Barok en Rococo (1600-1780) (Architecturale bouwstijlen in de geschiedenis)

De Barok in Duitsland en het Rococo (1710-1780)
De Basiliek van Venitië heeft een uitgesproken Barok-stijl
De trappenhuizen in de nieuwe paleizen en kastelen zijn groot en weelderig.
Er was een late maar hevige bloei van Barok na de 30-jarige oorlog.
De situatie na de oorlog was een groot voordeel bij het verspreiden van de Barok-stijl:
- Na 1680 was de ergste oorlogsschade hersteld.
- Er was geen Turks gevaar meer. Het gevolg hiervan was dat de vorsten zich konden profileerden met grootse paleizen en tuin-complexen en reusachtige kloosters.

Voorbeelden van deze late Barok:
Slot Schönbrunn (Wenen) (door Fischer von Erlach)
Stadtschloss (Berlijn) (door Andreas Schlüter)
Slot Ludwigsburg (Stuttgart)

Residenz (Würzburg) (door Balthasar Neumann):
- Haalde de inspiratie en advies bij architecten uit heel Europa.
- Benadrukte de midden-en zijpartijen.
- Het complex werdt opgedeeld in paviljoenachtige bouwdelen (verbinden van galerijen).

Nymphenburg (München) (door Balthasar Neumann):
- Zelfde idee als bij de Residenz maar dan uitgewerkt op gigantische schaal (600 m lange gevel).

Zwinger (Dresden) (door Balthasar Neumann):
- Kleinere en sierlijkere vorm van de Nymphenburg.
- Dit is het enige werkelijke uitgevoerde deel van het paleis voor de keurvorst.

Benedictijner-Klooster van Melk (gesticht door Karel de Groote):
- Gebaseerd op het bouwtype van Il Gesù
- Kreeg in Duitsland navolging door onder meer de Jezuïeten-Kerk Sankt-Michael (München):
 --> Lijkt een overspannen schip door de gebruikte tongewelf.
 --> Diende als voorbeeld voor honderden bouwwerken in Zuid-Duitsland.

Duitsland liet zich in de 18e eeuw inspireren door de Italiaanse architect Guarino Guanini:
- Ontwierp bouwwerken met wiskundige precisie.
- Er is een grote fantasie en grote dynamiek te zien
- Zijn theoretische geschriften hebben een grote invloed op de Boheemse en Zuid-Duitse architecten. De gebroeders Dientzenhofer en Balthasar Neumann lieten er zich door inspireren.

Balthasar Neumann:
- Bedevaartskerk Vierzehnheiligen.
- Perfectioneerde Guarini’s idee zoals de in elkaar doorgdringende ruimten.
- Zijn golvende vormen verlevendigen tal van interieurs (geacentueerd door creatief kleurgebruik).
- Gebruikte veel ornamenten

Dominicus Zimmermann:
- Past concept in Wieskirche iets effectiever toe.
- Gebruikte sobere witte buitenkant.
- De Pelgrims waren bij hun binnenkomst overdonderd door de onvermoede sprookjesachtige pracht.

Karlsruhe: waaierstad:
- Symetrische plattegrond.
- Versaille was de belangrijkste inspiratiebron.
- Vrijstaande 8-hoekige toren.
- 32 wegen straalsgewijs van deze toren over het bos verspreid.
- Aantal radialen komen overeen met aantal leden ridderorde (+ hemzelf).
- Later uitgebreid tot een stad.
- Vrijstaande toren in het middelpunt van de cirkel om toezicht houden.
- Belangrijkste deel (zuidelijk kwart van cirkel), waarbij middelste radiaal samenviel met middenas hoofgebouw
- Aanwezige stadscentrum met marktplein buiten de cirkel werdt in het symetrisch ontwerp betrokken door een van de verbindende straten recht te maken.
- Voor het hoofdgebouw is er een groots park met broderies en bosjes.
- Binnenzijde van de gebogen zijde van het cirkelkwart, langs de radialen diende voor de burgerlijke standen, kooplieden en ambachtslieden.
- Bouwvakkers, knechten en dagloners wonen buiten de cirkel.
- Het complex weerspiegeld de feodale hiërarchie zowel in de plattegrond als de hoogte van de gebouwen
- De Middenas werd vermoemd naar de markgraaf.
- Andere wegen naar de leden van ridderorde.
- De toren (het hoogste symbool van absolute macht) is bestemd voor de vorst, zo kon hij toezicht houden op het feodale systeem.
- Nieuwe bewoners werden gelokt door gratis grond en belangrijkste bouwmaterialen.
- De gebouwen werden gebouwd worden volgens een Nederlands voorbeeld dat streng diende op gevolgd te worden.
- Maximum 2 verdiepingen en mansardedaken van rood-bepleisterd vakwerk.

Het Rococo en de terugkeer naar intimiteit:
Na dood lodewijk XIV (1715) was er een afkeer van alle overdaad en monumentaliteit.
Parijs kreeg een nieuwe stijl: ‘Louis Quinze’ naar de koning genoemd, ook wel Rococo genoemd.
Rococo is afgeleid van ‘rocaille’ (schelpachtig siermotief).

Beschrijving van de Rococo stijl:
- Stijl met tamelijk lineaire, strenge, spaarzame versiering.
- Later in Frankrijk ‘Louis Seize’ genoemd.
- In Duitsland kreeg het een spotnaam ‘Zopfstil’ (pruikenstijl).

De bouwwerken waren:
- Neutralistisch
- Bizar gestileerde schelp-, kraakbeen-, bloem- en plantenmotieven
- Deels losjes en asymetrisch omslingerd
- Deels overwoekerd

De decoraties waren:
- verfijnder
- kleiner
- speelser

Intieme, persoonlijke kreeg grotere aandacht
Binnenruimte kreeg meer belangstelling
Er was een voorliefde voor:
- Galante herdersspelen
- Sierlijke porseleinen figuren
- Kleine tuinpaleizen

Er waren verschillen meningen binnen de Rococo:
- Was Rococo een zelfstandige stijl of een variant van de late Barok?
- Was het ornament of bouwwerk teer en verfijnd genoeg om tot Rococo gerekend te worden?

Wieskerche, Duitsland (door Dominicus Zimmermann)
Wieskirche (door Dominicus Zimmermann):
- Bedevaartskerk bij Steingaden (Beieren) (1745-1757)
- Late Barok
- Zuid-Duitse bedevaartkerken werden in dorpen of in het midden van de natuur gebouwd
- Overvloedige lichtinval
- Witte wanden
- Ovale schip
- Blijmoedige sfeer versterkt door stralende kleuraccenten in het koor.
- De bovenste loggia van de 2 verdiepingen hogere kooromgang werdt begrensd door zuilen met blauwgeaderd marmerstuc. Dit om te constrasteren met de roodgeaderde exemplaren in het hoogaltaar. Daarboven bevonden zich blauwe baldakijn
- Het onderste deel bestond uit het 2 verdiepingen tellende hoogaltaar.
- Plafondschildering van engelen

Vierzehnheiligen (Beieren) (door Johann Bathasar Neumann)
Vierzehnheiligen Bedevaartkerk bij Lichtenfels (Beieren) (1743-1772) (door Johann Bathasar Neumann):
- Kerk met vrije ruimte-indeling
- Perfecte synthese van plasticiteit (Barok) en lichtvoetigheid (Rococo)
- Originele combinatie van de axiale opzet met gecombineerd met centraalbouw.
- Altaar midden in schip, onder baldakijn, gedragen door kleine in ovaal opgestelde pilaren
- Kruisingkoepel met tamboer heeft plaats gemaakt voor ovale en ronde vormen om de indruk van de zwaarwichtigheid te vermijden.
- Christoph Dientzenhofers methode van de wederzijdse doordringing van gewelven werdt nog een stuk verder toegepast.
- Geen strenge monumentaliteit maar sfeer van blijheid door de met licht vervulde ruimte.

Meer:
Barokgewelven

Copyright: byWM