden hoogte van de andere onderscheiden
- Eenvoudige zuilen zetten het ritme van de muurvlakken tussen de vensters in neerwaartse richting voort
- Vensternissen zijn slechts uitsparingen in de witte muren
- Deze reductie in de vormgeving kwam voort uit een sociaal verantwoordelijkheidsgevoel
- Loos is 3 jaar door de Verenigde Staten gereisd en keerde zich tegen de verspilling van de ruimte (in steden zeer schaars)
- Opvattingen over ruimtegebruik ontleende hij aan de bewegingen en behoeften van de mensen
- Met deze antropomorfe maatstaf baande hij de weg voor het Rationalisme.

Tuinsteden:
Dit idee is in Groot-Brittannië ontstaan
Ebeneze Howard:
 -->  Publiceerde programma van de tuinstadbeweging (1903-1904)
 -->  Onder leiding van Barry Parker en Raymond Unwin in het Engelse Letchworth in daad omgezet
 -->  Coöperatieve stad voor 30000 mensen
 -->  Bleef eigenaar van grond omdat er dan niet gespeculeerd kan worden
 -->  Plan voorzag huizengroepen van 2 verdiepingen hoog rond een centraal park
 -->  Alle huizen hadden voortuin en lagen een kleine, met bomen omzoomde straten
 -->  Gelegenheid tot werken, winkelen en buitenring met boerderijen voor verse levensmiddelen moesten stads- en plattelandsleven combineren
 -->  Wat Letchworth gemeen had met latere tuinsteden was de romantiserende, kleinstedige tot dorpse architectuur
- Onafhankelijk van de metropolen was niet vol te houden: tuinsteden verkommerden tot woonwijken
- De auto deed voorsteden onbeperkt uitgroeien, zonder dat er een station in de buurt moest zijn
- Opening, vergroening en ontwarring van de functies in de stad waren te danken aan de tuinsteden
- Duitsland: doorgedreven woonverbetering van woonomstandigheden
- meubelwerkplaats ‘Deutsche Werkstatten’ groeide uit tot economisch hart van de wijk

Expressionisme en beginnend Rationalisme:
- Hellerau werd (1907) artistiek adviseur van AEG (elektronisch concern)
- Hij gaf niet alleen vorm aan lampen en huishoud-apparaten maar ook aan het verschijningsbeeld van AEG’s fabriekshallen
- Turbinehal in berlijnmodel (fabriekshal)
 --> mijlpaal in de moderne architectuur
 --> geen enkele historische verwijzing
 --> toch zeer monumentale vorm (enkel de constructie van het geraamte zelf)
 --> aan zijkanten steekt geraamte uit naar buiten door de wand in de vorm van pijlers
 --> het geeft de voorgevel een gebroken lijn, en het verleent het interieur het karakter van een hoge steunbalkvrije en van alle kanten belichte hal.
 --> de machinehal werd symbool als tempel van de arbeid
- streven naar nieuwer levenswijze, sociale harmonie en een bestaan in overeenkomst met de natuur
- modelwijk als opleidingsinstituut voor ritmische gymnastiek (ontworpen door Heinrich Tessenow)


Inleiding

Bouwstijlen:
Barok en Rococo (1600-1780)

Neoclassicisme als staatsarchitectuur (1780-1840) (Architecturale bouwstijlen in de geschiedenis)

Sereen, streng en verheven
Leo von Klenzo beschouwde architectuur klassieke Griekenland als de bouwkunst van de hele wereld. Er was geen klimaat, materiaal, verscheidenheid in zeden die haar iets in de weg staat.
Deze verlichting sloot aan bij de gedachtenwereld van de Renaisance.

Humanisme: hernieuwbare terugkeer van de bouwkunst van de klassieke oudheid.
Deze architectuur vindt zijn oorsprong terug in de 15de en 16de eeuw en is gehoorzaam aan de eeuwige wetten van harmonie en schoonheid.
Er kwam een hevige strijd of de Griekse dan wel de Romeinse cultuur groter historisch en bouwkundig beter was. Had Rome de Griekse cultuur verfijd of vervalst? Of was Rome al sterker beïnvloed door de Etrusken?
Er werden tal van opgravingen gedaan in Pompeï (Italië). Wat daarbij aan het licht kwam werd beschreven door Johann Joachim Winckelmann in zijn werk waar hij de grondslag legde voor de moderne kunstwetenschappen.

In Frankrijk en Engeland ging men naar het Neoclaccisme (stroom klassieke bouwerken + palladianisme):
vb. Parijse kerk Saint-Geneviève (Jacques-Germain Soufflet):
- De plattegrond is in Renaissance stijl
- De tamboerkoepel boven het Grieks kruis is opgebouwd uit constrasterende delen en komt zonder overgang het kerkgebouw uit.

Duitsland greep naar het Classisisme:
Neoclassicisme kwam pas rond 1900 in de mode (ontsierd door vergroving en monumentalisme).

De eigenschappen en vormen van bouwwerken in de 5 decenia (18-19de eeuw) gedomineerd door Neoclasscistische vormprincipes (in buitenaanzicht en plattegrond):
- Helderheid
- Beheersing
- Rechte hoeken en lijnen
- Stereometrische bouw-lichamen
- Contrast dicht bij elkaar geplaatste elementen, rust, strengheid en verhevenheid
- Grootsheid gebouwen of functies die ze vervullen
Esthetiek en moraal in plaats van bewogen pracht en representatie
- Spaarzame decoratie (deed aangeplakt aan)
- Risalieten en pilasters als secundaire elementen
- Streng symmetrisch
- Voorzijde: zuilenhallen en -gangen om middenas te benadrukken

British Museum (Londen, 1823-1847) (door Sir Robert Smirke):
- Zuilenrij langs alle zijden voortgezet
- Vorm van een doos (soort Griekse Periteros met eenvormige zijden).
- Geen gepronoceerde voorgevel.
- Zuilen niet alleen decoratief maar ook constructief.
- De vorm is benadrukt door het constructieve (dit was een reden om de voorkeur te geven aan een Dorische en Ionische zuilenrij omdat deze soberder zijn).
- Uiterlijk van gebouw verraad de functie en de geschiedenis van het gebouw.
- Dit museum vormt het hoogtepunt van het (neo)classicisme in Europa.
- De stijl van de zuidzijde is dat van een Griekse tempel-architectuur zo is er enorme colonnade van 48 Ionische zuilen.
- De strenge monumentaliteit staat in contrast met het Barokke idee.
- Het bouw-principe kwam neer op in elkaargeschoven elementen die vervangen worden door een aaneenvoeging van blokvormige eenheden.

De architectuur in de V.S. beinvloed door Thomas Jefferson:
- Rome was voor jefferson het maatschappelijke en daarmee ook architectonische ideaal, dat hij in de V.S. opnieuw verwezenlijkt zag.


Charlottesville
, Virginia, V.S. (1769) (door Thomas Jefferson):
- Was het buitenhuis van Monticello 
- Pantheon in rome als voorbeeld
- Uitspringende zij-vleugels
- Ongestucte baksteen
- Ademt niet zozeer terughoudenheid en bescheidenheid als zelfbewustzijn
- Overeenkomst met later Renaissance en Romeinse Oudheid
- Niet overdadig en diffuus maar juist eenvoudig en toegankelijkheid
- Geïnspireerd door palladio’s streven naar de ideale villa
- Markant horizonaal accent
- Symmetrische opbouw voor beide portieken
- Voegde rechtlijnigheie van Palladio toe aan de franse elegantie van de brede kroonlijst, die door een hoge ballustrade bekroond wordt.
- Gebruik van rode baksteen steekt af tegen witte partijen (Amerikaanse traditie)

Amerikaanse Rijksuniversiteit, Virginia, V.S. (1769) (door Thomas Jefferson):
- Bouwelementen van het Panteon werden als bibliotheek aan het einde geflankeerd door zuilenpaviljoens
- Er was een uiteenlopende variante op de Romeinse zuilenordes

Het Capitool 
- Hiermee werdt de indrukwekkenste vorm Amerikaanse neoclassisme bereikt
- Grootste bouwwerk van de nieuwe staat
- Ideeën van de verlichting werden in dit monument verwerkelijkt
- Machtige koepel die ertoe leide dat capitool diende als voorbeeld voor vele andere parlementszetels in Amerikaanse deelstaten in Midden- en Zuid-Amerika.
- Zorgde in Amerika voor commotie
- Capitool van het antieke Rome was de plaats van de democratie en diende als voorbeeld.
- Classicisme van Palladio
- Het gebouw belichaamd de Amerikaanse droom van vrijheid en onbegrensde mogelijkheden
- De koepel van Thomas Walter werdt een herkennigsteken aan de stad. Deze koepel werdt een technisch waagstuk voor het eerst werd dit in gietijzer uitgevoerd dit als bescherming tegen de uitzettingskrachten. Hiervan construeerde hij 2 schalen, die heel inginieus bekleed en door bouten met elkaar verbonden werden.

Inginieursbouwkuns: de ogenschijnlijk breekbare constructies uit ijzer en glas:
- Het Moderne tijdperk was nu begonnen.
- 1750 → prijsdaling productie ruwijzer
- Rond het einde van de 18de eeuw was de stoom-techniek zo ver ontwikkeld dat productie op grotere hoeveelheden mogelijk werd.

Esthetische kenmerken van metaalbouw:
- Lichtheid
- Transparantie
- Suggestie van spanning en breekbaarheid


Gietijzeren Boogbrug Severn (1775-1779)
- 30 m overspanning door 5 halfronde spanten
- De vorm constructie had niets meer gemeen met houten bruggen
- Lichtheid en trasparantie, fragiel aandoende constructie
- Spanten werden tussen 2 stenen landhoofden ingeklemd

Christal Palace, London 1851 (door architect  Joseph Paxton)
- Ijzer en glas als hoofdmateriaal
- Product van industriële en commerciële opbloei (tijdens de industriële revolutie van Engeland)
- Voor de 1ste wereldtentoonstelling in london presenteerde Paxton onuitgenodigd zijn ontwerp
- In 5 maand tijd (17 weken) lieten ingenieurs Fox en Henderson in het Hyde Park een hal verijzen met een oppervlakte van 8,4 ha (grotendeels uitgevoerd door ongeschoolde arbeiders).
- Deze hal is niet alleen door zijn heldere, rationele indeling sensationeel, maar ook door het in 1748 gepatenteerde puddelprocédé, dat het mogelijk maakte ijzer in grote hoeveelheden te fabriceren.
- Zeer brede 5-hoekige hal (600m lang en 120m breed)
- De reusachtige ruimte werd slechts door een huid van glas en ijzer van de buitenwereld afgescheiden
- De ruimtewerking was revolutionair
- Dit was het aller eerste gebouw dat uitsluitend uit geprefabriceerde en gestandaardiseerde onderdelen bestond (dit was pionierswerk van de gerationaliseerde bouwwijze).
- Bouwelementen werden door verscheidene firma’s tegelijk gefabriceerd
- Het Chrisal palace slokte 1 derde van de Engelse jaarproductie aan glas op.
- Alleen zo kon het gedemonteerd worden na de wereldtentoonstelling en herbouwd worden in licht gewijzigde vorm in London-Sydenham.
- Jammer genoeg werd dit gebouw in 1936 door een hevige brand verwoest

Lift van Lissabon (Portugal) Neogotische stijl (1900)
door een leerling van ing. Gustave Eifel.
Eifeltoren, Parijs 1889 (door Inginieur Gustave Eifel)
- Gebouwd voor de Wereldtentoonstelling in Parijs
- Toren van 300m (vergelijking met de Domtoren uit de middeleleeuwen die 'maar' 47 meter hoog was)
- Bleef 40 jaar het hoogste bouwwerk ooit.

Galerie des Machines (vlak naast de Eifeltoren)
- 422m lang
- Stalen draagconstructie met spanwijte van 114 m, hoogte 47m
- De transparantie van wanden in Gotiek werd slechts bereikt door rond het gebouw een buitenproportioneel geraamte op te trekken
- Hier versmalt elk van de 20 3-ledige bogen van de Galerie des Machines zich tot 1 enkel punt op het grondvlak. Hoewel elke constructie op elke drager een neerwaartse druk van 412 ton een zijwaartse druk van 115 ton uitoefent, staan de dragers als het ware op hun tenen waarmee ze weer op rollen rusten.
- Waar het Christal palace erg statisch leek door het traditioneel bouwsysteem met loodrechte steunen en daarop rustende dwarsbalken kwam de Galerie des machines daarentegen vervloeiender en ontstond de indruk van een reusachtige tent

Kunstzinnige expressie in ijzer en staal:
- Galerie des machines illustreerde het technische kunnen van staal
- Deze constructie hield verband met functionele vereisten. Uitzetting van het materiaal, dat op temperatuurschommeling reageerde → verankering op rollen
- Juiste berekeningen van de stabiliteit in overeenstemming met de wetten van de harmonie
- Inginieursbouwkunst weigerde men als architectuur te erkennen
- Fabrieken, warenhuizen, tentoonstellingshallen, stationskappen, bruggen met grote spanwijtes, alles tijdsgebonden, nieuwe toepassingen binnen de bouwnijverheid → utiliteitsbouw genoemd
- Niets met bouwkunst te maken → ijzer en staal waren onechte materialen
- Niet voor kunstzinnige vormgeving
- Mocht niet openlijk getoond worden
- Eifeltoren → voor schande van parijs uitgemaakt (diende na wereldtentoonstelling gesloopt)
- Architectuur werd als façadekunst ingeperkt
- Londense St. Pancras station → voor stationskap een pseudo-gotisch slot geplaatst waarin het midland grand hote schuil ging
- Grandioze overkappingen (kathedralen van het industriële tijdperk) (vanwege rook locomotieven zo hoog gemaakt) → aan stadzijde achter historische steenfaçades verborgen
- Een kap in zijn nuchtere verschijning is een uitzondering (zie king cross station naast st. pancras)

Er werden nieuwe materialen ook buiten inginieurskunst toegepast:
- Breekbaar gietijzer al 4 keer beter bestand tegen druk
- Smeedijzer 40 maal beter bestand tegen trek en buigkracht dan steen en slecht 4 keer zo zwaar
- Gietijzeren zuilen versierd met kapitelen van klassieke zuilenordes (om ze vertrouwd te maken)
- Bouwconstructies van metalen steun- en draagbalken hadden uit statisch oogpunt geen wanden meer nodig
- Grootste technische revolutie → massieve bouwwijze door skeletbouw vervangen
- Mogelijkheid om bouwwerken in elke hoogte en breedte uit geprefabriceerde delen in ijltempo te bouwen

James Watt (1801):
- eerste gietijzeren skelet voor spinnerij van 7 verdiepingen
- schoolvoorbeeld voor fabrieken en pakhuizen 19de eeuw
- navolg ook voor massieve buitenmuren waar ze het skelet meer omgeven

Bibliotheque National, Parijs, Sainte-Genevieve (1858-1868)(door Henrie Labrouste)
- leidde onverhulde steunen dwars door de binnenruimtes
- liep vooruit op het bouwen met gewapend beton
- gewelfde zolderingen in gips bekleed ijzervlechtwerk
- leeszaal → middensteunen → historische, maar ragfijne vorm
- ijzer voor de zuilen en het gewelf accentueert hun slanke vormen
- eerste monumentale openbare gebouw waarin consequent ijzer wordt gebruikt

Het nieuwe bouwmateriaal: beton:- metaal met beton combineren
- was goedkoop en overal op aarde voorkomende grondstoffen
- materiaal leent zich voor geprefabriceerde bouwelementen
- ter plaatse gemakkelijk te mengen
- vele toepassingsmogelijkheden
- duurzaam
- zet onder invloed van warmte in de lengte net zoveel uit als ijzer of staal
- beton heeft zijn tegenwoordig vorm te danken aan portlandcement → zeer goed bestand tegen druk, maar nauwelijks tegen trek (scheurt)
- trek werd opgevangen door ijzeren en later stalen wapening

Bij de ontwikkeling van betonbouw vervulde François Hennebique een sleutelrol
- wist zwakke punt van de toenmalige betontechniek weg te werken (punt waar de bovenvloer in de gevelbalk en deze weer in de steun overgaat, op dit punt boog hij het wapeningstaat naar buiten en verbond het niet langer met gietijzeren zuilen, maar met steunen die ook van gewapend beton waren)
- resultaat: samenhangend betonskelet (monolitisch verbonden bouwwijze)
- hoe groter wapening en de hardheid van beton en staal → hoe dunner de bouwelementen
- omdat eigen gewicht van de skeletconstructie nog verder afnam konden steeds meer verdiepingen op elkaar gestapeld worden (dragende elementen hoefden zelfs niet te verbreden naar het fundament toe)
- het werd mogelijk op hetzelfde grondvlak steeds groter nuttig oppervlak onder te brengen


Inleiding

Bouwstijlen:
Barok en Rococo (1600-1780)

Verlichting en Revolutie-architectuur (1750-1790) (Architecturale bouwstijlen in de geschiedenis)

Bouwen volgens morele maatstaven (Democratie in plaats van Absolutisme):
- Architectuur diende niet meer in dienst van de kerk en de feodale heersers.
- Men was overtuigd met behulp van de gebouwde omgeving de geest van de mensen in positieve zin te kunnen beïnvloeden en hen tot redelijk en zedelijk handelen aan te kunnen zetten.
- Gebouwen diende te voldoen aan ethische en morele criteria.
- Carlo Lodoli formuleerde dat architetuur alleen ‘waar’ kan zijn door recht te doen aan materiaal en functie
- Abbé Laugier: zou decoratie en constructie weer doen versmelten
- De architectuur moet het mogelijk maken zelf te spreken en de ideeen van de Verlichting uitdrukken
- Gebouwen in deze periode zijn vaak expressief, ook wel architecture parlante genoemd (zelfsprekende architectuur)
- De democratisering van kunst kan langs emotionele weg verlopen en is niet gebonden aan intellect en algemene ontwikkeling (zo luidt hun utopie).
- Ze werd Revolutionere architectuur genoemd omdat ze met Franse Revolutie (1789) ontstaan zijn
- Nieuwe maatschappijmodellen uitten zich in revolutionaire bouwplannen
- Het revolutionere van de nieuwe bouwwerken brak met de traditie hierbij was uitvoerbaarheid was niet meer doorslaggevend. De meeste ontwerpen waren in die tijd dan ook onuitvoerbaar. De ontwerpen van  architect Van Boullée werden nauwelijks gebouwd omdat deze monsterieuze afmetingen hadden.
- De Revolutie-architectuur binnen het Classicisme was een reactie op overladen vormentaal van de Barok en Rococo. Dit deden ze door over te gaan naar heldere, elegante lijnvoering in compacte meestal stereometrische bouwlichamen van een klassieke tempel.

Newton-Cenotaaf (door Etienne Louis Boulléé, 1784)
Newton-Cenotaaf (door Etienne Louis Boullée) (1784)
- Ontwierp het Newton-Cenotaaf (leeg graf) om Isaac Newtons wetenschappelijke prestaties te eren
- Dit is Revolutionere architectuur omdat er een samenballing van massa en eenvoudige geometrische vormen was.
- 150 m hoge bol
- Doet denken aan planetarium

De ideale stad Chaux bij Arc-et-Senans (Claude-Nicolas Ledoux):
- In 1806 in folio verschenen
- Dit was zijn idee van een ideale stad
- Streefde om aan alle materiele en esthetische eisen van de stedenbouw te voldoen
- Eenvoudige geometerische vormen werden in een regelmatig patroon gebracht
- Het plan is niet abstract maar expressief (parlant, uit zich zelf sprekend)
- Hieruit vloeiden voorstellen tot sociale hervormingen
- Hij wilde een gebouw voor de cultus van de morele waarden oprichten
- Begin 20ste eeuw werdt het idee van de ideale stad door de architecten Taut en Le Corbusier weer opgenomen.

Claude-Nicolas ontwierp ook het onderkomen van het Waterschapsbestuur van Loue
Dit werdt een ontwerp in de vorm van een liggende cillinder waar een beek doorheen geleid wordt, eindigd in waterval met rivier. Dit Gebouw symboliseerd de bedwinging van de rivier.

Sainte-Geneviève (Parijs 1764-1790) (door: Jacques-Germain Soufflot):
- Sinds de revolutie het Pantheon genoemd
- Belangrijkste bouwwerk van zijn tijd
- Romantische Neoclassicisme in Frankrijk
- Grootsheid van het Oude Rome
- Eerste voorbeeld van volmaakte architectuur
- Gigantische koepel rivaliseerde met de St.-Pieters kerk in Rome en de St.-Paul kerk in London en de plaatselijke Dome des Invalides
- Hij moest hele wijk overschaduwen
- Al van verre de plek kenbaar maken waar het graf van de schutspatronen van de stad lag
- Synthese tussen lichtheid van de Gotische vormen en de oudheid voor ogen
- Grondplan: vorm van Grieks kruis (strookt met Renaissance)
- Dragend element niet meer de wand maar de zuil
- Vooruit lopend op de moderne architectuur: gewapend beton voor bekleding porticus voorzien van 20 zuilen
- Soufflet zag af van gecompliceerd systeem van pijlers, steunbalken en muurvlakken
- Gekoppeld aan rationaliteit en pure vorm leidt dat tot een indrukwekkende constructie




Inleiding

Bouwstijlen:
Barok en Rococo (1600-1780)

Neoclassicistische tendensen in en uit Engeland (1700-1770) (Architecturale bouwstijlen in de geschiedenis)

Beheersing en strengere vormen:
- Meer strengheid
- Gebruik schema’s en later Renaissance weer in zwang
- Harmonie en schoonheid door wiskundige bouwregels

In Frankrijk kwam het absolutisme tot volle ontwikkeling.
In Engeland vind tussen 1642 en 1649 een burgerlijke revolutie plaats met als gevolgen:
- burgeroorlog
- afschaffing van de Monarchie
- invoer geschreven grondwet
- een constitutionele Monarchie vanaf 1689

Dôme des invalides van Jules Hardouin-Mansart (Parijs):
- Afmetingen herleid tot straal van cirkelvormige middenruimte
- 3-schalige koepel: dramatisch en illusionistische effecten (Barok)
- 1ste vlakste koepel: uitzicht op 2de bollere koepel: onzichtbaar vanaf beneden de kerk en veel sterker verlicht.
- 3de schaal bepaald buitenaanzicht koepel

Saint-Pail's Cathedral (London)
Koepel Saint-Paul’s Cathedral (Londen):
- Brits Barok-Architect Sir Christopher Wren werdt na de grote brand in Londen (1666) algemeen opzichter in de wederopbouw van de stad.
De buitenkant verschilt met de Domes des Invalides:
- Er ontbreken trapsgewijze verticale stuwingen.
- De afzonderlijke bouwdelen zijn duidelijk van elkaar gescheiden en gaan niet gelijk in elkaar over.
- De zuilring is niet meer ritmisch georderd maar regelmatiger.
- De omhoogstrevende in een lantaarn uitmondende vorm van de buitenkoepel is niet meer door brede, verschillende gekleurde stroken geaccentueerd, maar slecht door smalle lijnen.
- De koepel en tamboer zijn volledig Neoclassistisch.
- De porticus (zie de strengheid buitenmuren) en schematische pilasters is Palladianistisch.

De Saint-Paul’s Cathedraal  Londen (1675-1710) (Sir Christopher Wren):
- Monumentale kerk
- Sterk beïnvloed door Italiaanse Barok
- Gestandaardiseerde variant van de koepel van St.-Pieter in Rome
- Op klassieke oudheid geïnspireerd portaal met timpaan en colonade in 2 verdiepingen
- Grote koepel in het midden van een axiaalbouw
- Barokke torens
- Voorliggende plein: geen dramatisch decor, maar heldere begrenzing
- Palladianistisch getint neoclassicisme zichtbaar

Saint-Martin-in-the-Fields Londen (1721-1726) (James Gibbs)
- Beïnvloed door de Wrens kerk
- Toren geplaatst op klassieke tempel
- Romeinse porticus zorgt voor bijzonder krachtig accent en wijst op de klassieke oudheid die via Palladio bekendheid kreeg en daar tot Classicisme als tegenhanger van de Barok fungeerde
- Britse koloniën kopieerden dit gebouw vaak zelfs tot in Australie.


Inleiding

Bouwstijlen:
Barok en Rococo (1600-1780)

Verklarende woordenlijst bij architecturale stijlen doorheen de geschiedenis

Axiaalbouw bij een kerk
Axiaal (axiaalbouw)
Aangelegd langs een bepaalde as. Een as is een denkbeeldige rechte lijn die langs de lengte of breedte van een bouwwerk of bouwdeel getrokken kan worden.

Antropomorf
Ontwerp of voorstelling naar menselijke maatstaf aangepast of van menselijk vorm of gedaante.

Baldakijn (troonhemel)
Neerhangend of aan de muur hangende overkapping. Meestal achter of boven het hoofdaltaar geplaatst.

Centraalbouw
Bouwwerk dat in sterkt mate rond een middelpunt aangelegd is, met als plattegrond een geometrische figuur (cirkel, ovaal, vierkant).

Colonade (zuilengang)
Een rij zuilen die een overdekking dragen (zie de architectuur van de oude Grieken en Romeinen)

Contrasterend
Elementen met tegenstrijdigheden. In tegenstelling tot elkaar. Verschil makend.

Diffuus
Onbegrensd, naar alle richtingen verspreid, breed omslachtige stijl.

Esthetica
Kunstfilosofie. In architecturale kringen spreekt men over de filosofie van het bouwen of het bouwwerk zelf. Het uitzicht van het gebouw, het ontwerp en de filosofie tot het bekomen van dit ontwerp kan men opvatten als kunst. Esthetica kan gebruikt worden bij het bepalen van architecturale stijlen, zeker door de geschiedenis heen.

Façade (gevel) van een gebouw in St. Omer
Façade
Ook wel de gevel genoemd. Dit is het gedeelte van een gebouw dat zichtbaar is van buitenaf. Meestal werd dit in vroegere tijden overmatig gedecoreerd om de status van de eigenaar weer te geven.

Feodaal (leenstelsel)
Maatschappelijke orde met een onderlinge verplichting, trouw en privileges tegenover elkaar (bijvoorbeeld het lenen van grond.

Humanisme (in de architecturale wereld)
De hernieuwbare terugkeer van de bouwkunst van de klassieke oudheid toegepast op nieuwe gebouwen.

Grieks kapiteel
Kapiteel
Het kopstuk van een zuil of een pijler, die vaak versierd is met abstracte of figuratieve voorstellingen.

Keramiek
Ook wel aardewerk genoemd. De buitenkant ervan is glad gevormd door verhitting in een oven. Voornamelijk wordt hiervoor gebakken klei gebruikt of materiaal dat uit silicaten bestaat.

Koepel
Bolvormig gewelf op ronde, vierkante of veelhoekige grondslag.

Kroonlijst
Horizontaal versierde band van een bouwwerk dat meestal op zuilen ligt en zich bovenaan het gebouw bevindt.

Landhoofd
Romeins kapiteel in Arles
Overgang van een grondlichaam naar een brug of gelijkaardig. Bestaat uit een landhoofdbalk, vleugelwanden aan de zijkant en stootplaten. Een landhoofd zorg voor de ondersteuning van de brug zelf.

Monumentalisme
Bouwwerk waarin gestreefd wordt naar de uitstraling en het karakter van een monument. Aanschouwelijk, meestal groot en machtig gevoel gevend gebouw.

Mozaïek
Groot oppervlak bezet met kleurrijke steentjes die een afbeelding of tafereel voorstellen. Meestal werd dit toegepast op vloeren, soms op wanden. Vroeger werden luxe villa's in Griekenland en Rome rijkelijk versierd met grote mozaïeken.

Ornament bovenaan een poort van een huis
in Valenciennes.
Ornament
Versieringen in een onderdeel van het gebouw (soms overdreven versierd met allerhande krullen en boogjes). Komt vaak voor in pilaren, trappen en kroonlijsten.

Ornamentiek
Decoratie of versiering aan een gebouw.

Palladianistisch
Architecturale stijl dat zich kenmerkt door zijn harmonie en eenvoud waarbij men terug greep naar de bouwkunst van de oudheid (de tegenhanger van de Barok) (afgeleid van de Italiaanse architect Andrea Palladio).

Parlante
Gebouwen die hun eigen functionaliteit en identiteit uitleggen of aantonen. Vanzelfsprekende architectuur.

Plaveisel
Meestal gebruikt bij bestrating. Dit is een verharding opgebouwd uit losse elementen. Meestal worden hiervoor tegels, kasseien of klinkers gebruikt.

Portaal
Inkom van een gebouw.

Portiek
Overdekte ruimte dat uitspringt ten opzichte van de gevel waar zich een buitendeur in bevind.

Porticus
Een door zuilen (minder vaak door pijlers) ondersteunde uitbouw van een tempel of ander bouwwerk. Meestal bekroond door een timpaan.

Pilaster
Weinig vooruitstekende muurpijler of tegen een pijler aangebrachte verzwaring, voorzien van basement, schacht en kapiteel.

Peripteros
Griekse tempel waarvan de cella is omringd door één rij zuilen.

Rationalisme
Ideeënleer. Filosofisch denksysteem waarbij de rede de oorsprong is van ideeën. Dit systeem had als gevolg dat niet altijd alles even logish of uitvoerbaar is.

Risaliet (uitbouw)
Een gedeelte van een gevel dat in de hoogte, meestal over de hele lengte van het gebouw, naar voren uitspringt. Dit woord vindt zijn oorsprong in Italië afkomstig van risalto.

Rustica (bossage)
Bewerking waarbij blokken natuursteen aan de voorzijde ruw behakt worden om het muurvlak een ‘rustiek’ karakter te geven. Vaak toegepast bij Toscaanse bouwwerken van de vroege Renaissance.

Statica
Studie over de krachten en het evenwicht in een gebouw of lichaam. Dit komt voor uit de mechanica.

Stereometrie
Meetkunde van de driedimentionele ruimte.

Spant
Detail van een spant

Dragend element van een gebouw. Dit bestaat uit een min of meer 2-dimentionale constructie die meermaals om de zoveel meter voorkomt en dient om de lasten van het gebouw op te vangen en stevigheid te bieden aan de gehele constructie. Bij grote overspanningen wordt er veel gewerkt met vakwerkspanten die hun stevigheid verkrijgen door de driehoekige vebindingen in het spant. Spanten bestaan meestel uit hout of staal.

Tamboer
Timpanen aan de voorgevel van Mostero dos Jeronimos
(Lissabon, Portugal)
Ringvormige of veelhoekige onderbouw waarop een koepel rust, meestal voorzien van vensters.

Timpaan
Rijk met beeldhouwwerk versierd onderdeel van een gebouw.

Inleiding

Bouwstijlen:
Barok en Rococo (1600-1780)

Barok en Rococo (1600-1780) (Architecturale bouwstijlen in de geschiedenis)

De Barok in Duitsland en het Rococo (1710-1780)
De Basiliek van Venitië heeft een uitgesproken Barok-stijl
De trappenhuizen in de nieuwe paleizen en kastelen zijn groot en weelderig.
Er was een late maar hevige bloei van Barok na de 30-jarige oorlog.
De situatie na de oorlog was een groot voordeel bij het verspreiden van de Barok-stijl:
- Na 1680 was de ergste oorlogsschade hersteld.
- Er was geen Turks gevaar meer. Het gevolg hiervan was dat de vorsten zich konden profileerden met grootse paleizen en tuin-complexen en reusachtige kloosters.

Voorbeelden van deze late Barok:
Slot Schönbrunn (Wenen) (door Fischer von Erlach)
Stadtschloss (Berlijn) (door Andreas Schlüter)
Slot Ludwigsburg (Stuttgart)

Residenz (Würzburg) (door Balthasar Neumann):
- Haalde de inspiratie en advies bij architecten uit heel Europa.
- Benadrukte de midden-en zijpartijen.
- Het complex werdt opgedeeld in paviljoenachtige bouwdelen (verbinden van galerijen).

Nymphenburg (München) (door Balthasar Neumann):
- Zelfde idee als bij de Residenz maar dan uitgewerkt op gigantische schaal (600 m lange gevel).

Zwinger (Dresden) (door Balthasar Neumann):
- Kleinere en sierlijkere vorm van de Nymphenburg.
- Dit is het enige werkelijke uitgevoerde deel van het paleis voor de keurvorst.

Benedictijner-Klooster van Melk (gesticht door Karel de Groote):
- Gebaseerd op het bouwtype van Il Gesù
- Kreeg in Duitsland navolging door onder meer de Jezuïeten-Kerk Sankt-Michael (München):
 --> Lijkt een overspannen schip door de gebruikte tongewelf.
 --> Diende als voorbeeld voor honderden bouwwerken in Zuid-Duitsland.

Duitsland liet zich in de 18e eeuw inspireren door de Italiaanse architect Guarino Guanini:
- Ontwierp bouwwerken met wiskundige precisie.
- Er is een grote fantasie en grote dynamiek te zien
- Zijn theoretische geschriften hebben een grote invloed op de Boheemse en Zuid-Duitse architecten. De gebroeders Dientzenhofer en Balthasar Neumann lieten er zich door inspireren.

Balthasar Neumann:
- Bedevaartskerk Vierzehnheiligen.
- Perfectioneerde Guarini’s idee zoals de in elkaar doorgdringende ruimten.
- Zijn golvende vormen verlevendigen tal van interieurs (geacentueerd door creatief kleurgebruik).
- Gebruikte veel ornamenten

Dominicus Zimmermann:
- Past concept in Wieskirche iets effectiever toe.
- Gebruikte sobere witte buitenkant.
- De Pelgrims waren bij hun binnenkomst overdonderd door de onvermoede sprookjesachtige pracht.

Karlsruhe: waaierstad:
- Symetrische plattegrond.
- Versaille was de belangrijkste inspiratiebron.
- Vrijstaande 8-hoekige toren.
- 32 wegen straalsgewijs van deze toren over het bos verspreid.
- Aantal radialen komen overeen met aantal leden ridderorde (+ hemzelf).
- Later uitgebreid tot een stad.
- Vrijstaande toren in het middelpunt van de cirkel om toezicht houden.
- Belangrijkste deel (zuidelijk kwart van cirkel), waarbij middelste radiaal samenviel met middenas hoofgebouw
- Aanwezige stadscentrum met marktplein buiten de cirkel werdt in het symetrisch ontwerp betrokken door een van de verbindende straten recht te maken.
- Voor het hoofdgebouw is er een groots park met broderies en bosjes.
- Binnenzijde van de gebogen zijde van het cirkelkwart, langs de radialen diende voor de burgerlijke standen, kooplieden en ambachtslieden.
- Bouwvakkers, knechten en dagloners wonen buiten de cirkel.
- Het complex weerspiegeld de feodale hiërarchie zowel in de plattegrond als de hoogte van de gebouwen
- De Middenas werd vermoemd naar de markgraaf.
- Andere wegen naar de leden van ridderorde.
- De toren (het hoogste symbool van absolute macht) is bestemd voor de vorst, zo kon hij toezicht houden op het feodale systeem.
- Nieuwe bewoners werden gelokt door gratis grond en belangrijkste bouwmaterialen.
- De gebouwen werden gebouwd worden volgens een Nederlands voorbeeld dat streng diende op gevolgd te worden.
- Maximum 2 verdiepingen en mansardedaken van rood-bepleisterd vakwerk.

Het Rococo en de terugkeer naar intimiteit:
Na dood lodewijk XIV (1715) was er een afkeer van alle overdaad en monumentaliteit.
Parijs kreeg een nieuwe stijl: ‘Louis Quinze’ naar de koning genoemd, ook wel Rococo genoemd.
Rococo is afgeleid van ‘rocaille’ (schelpachtig siermotief).

Beschrijving van de Rococo stijl:
- Stijl met tamelijk lineaire, strenge, spaarzame versiering.
- Later in Frankrijk ‘Louis Seize’ genoemd.
- In Duitsland kreeg het een spotnaam ‘Zopfstil’ (pruikenstijl).

De bouwwerken waren:
- Neutralistisch
- Bizar gestileerde schelp-, kraakbeen-, bloem- en plantenmotieven
- Deels losjes en asymetrisch omslingerd
- Deels overwoekerd

De decoraties waren:
- verfijnder
- kleiner
- speelser

Intieme, persoonlijke kreeg grotere aandacht
Binnenruimte kreeg meer belangstelling
Er was een voorliefde voor:
- Galante herdersspelen
- Sierlijke porseleinen figuren
- Kleine tuinpaleizen

Er waren verschillen meningen binnen de Rococo:
- Was Rococo een zelfstandige stijl of een variant van de late Barok?
- Was het ornament of bouwwerk teer en verfijnd genoeg om tot Rococo gerekend te worden?

Wieskerche, Duitsland (door Dominicus Zimmermann)
Wieskirche (door Dominicus Zimmermann):
- Bedevaartskerk bij Steingaden (Beieren) (1745-1757)
- Late Barok
- Zuid-Duitse bedevaartkerken werden in dorpen of in het midden van de natuur gebouwd
- Overvloedige lichtinval
- Witte wanden
- Ovale schip
- Blijmoedige sfeer versterkt door stralende kleuraccenten in het koor.
- De bovenste loggia van de 2 verdiepingen hogere kooromgang werdt begrensd door zuilen met blauwgeaderd marmerstuc. Dit om te constrasteren met de roodgeaderde exemplaren in het hoogaltaar. Daarboven bevonden zich blauwe baldakijn
- Het onderste deel bestond uit het 2 verdiepingen tellende hoogaltaar.
- Plafondschildering van engelen

Vierzehnheiligen (Beieren) (door Johann Bathasar Neumann)
Vierzehnheiligen Bedevaartkerk bij Lichtenfels (Beieren) (1743-1772) (door Johann Bathasar Neumann):
- Kerk met vrije ruimte-indeling
- Perfecte synthese van plasticiteit (Barok) en lichtvoetigheid (Rococo)
- Originele combinatie van de axiale opzet met gecombineerd met centraalbouw.
- Altaar midden in schip, onder baldakijn, gedragen door kleine in ovaal opgestelde pilaren
- Kruisingkoepel met tamboer heeft plaats gemaakt voor ovale en ronde vormen om de indruk van de zwaarwichtigheid te vermijden.
- Christoph Dientzenhofers methode van de wederzijdse doordringing van gewelven werdt nog een stuk verder toegepast.
- Geen strenge monumentaliteit maar sfeer van blijheid door de met licht vervulde ruimte.

Meer:
Barokgewelven

Copyright: byWM