Posts tonen met het label geschiedenis. Alle posts tonen
Posts tonen met het label geschiedenis. Alle posts tonen

Geschiedenis van de staalbereiding

Ijzer in de Oudheid
IJzer wordt al meer dan 4000 jaar gebruikt voor diverse doeleinden. Het bereiden van kwalitatief hoogwaardig staal is eeuwenlang erg moeilijk geweest.

Het eerste door mensen vervaardigde ijzer werd omstreeks 1500 v. Chr. in Klein-Azië in laagovens gemaakt. Een tijdlang was deze techniek een zorgvuldig gekoesterd geheim van het Hettitische Rijk, maar na de val van dit rijk verspreidde deze metallurgische kennis zich betrekkelijk snel over grote delen van de Oude Wereld (IJzertijd).

Laagovens waren lage ovens, waarin om beurten lagen houtskool en ijzererts werden gestapeld. Met blaasbalgen werd daar voorverwarmde lucht doorheen geblazen, waarbij de houtskool ging branden en er onder meer koolmonoxide werd gevormd, dat het ijzer uit zijn oxiden vrijmaakte volgens de reactie:

Fe2O3+ 3CO of 2Fe + 3CO2

Daarbij werden slechts temperaturen bereikt lager dan het smeltpunt van ijzer. Dat had tot gevolg dat het ijzer niet gescheiden werd van de resten van het erts, de zogenaamde slak, en dat het ook weinig van de koolstof opnam. Het product was een buigzaam maar zacht, vrijwel koolstofloos ijzer met veel stukjes slak erin.

Om van dit zachte smeedijzer een harder kwaliteitsstaal te maken, moesten eerst met veel geduld de stukjes erts en slak uit het ijzer worden gehamerd. Vervolgens moest het hete ijzer dan gedurende lange tijd met houtskool in contact worden gebracht, zodat het voldoende koolstof kon absorberen. Het was moeilijk dit proces goed te beheersen, zodat staal vele eeuwen lang een zeer kostbaar product bleef.

Middeleeuwen
Pas veel later, in China omstreeks het begin van onze jaartelling, in Europa pas in de 15e eeuw, werd de hoogoven uitgevonden. Dit was een metershoge oven, die in principe op ongeveer dezelfde manier functioneerde als de laagoven, maar waarin wel een hogere temperatuur kon worden bereikt. Het ijzer kwam hierin wel tot smelten, zodat het gesmolten ijzer aan de voet van de oven kon worden afgetapt. Het ijzer was nu vrij van resten erts en slak, maar er was nu te veel koolstof in opgelost, namelijk ongeveer 4%, terwijl goed staal 0,5 tot 2% koolstof bevat. Het aldus verkregen gietijzer was wel zeer hard, maar ook broos. Dit was voor sommige toepassingen een geschikt materiaal, maar onbruikbaar voor bijvoorbeeld zwaarden en snel bewegende machineonderdelen.

Om hiervan goed staal te maken, moest het product lange tijd in hete toestand worden gehamerd, zodat het grootste deel van de koolstof aan de lucht kon verbranden. Dat was een zo omslachtig proces dat men vaak verkoos staal te bereiden uit smeedijzer dat in laagovens was geproduceerd. Kwalitatief hoogwaardig staal bleef dus een kostbaar product. Het ijzerverbruik steeg daarom niet ver boven het traditionele pre-industriële niveau van ongeveer 1 kilo per hoofd per jaar.

Heden
Pas de laatste 200 jaar is men door verbetering van het productieproces (bijvoorbeeld het Bessemerprocedé) erin geslaagd het ijzer betrekkelijk gemakkelijk te zuiveren tot een zodanig lager koolstofgehalte (minder dan 2%)  genoeg om te kunnen bewerken (bijvoorbeeld: walsen).

Andere verbeteringen van de afgelopen twee eeuwen:
men ging cokes gebruiken in plaats van houtskool, zodat grootschalige ijzerproductie geen aanslag meer deed op de bossen, maar wel een eerste aanzet was tot het grootschalig gebruik van fossiele brandstof.
door toegenomen kennis van de chemie leerde men welke stoffen men aan het erts moest toevoegen om ongewenste bestanddelen (bijvoorbeeld te veel zwavel of teveel fosfor) om te zetten in stoffen die zich met de slak vermengen, zodat het veel gemakkelijker werd om een kwalitatief hoogwaardig ijzer te vervaardigen.

De mogelijkheid om op goedkope wijze kwalitatief hoogwaardig staal te produceren, heeft het ijzerverbruik enorm doen stijgen (in veel ontwikkelde landen ongeveer 500 kilo per hoofd per jaar).

Meer over Ijzerconstructies en sterkteleer

Ludwig Mies van der Rohe (Architect) (Architecturale bouwstijlen in de geschiedenis)

Ludwig Mies van der Rohe 
(Maart 27, 1886 – Augustus 17, 1969) 
Ludwig Mies van der Rohe was een architect geboren in Duitsland. Hij was aanhanger van de nieuwe zakelijke richting. Hij werkte bij Peter Behrens en was president van de Deutsche Werkbund in 1926. Van 1930 tot 1933 was hij hoofd van het Bauhaus Dessau. Hij was architect voor de Duitse afdeling van de Internationale Tentoonstelling in Brussel en de tentoonstelling voor mijnindustrie in Berlijn (1934). Hij ging in 1938 naar Amerika. Hij heeft zich terzelfder tijd ontwikkeld als Le Corbusier een bekend Frans modern architect.

Zijn lijf-zin: 'less is more' (met minder meer doen, met minimum middelen een maximum resultaat bekomen)
Zuivere heldere structuren
Geen details

Aken Duitsland (1886):
- Grenst aan Duitsland, Nederland en België
- Mies van der Rohe heeft nooit naar architecten-school geweest
maar komt uit technische school en milieu
- Zijn vader was metselaar
- Ging eerst werken als ontwerper bij Stuco
Daarna in Berlijn bij architecten als Bruno Paul (meubelontwerper), heeft daar stage gelopen

Eerste bouwbedrijf en woning house richel gerealiseerd:
- Veredelde fermette
- Engelse architectuur: cottage style
- Gaat werken op bureau van Peter Berens (Le Corbusier):
- Duitse werkbund

A.E.G. gebouwen
- 1ste vorm van architectuur voor industrie
- Samen gerealiseerd met Peter Behrens
- Het imago van producten veranderen

Heeft in Nice Le Corbusier ontmoet waar hij invloeden overnam die hij nooit meer zal verlaten:

De schinkel shoule (school)
- Romantische traditie
- Neoclassicistische verwijzingen
- Monumentaal, zwaar, evenwichtig
- Extreme verfijning van de verhoudingen, mooi en juist
- Voorbeeld: Zuilen in eerste monument binnen schuin geplaatst, maar als je 1 stap binnen zet lijkt het alsof je op een muur kijkt, dit effect werd bekomen door de zuilen op 1 rij te zetten onder een bepaalde hoek met de voorgevel.

Beurs in Amsterdam (Berlage)
- Constructie zuiverheid
- Gotiek, middeleeuws
- Zoeken naar symbiose vorm en structuur

Pearl House (1911):
- Geeft wat weg van een Romeinse Villa (klassiek)

Muller, joods koppel in Nederland (project nooit gerealiseerd)
- nog meer verwijzingen naar Romeins en klassiek.

Wedstrijd: monument voor Bismark (1912)
- De opdrachtgever was een politieke grootheid in Duitsland.
- Op helling van een rots geplaatst
- Heeft de vorm van een cilinder en 2 balken

Cenotaaf van architect Boulet
Dit is een monument ter ere van Newton Isaak.
Het stelt een reproductie van de sterrenhemel voor (door kleine openingen in het dak).
- Halve bol
- Onrealiseerbaar project
- Extreem classicistische

Ludwig blijft bouwen in de Eerste Wereldoorlog (1914-1918):
- De oorlog slaat een diepe kloof die kunstenaars en architecten doen omzwaaien van gedachten.
- Hij sluit zich aan bij een novembergroep (groepering van kunstenaars) en houd zich bezig met de kunstwerken in Duitsland om die te laten wederopstaan.
Hierbij verwijst november naar revolutie na de oorlog.
Ludwig komt in contact met het expressionisme (terug te vinden in films, regisseur: Fred Slang).
De expressionisten beweerden dat ze de mensheid gingen veranderen door gebouwen helemaal uit glas te laten uitvoeren (teken van openheid en transparantie).

Prijsvraag: wolkenkrabber volledig uit glas
- Spel van schaduw verdwijnt maar werd vervangen door het breken van licht
- Expressie met 1 materiaal: glas
- Dubbelzinnigheid: hij wilde de indruk creëren het gebouw te doen verdwijnen maar zeer expressief

Tijdschrift
- Het hoofdthema van het tijdschrift gaat om tegenstrijdigheid van constructie en expressie.
- Hij wilde van functionaliteit naar kunst
- Ludwig wilde ze verengingen (maar hij worstelde daar mee zoals net zoals  Le Corbusier deed)
- Hij zocht naar andere ruimte, spiritualiteit, een andere mentale plaats

Breakhouse (nooit uitgevoerd project)
- Wanden staan haaks op elkaar
- Strak spel van lijnen
- Onstabiele ruimtelijkheid, dynamisch, naar buiten bewegend, betonnen stroken, conservatief
- Klassieke verwijzingen: massief, symmetrisch, verbreding tussen kolommen aan buitenkant.

Wijk in Frankfurt (1925)
- Voorstellingswijk waar ook Le Corbusier villa's heeft geplaatst.
- Met deze wijk moest het nieuwe bouwen worden aangetoond en gepromoot
- Ludwig heeft in dit gebouw de domino structuur van Le Corbusier overgenomen

Barçelona Paviljoen (1929-1930)
Met het Duitse paviljoen op de tentoonstelling in Barcelona van 1930 maakt Ludwig hier een gebouw die de synthese vormt van alle invloeden die hij heeft opgedaan.

Klassiek en moderne suprematisme:
- Vergelijking met schilderij met rechte lijntjes.
- Glazen of massieve wanden.
- Alles staat met elkaar verbonden, niets is afgeschermd.
- Zeer licht uitziend gebouw: het dak zou kunnen wegwaaien.
- Het gebouw zweeft bijna, weinig gevoel van stabiliteit.
- De draagstructuur is bijna niet te zien door het glas.

Klassieke elementen (bewust of niet bewust gedaan):
- Marmeren wanden (Carrara -wit- marmer en onyx -donkerbruin- marmer)
- Sokkel (niet rechthoekig maar steekt overal uit)
- Dak evenals de sokkel zon structuur
- Kolommen zijn kruiskolommen ontworpen door Mies van der Rohe:
- 2 I-liggers in gegalvaniseerd staal
- Het gebouw 'blinkt', dit is dubbele verdwijntruc, het spiegeleffect creëert een los effect.
- Het ontwerp bevat negatieve kolom ook wel de kruiskolommen genoemd, een uitvinding van Ludwig, dit om het gebouw er luchtig te doen uitzien, het is alsof het dak bijna op niets steunt.
- De verticale lijnen tonen slanker, dit verwijst naar de kolommen van de Grieken en Romeinen die ook verticale lijnen hebben.
- Er zijn bijna of geen details, geen aansluitingen: waar de kolom stopt, daar begint letterlijk het dak, waar het glas stopt daar begint de muur zonder dat je de aansluiting ziet.
- De gebruikte materialen en vlakken staan onafhankelijk van elkaar en toch aan elkaar.
- Het gebouw bevat een patio voorzien van een watervlak met marmeren wanden (een verwijzing naar het classicistische).

Meer over het Barçelona paviljoen vindt je hier

Barcelona stoelen (zetels)
- Stalen buizen en lederen bekleding
- Stelt een een zetel voor alsof het een stoel zou zijn van de Romeinen

Villa Tuggend Hatt (130) Tsjecho-Slowakije
- De textuur valt op omdat de details wegvallen
- Geen grenzen van de ruimtes > onvatbare ruimtes
- Kruiskolommen
- Klassiekere middelen
- Gelosterene ruimtes
- Halve cirkelboog in het midden zorg voor een verbreking centraal de villa
- Leefgedeelte is een gap uit het gebouw die een zwevend effect heeft

Mies van der Rohe directeur van Bouwhouse (1933)
- School van Avant-Garde kunst en cultuur
- Ze geven les en denken na over standaardisatie
Mies is een compromisfiguur die Avant-Garde en klassieke Duits trachtte te verenigen waarbij hij soms tot conflicten kwam waar hij een oplossing voor zocht.
Hij werkte met het fascisme en is daarna gevlucht naar Amerika voor het opkomende Naziregime.

Rijksbank (Berlijn):
- Symmetrisch
- Zuivere heldere structuur
- Gestandaardiseerd
- Werk voor machtige instellingen
- Less is more is hier meer dan ooit toegepast
- Ging op de vlucht voor Naziregime naar Amerika (1937) waar hij zich voor de rest van zijn leven in  Chicago verbleef. Daar richtte hij een Mies school op die behoorlijk klassieke scholing gaf

Instituut AAT:
- Perfect symmetrisch uitgevoerd
- Classicisme komt meer en meer naar boven
- Geen structuur, surrealistisch, abstract

Alumnihal (1954):
- Structuur wordt zichtbaar in gevel
- Ze gaan de gevel indelen met glas en metselwerk opgevuld
- Kolommen lijken niet op de grond te rusten
- Mies is ook bezig met Gehel een filosoof
- Uitdrukking: de wil van de tijd in ruimte omgezet
- Mies houdt zich dan voornamelijk bezig met deze uitdrukking uit te voeren in zijn bouwwerken
- Voor hem is dit technologie en techniek waarmee de mens zich uit
- Hij accentueert de hoeken van de gebouwen door ze zeer zichtbaar bijna overdreven te chafrijneren
- Sokkels, gevel ingedeeld op basis van I-profielen, draag-tructuur
- Ophanging: naar buiten (zowel een structureel als vormelijk element)

Nog enkele criteria waar Ludwig Mies van der Rohe zich mee bezig hield:
- Hij houdt zich ook bezig met de monumentalisering van de techniek
- Gebouwen overspanning in 1 geheel als vormelijk element

Andere belangrijke realisaties van Ludwig Mies van der RoheWeissenhof Siedlung in Stuttgart (1927).
Illinois Institute of Technology, samen met Holabird en Root on Chicago (1943).
Lake Shore Drive Apartments, hoge woonhuizen met staalskeletten van 26 verdiepingen, bijna geheel van glas in Chicago.
Promoting Apartment Building (1949) in Chicago.
Ontwerp voor een theater in Mannheim (1953).
Besproken projecten van Ludwig Mies van der Rohe vindt je terug op:
De triomf van de moderne architectuur (1945-Heden)

Bouwstijlen:
Inleiding
Barok en Rococo (1600-1780)

Rem Koolhaas van OMA (architectenbureau) (Architecturale bouwstijlen in de geschiedenis)

Architect Rem Koolhaas (OMA)
De hoofdarchitect en schrijver van het architectenbureau OMA is Rem Kolaas. Een Nederlander die zicht vooral bezig hield met het schrijven over de theorie van de architectuur en hoe het ontwerpen in zijn werk gaat. Rem Kolaas was eerst bekent als schrijver en daarna als architect. Zijn eerste boek ging vooral over de analyse van New-York (manifest van het verleden).

Villa Holland (jaren 80)
Rem Kolaas bouwde in het begin vooral villa's zoals Villa Holland in opdracht van een rijke Nederland. Hij kreeg daarvoor een perceel van 1 km² ter beschikking, de eigenaar had alles rondom 1 km opgekocht omdat hij een rustige ligging wilde. Deze villa werdt opgericht in de jaren 80, een tijd waarin stedenbouw zeer nihil werdt en er veel oude gebouwen terug werden herbouw (reconstrutie van vroeger). Het ontwerp van de villa was vooral lineair. Doordat hij rijk was zag het architectenbureau de kans om eens iets nieuws uit te proberen in plaats van de gewone villa's.
De architect wilde Avant-Garde architectuur uitproberen met zijn villa's. En dit kon hij perfect doen met deze grote villa want er waren nogal tegenstrijdige wensen van de bouwheer en zijn vrouw. Zo wou hij een glazen gebouw en zijn vrouw een zwembad op het dak, dit zijn echter tegenstrijdige elementen. De bouwheer hield niet van rommel en opruimen: dus alles moest zorgvuldig kunnen worden opgeborgen. Vrouw en man moesten kunnen apart leven, dus wilden ze 2 huizen in 1.

Er waren veel verwijzingen naar de ontwerpen van architect Le Corbusier (Le Corbusiaans gebouwd)
Het gebouw was voorzien van veel glas, was vrij zwaar, massief maar toch zwevend. Het bureau werdt op een lift geplaatst waarmee hij naar boeken kon zoeken die rondom in de wanden werden verwerkt en over 3 verdiepen werden verspreid (de lift stond centraal).

Met een maquette zetten ze verschillende functies rond en op een lege balk die absoluut vrij moest blijven. Alles moest kunnen worden weggestoken.
Het eerste ontwerp was te saai zo werdt de maquette herwerkt tot een andere constructie (hiervoor was veel geld nodig). Een aantal problemen bij het ontwerp waren: te veel circulatie en te veel open ruimtes. De oplossing hiervoor? Opvullen met kasten om alle rommel in op te bergen.
Het ontwerp werdt dan toch niet gebouw als villa maar diende dan als ontwerp voor een concertgebouw in Porto. Het ontwerp was beter geschikt voor een concertgebouw dan voor een villa. Het werdt een venster op de stad. Zo staat het gebouw in het midden met daarrond groen (het tegenovergestelde van een normale stad waar groen aan de binnenkant staat met daarrond de huizen.

OMA gaat meer om met techniek dan Le Corbusier die zich meer bezig hield met kunst en structuur.
OMA creëert iets onzuiverdere structuren.

Casa da Musica (Porto, Portugal) 2004
Casa da MúsicaPorto (Portugal) (2004)
Dit is een project rond de schoendoos (shoebox) en diende als concertgebouw in Porto (Portugal).
Het werdt een gebouw met een ontwerp lijkende op een schoendoos. Vele mensen dachten dat het erom gedaan was dat het gat in dit gebouw overeenkwam met een schoendoos. Het was alsof OMA rond het thema van de schoendoos gewerkt hadden maar dit was niet zo.

Het ontwerp is rechthoek en is dus beter voor de akoestiek, het diende zelfs uitstekend daarvoor.
Eerst werden de ruimtes geschetst. Daarna werden de ruimtes met de zelfde soort functies samengenomen en waar nodig de relatie getrokken tussen de ruimtes die aan elkaar moesten gelinkt worden. De ruimtes werden gegroepeerd volgens functie en met elkaar verbonden in een bepaalde logica volgens gebruik (dit volgens de noden van de bezoekers, artiesten en bediening).

Inleiding

Bouwstijlen:
Barok en Rococo (1600-1780)

Le Corbusier (Archictect) (Architecturale bouwstijlen in de geschiedenis)

Architect: Le Corbusier
Besproken projecten van Le Corbusier vindt je terug op:
De triomf van de moderne architectuur (1945-Heden)

- Eerst moderne ontwerper
- Evolutie in architectuur
- Eerste modernist

Zijn bouwwerken en ontwerpen stonden voor:
- Gelijkheid
- Functionaliteit
- Het nieuwe en vernieuwing

Franse en Industriële Revolutie (begin 20ste eeuw, eind 19de eeuw):
- Burgerij neemt de macht, handelaars, industrie-bazen zijn niet langer meer de adel.
- Meer en nieuwere ontwikkelingen in alle aspecten
- Welvaart door kolonisatie
- Bazen van fabrikanten en berdrijven hebben geld en dus ook de macht

Inspiratie en achtergrondinformatie:
Le Corbusier was afkomstig uit Shoo, Zwitserland.
Zijn moeder was kunstenaar en muzikant.
Zijn vader was horlogemaker die precisie en techniek moest combineren.
De stad waar Le Corbusier zijn jeugd in doorbracht was afgebrand.
Hierdoor denkt hij over stedelijkheid en de indeling daarvan (huizen, groen, industrie moest volgens hem gescheiden worden).
Le Corbusier heeft nooit architecturale opleiding gehad.
Hij kwam in contact met architectuur door een medestudent: Joebitch.

Chappelle Notre Dame du Haut
(Ranchamp, Frankrijk)
Meer foto's
Chapelle Notre Dame du Haut (Ronchamp, Frankrijk):
- Dit gebouw stelt een kerk voor
- Heeft geen enkel recht stuk
- Ziet er organisch uit
- Binnenin is er een lichtspectakel
- Meer foto's kun je vinden op Photographs by WM

Villa La Fallet (1905):
- Beïnvloed door Joebitch stijl.
- De tekeningen die hij in zijn jeugd tekende zijn nu verwerkt in de muren (grafische patronen).
- Het is een vrij klassiek gebouw, uit hout en een Zwitsers dak.
- De raamkozijn vrij raar ingedeeld.

Art Nouveaux (Frankrijk), Arts & Craft (Engeland) (Eind 19de eeuw):
- Ijzer, glas, organisch, bloemen, behangpapier, hout en staal
- Niet betaalbaar voor de gewone burgerij.
- Alles aan het gebouw is vakmanscha, dit was een reactie op de industrialisatie, het betekende in zekere in een terug keer naar de ambacht.

Klassiek → Art Nouveau → Modern

Reizen van Le Corbusier:

Italië:
- Klassieke invloeden
- Schetste alle gebouwen die hij zag (veelal het interieur).
- Door te tekenen kon hij alles beter registreren in tegenstelling tot een foto.
- Hij zocht het evenwicht tussen gemeenschap en architectuur.

Parijs: (1907 1908)
- Ontmoeting Tommy Garnier (1ste moderne Neoklassieke Stedenbouwkundige)
- Won een prijs naar Rome voor een utopisch ontwerp voor een stad.
- Situering van groen, industrie, woningen moest onderscheiden zijn van elkaar.
- Van 1 type woning bouwde hij een hele stad of wijk, dit stond in teken van gelijkheid.

Duitsland:
Onderzoek over de bouw en architectuur technologieën
Ontmoeting Peter Berens
Duitse producten begin 20ste eeuw niet degelijk (het slechte imago van Duitsland)
Mensen wilden terug ambachtelijke kwaliteit van de producten
Hij wilde stijl geven aan hoogwaardige fabrieksgebouwen
Zoals AEG (elektriciteitsproducten)
Grote glasoppervlaktes, vrij klassiek en geaccentueerde hoeken

Balkan en Griekenland:
Hij ambitieerd de Griekse architectuur
Machinearchitectuur (metafoor met machine), strengheid

Terugkeer naar Choo (1913)
Le Corbusier keer in 1913 terug naar Choo en vestigt zich er als Architect.
Hij specialiseert zich in gewapend beton en ontwikkeld het Domino-effect.
Bij het Domino-effect kan alles aan elkaar geschakeld worden. Hebben de ontwerpen kolommen als dragende basis en is er een betonnen vloerplaat en een betonnen trap voorzien.

Maison Domino (1915)
Dit is een project waarin er meer glas en minder versiering is in voorzien. De gevel werd er naakt gelaten en er werden gewapende betonkolommen gebruikt.
Dit is het tegenovergestelde van Villa La Fallet.
Het huis lijkt op de Romeinse villa's die ontworpen zijn door mr. Palladia. Hierbij word er verwezen naar de klassieke elementen die voorkomen bij de Grieken en Romeinen:
- Dakrand als een bekroning
- Zuilen
- Lijf
- Sokkel (benedenverdieping)
- Symmetrie

NA DE OORLOG:

Na de oorlog gaat Le Corbusier als fabrieksleider in Parijs werken
Hij ontmoet er Amed Mousenfant, een dichter en surialist.
Le corbusier, die schilder en schrijver over de architectuur is start samen met Amed Mousenfant een eigen beweging op: het purisme (een abstracte, elementaire schilderkunst).


Boeken en tijdschriften:

Zijn eerste werk was getiteld: 'Wat is architectuur en stedenbouw':
Dit was een zeer theoretisch geschreven boek over architectuur en stedenbouw.

'L'Esprit nouveau' (vertaald: 'De Nieuw Geest'):
In dit tijdschrift gaat het vooral over: cultuur, kunst, literatuur, poëzie en architectuur. Maar ook over wat zijn plannen, hoe moet je volumes creëren en hoe moet je omgaan met licht.
Deze uitgave kwam er in samenwerking met Le Pierre Jadri (een neef van Le Corbusier).
Zijn teksten gaan de wereld rond omdat ze onderwijzend en verlichtend zijn.
Het had soms iets ironisch in die zin dat hij architecten wilde aantonen hoe architect wel moest zijn.

Verre Un Architecture (vertaald: 'Naar een architectuur')
De basis voor dit boek was kunst en functionaliteit. Waarbij Le Corbusier deze twee mooi wist te verenigen met elkaar in deze publicatie. Er ontstonden hierdoor problemen die moesten worden opgelost. Architectuur moest voor hem dan ook geometrie hebben met een spel van volumes en licht.


Stedenbouwkundige projecten:

Le Salon d'Oton (1925) (eerste grote stedenboukundige project van Le Corbusier)
Dit is een stedenbouwkundige stad die hedendaags werd ontworpen met 3 miljoen inwoners.
Alles werd gescheiden en gerationaliseerd. Zo werd de handelswijk, de woonwijk, industrie, groen, verkeer en wegen, werk en arbeid en industrie van elkaar gescheiden. Alles is er opgedeeld in bouwblokken, in een cellenstructuur zoals bij de klassieke Romeinen).
De stad wordt van nul opgebouwd zonder enige verwijzingen naar de geschiedenis. In die periode werd er vooral gekeken naar de toekomst, ook mentaal.

Maar er waren een paar keerzijden aan deze medialle:
Je woont te geïsoleerd en er is te veel groen.
De architecten dachten en zijden hoe een stad moest zijn maar ze dachten verkeerd want zo doden ze de stad omdat er niets meer aan te veranderen valt.
De mensen kiezen hoe ze de stad wilden indelen (wat ze nu niet meer konden doen)
Architecten (modernisten) dachten architectuur te maken maar de mensen maakten de architectuur
Hoofdzakelijk is modernisme is ontstaan door problemen met overbevolking.
Zo moderniseerden architecten alles, ze zochten en gaven een oplossing maar helaas had deze ook nadelen. Ze wilden zon, zicht en lucht vergroten waardoor ze appartementsgebouwen moesten plaatsen. Zo werden mensen letterlijke samengepropt in meerdere appartementsgebouwen die dan nog helemaal identiek zijn om zo het ideaal van de stad te kunnen verwezenlijken.

Ville Gradieuze (tweede grote project)

Plan Voisin, woonwijk Pessac (derde grote project)
Dit werdt een synthese van zijn weg. Hiervoor gebruikte hij compositie systemen dat hij onderzocht.
Hij onderschijde 5 types:
Type 1: Le Corbusier compositie
Type 2: gemakkelijke compositie
Type 3: subtractief concept vertrekt vanuit een balk
Type 4: structuur als buitenelement (soort terassenbouw als eindresultaat)
Type 5: combinatie van alle voorgaande structuren, systemen en composities (moeilijkst)


Villa's:

Villa La Roche (Jeannaert van Parijs)
Er wordt met veel licht gespeeld en het was abstract. Hij wilde een reëel gebouw creëren zonder hoekjes en kantjes noch krulletjes. Alleen het functionele bleef over.
Het is was iets totaal nieuws en universeel.

In dit project liet Le Corbusier zich beïnvloeden door de Oostenrijkse Architect Adolf Hores.
Architect Adolf Hores schreef over 'ornament en misdaad'.
Er was het idee om evenwicht te creeëren:
- Welke orde is het meest gepast in welk gebouw
- Loskoppelen van mens en natuur
- Ornament is opsmuk want het heeft zijn invloed verloren

5 paradigma's
Dit project bevatte grote vensters die je kan plaatsen waar je wilt, je kan kiezen hoe groot en waar je ze wilt. Je kon met de ramen spelen doordat het gebouw een betonnen geraamte had van kolommen en liggers. De ramen werden geplaatst in de lengte, bijna zonder tussenschotten, zo creëer je een panorama
woning die op kolommen staat.
Het dak wordt gebruikt als dakterras (daktuin)
In dit gebouw kan je wanden plaatsen waar je maar wil zo konden er telkens weer vormen gerealiseerd worden naar de zin van de eigenaar. Je kan het huis telkens opnieuw inrichten in functie van de nieuwe noden van het gezin. Het gebouw komt veel warmer over aan de binnenkant dan aan de buitenkant.
Het plan werd ontworpen vanuit bewegingen. Hierbij was circulatie heel belangrijk, zo waren er 3 trappen.
Keerzijde van de medaille:
De mensen vonden het gebouw een schandaal en weigerden er een water-aansluiting te voorzien.

Type citroen
Dit moest een soort doorlopend groen voorstellen. Met een omkering van het klassieke model omdat men in die tijd de wijken waarin ook het gebouw lag restaureerde naar het klassieke model. Dit gebouw was zo gevormd als soort tegenreactie op het klassieke model.

Pavillion desprit nouveau (op de wereldtentoonstelling expositie van decoratieve kunsten)
Het gebouw straalde eenheid uit door zijn abstracte, witte kubus.
Dit was een duplex met een soort van hoge dubbele leefruimte.
Het bevatte abstracte maar ook gewone klassieke elementen (bv. een klassieke Engelse zetel)
In dit gebouw streeft Le Corbusier naar evenwicht tussen objecten en heel geplaatst gericht na.

Plan Voisin (centrum Parijs)
Alles weg behalve paleis laat hij staan

Villa Gorche (Stein le Mandi)
Dit is een Type 2 gebouw met lange ramen. Je ziet de rijen kolommen duidelijk zichtbaar en het heeft heer veel vergelijkingen met villa Romino Palation.

Villa Savaye
Dit een een Type 3 gebouw. Het is een omkering van het vorige waar de structuur nu naar buiten is getrokken. Het bestaat uit 3 delen en pilaren. De open ruimte onderaan zweeft als het ware.
De vormen zijn zuiverder en het bevatte vensters met panoramisch zicht. Er witte kleuren en veel glas gebruikt. Het bevatte tevens een dakterras. Le Corbusier speelt met de positionering van de kolommen.
Onderaan is er volume die groen geschilderd is waar het personeel werkt.
Hij koos voor het roene kleur om dat de achtergrond ook groen is, zo bevorderd hij het effect dat het gebouw zweeft.
Hij refereerde naar de barok paleizen: de auto's worden net als vroeger bij de paarden tot aan de ingang gereden om de mensen af te zetten en vervolgens rijdt de auto verder de garage in. Dit alles gebeurt in een cirkel rond het gebouw

Een dubbele circulatie:
o Snelle circulatie via trap naar beneden
o Trage circulatie via hellend vlak verspreid over 3 verdiepingen

Kolommen staan soms vrij in het huis en er ware wanden waardoor je kunt kijken.
Le Corbusier gebruikt felle kleuren om strategische ruimten te benadrukken en dingen van elkaar te onderscheiden zo werden de deuren in allemaal andere felle kleuren geschilderd.

De triomf van de moderne architectuur (1945-Heden) (Architecturale bouwstijlen in de geschiedenis)

Moderne architectuur = vrijheid
- Het einde van de 2de wereld oorlog werd een beslissende fase voor de moderne architectuur.
- Veel belangrijke vertegenwoordigers van de moderne architectuur zijn naar de V.S. gevlucht.
- De V.S. was van verwoestingen gespaard gebleven en werdt het rijkste en modernste land ter wereld.
- In de naoorlogse Sovjetunie kwam een vergelijkbare Neoclassisitsiche stijl als in Nazi-Duitsland op gang
- In de Westerse Wereld kregen logge, monumentale, historiserende en niet-moderne architectuur een slechte stempel van achterhaald.
- Bouwopdrachten van de overheid en grote ondernemingen werden uitgevoerd in de moderne bouwtrent.
- Het rationalisme was met zijn ingehouden kleuren en vormen, zijn lichtheid en transparantie, dynamiek en asymmetrie het symbool van vooruitgang, vrijheid en democratie geworden.

(March 27, 1886 – August 17, 1969) 
Ludwig Mies van der Rohe:
- Ging naar V.S. en bouwde er zakenpanden.
- Mies van der Rohe legde de pure vorm bloot door alle ornamentiek te verwijderen 'les is more'.
- Zo eenvoudig mogelijk, koste wat het kost.
- Alleen rechte lijnen en rechte hoeken.
- Geen versieringen.
- Geen kleuren buiten de natuurlijke kleuren van de gebruikte materialen zelf.
- De structuur van de façade was uitsluitend bepaald door de functie ervan en de constructie zelf.
- De gebouwen va Mies van de Rohe waren voornamelijk ontworpen in een raster-vorm, omsloten in een dragend skelet. Dit principe werd ook toegepast op de ramen, hun stijlen dienden als dragend skelet.
- Er ontstond afwisseling en beweging door bepaalde onderdelen te blinderen met bijvoorbeeld gordijnen of het afscheiden van ruimtes met denkbeeldige lijnen.

Torenflat in Chicago (door Ludwig Mies van der Rohe):
- De torenflat is helemaal met glazen huid overtrokken torenflat.
- Dit gebouw werdt 30 jaar geleden bij een prijsaanvraag voor een hoogbouwproject in Berlijn op papier gezet.

The Lake Shore Apartments (Chicago) tijdens de constructie in 1949
Lake Shore Drive Apartments, Chicago, 1949-1951 (door Ludwig Mies van der Rohe):
- bestaat uit 2 torens (vierkant grondvlak)
- In rechte hoek ten opzicht van elkaar geplaatst
- Door stalen skelet gedragen
- Buitenkant: voorgeplaatste, hangende glazen gordijngevel (volkomen identieke vensters ter hoogte van een hele verdieping)
- De standaard I-liggers lopen door tot de loodrechte bevestigingsstroken tussen 2 vensters en dekken deze af.
- De samen met de uit de façade te voorschijn komende stalen steunen zorgen voor een verticale geleding, terwijl de plafonds de horizontale elementen vormen.
- De steunen staan vrij op de begane grond.
- Entreehal (langs heel de voorgevel) iets naar achter gebracht.
- Specifieke karakter skeletbouw: massa wordt door paar steunen gedragen.
- Radicaal modern ontwerp: De uiterlijke vorm werdt teruggebracht tot 2 overeind gezette blokken. De niet dragende façade werd geheel vervangen door glas.

Seagram Building (New York) (door Philip Johnson en Ludwig Mies van der Rohe):
- De hoogbouwvisie werdt hier toegepast op een kantoorgebouw.
- Het basis-ontwerp komt voort vanuit een vierkant prisma
- Het raamwerk van de gordijngevel is met brons bekleed maar in een bronskleurig getint glas is verwerkt. getint
- Het geheel bestaat uit een gelijkmatig raster dat een ondoorzichtige spiegelende façade weergeeft.
- Je kunt het gebouw nog het best vergelijken met een gigantisch monoliet.
- Ademt koele elegantie, ongenaaktbaarheid en verhevenheid uit.
- Doordat dit project achter de rooilijn diende geplaatst te worden (volgens de New-Yorkse bouwschriften) werdt gekozen om een niet verjongende gevel te voorzien in dit gebouw.
- Het podium is met graniet betegeld waarop 2 fonteinbekkens de entree flankeerden.
- Het gebouw weerspiegeld de stad New-York en toch komt de glazen zuil over als een gesloten vorm die nauwelijks met de stad communiceert.
- De monochrome façade van brons en getemperde thermobeglazing straalt rust uit.
- Met dit eerste zakenpand, ontworpen door Mies van de Rohe, maakte dit gebouw, met voorbeeldige technische oplossingen en luxueuze materialen, reclame voor zijn opdrachtgever en zijn architect.
- Het plein voor de ingang voorziet de elegante wolkenkrabber van een visueel tegenwicht en ontneemt de indruk van zwaarte bij het volume.

Een schone lei, eigenschappen van moderne architectuur:
- Nieuwe gebouwen beantwoorden aan een economische noodzaak (zeker de woningbouw).
- Na de ergste oorlog ging het er nu om om miljoenen mensen in de kortst mogelijke tijd weer een dak boven het hoofd te geven.
- Architecten en stedenbouwkundigen hadden altijd al gedroomd om de oude stad af te breken en een nieuwe te bouwen.
- Van overal werden grootse plannen ingediend.
- Alles zou na deze grote oorlog er heel anders uit zien en veel beter worden.
- Le corbusier kreeg in Marseille de kans zijn droom van een wooneenheid te verwezenlijken.
- In de moderne tijd, die zoveel veranderd had, moest het wonen helemaal ook helemaal veranderd worden.
- Meer nuttige ruimte op een kleiner grondvlak, zo bleef er meer ruimte over. Dit leidde tot een grote collectivisering van het wonen en leven.
- Het idee van een ‘woonmachine’ kunstmatig geschapen, door de mens tot in detail geplande wereld moest wel beter zijn dan de op natuurlijke willekeurige wijze gegroeide woning.

Le Modulor van Architect Le Corbusier
Le Corbusier (Architect) gebruikte daarvoor zijn proportioneringssysteem → de Modulor:
- Gemiddelde menslengte 175 cm
- Bouwt voor op klassieke harmoniesysteem van Gulden Snede
- Berekende ideale hoogte van 226 cm
- Verdiepingen van verschillende snit werden kruiselings over elkaar in het reusachtige staalgeraamte van de Marseillaanse Unité geschoven
- Halverwege de hoogte loopt een 2 verdieping hoge winkelpromenade door de volle 135 meter lengte van het gebouw dat beschikte over kleuterschool, zalencentrum, restaurant, waskeuken, daktuin, met speeltoestellen, gymlokaal
- Ander Unités in Nantes, Berlijn, Brie-La-Forêt

- Enorme dwarsgelegde langwerpige blokken van gewapend beton verrezen binnen korte tijd ook overal buiten Frankrijk
- De zware schaduw-elementen die in de façade van het marseille-flatgebouw de woningen tegen de zuidelijke zon moesten beschermen doken overal op
-Kleuren van de balkwanden door le corbusier zelf assymetrisch geranschikt deden gevels verlevendigen
- Kenzo tange verspreide Le Corbusiers stijl tot in Japan
- Nauwelijks ene grote Europese stad bereid een dergelijke radicale stap te zetten, woningnood was te groot of wederopbouw was al te ver gevorderd
- In binnensteden: grootschalige herschikking met vele vrije ruimte financieel niet meer haalbaar
- Ontwikkelingslanden die de toekomst hoopvol tegemoet zag, waren nog het meest in de grandioze stadsconcepten geinterreseerd en durfde verder te kijken dan de nieuwbouw van woonwijken ter grootte van een kleine stad
- Ontstaan Chandigarh en Brasilia

Brasilia
- bevond zich exact op het middelpunt van het land
- Indeling naar functies (scheiding van verkeer)
- Geheel kunstmatige betonwereld
- Symoboliek, grondplan vorm van vliegtuig: dynamisch teken van vooruitgang. De snelheid waarmee Brazilië op een gelukkige toekomst afstevende
- Monumentale indruk versterkt door een strenge symmetrie

Unité d’Habitation (Marseille 1945-1952) (Le Corbusier)
Unité d’Habitation, Marseille 1945-1952 (door Le Corbusier):
- Systeem van collectief wonen
- Verzet zich tegen ontstedelijking (de waan van de eengezinswoning)
- Hij bepleitte juist de wolkenkrabber als geïntegreerde stedenbouwkundige eenheid
- Met nauwkeurig omschreven functies te vervullen en een nauwkeurig afgebakende plaats in te nemen
- Droom van de tuinstad kan gerealiseerd worden door aan de voet van elke flat voldoende ruimte te voorzien voor uitgebreide groenvoorzieningen
- Dakterras, sportvoorzieningen, crèche, winkels, dokter, waskeuken


Inleiding

Bouwstijlen:
Barok en Rococo (1600-1780)

Internationale stijl of rationalisme (1920-1945) (Architecturale bouwstijlen in de geschiedenis)

Geluk is maakbaar:
- volkshuisvesting voor architecten een even nieuwe opgave als voor hun opdrachtgevers
- gemeenten deden de opdrachten in Duitsland en Oostenrijk (via woningbouwcorporatie in handen van gemeenten of vakbonden, door de overheid gesubsidieerd)
- arbeidswoonwijken als voorproefje stedenbouwkundige ontwikkelingen
- geen genoegen meer met ontwerpen van representatieve stedelijke locaties
- stad werdt volgens rationele, wetenschappelijke inzichten vorm gegeven
- nauwe band tussen moderne architecten (zagen zich als kunstenaars met sociale verantwoordelijkheid) en linkse politiek.
- Men geloofde in de maakbaarheid van het geluk
- Grootst mogelijke sturing van staatwege, op basis van de juiste wetenschappelijke grondslag leide tot een Nieuwe Wereld
- Beide kampen zochten heil in radicaal herbegin (beiden faalden)

Le Corbusier (Arch.):
- Woordvoerder modernisme
- Vershillende stedenbouwkundige projecten
- Kon teruggrijpen op de Cité Industrielle:
 -- > blauwdruk van Tony Garnier
 -- > industriestad van 35000 inwoners
 -- > tot in detail uitgewerkt: bodemgebruik, zelfvoorzienende stadseconomie, industriële vormgeving gebouwen
- de stad:
 -- > was al lang geen orgnische eenheid meer rond marktplein, kerk en raadhus maar een metropool die in een groeiproces van steeds meer ruimte bezit en in afzonderlijke agglomeraties uiteengevallen was
 -- > systeem van eenheden geworden door verkeersaders met elkaar verbonden· 
- daartegenover stelde het document de opdeling van de stad in haar respectievelijke functies
 -- > wonen
 -- > besturen
 -- > productie
 -- > consumptie
 -- > vrije tijd
- Verwekelijking van dit concept na WOII en de demontage van de historisch gegroeide, chaotische structuren bleek echter dat grote delen van de steden verpauperden met soms slopen tot gevolg.

Een open grondplan voor een open maatschappij:
- kenmerkend rationalistische gebouwen: open grondplan
- vertonen, open, in elkaar overgaande ruimtes
- vloeiende opeenvolging van ruimtes die de gebruiker zelf kon indelen
- aangezien skeletbouw alleen steunen en geen dragende muren vereisten
- stad was voortzetting verlvloeiende ruimte en loste op in huizenrijen en vrijstaande gebouwen: open stadsplattegrond (had met verloop van de straten nauwelijks nog iets te maken)
- aaneenrijen van woongebouwen langs uitvalswegen moet verboden worden
- openheid ging gepaard met licht, lucht en zon
- Le Corbusier progagandeerde het plaatsen van huizen op dunne steunen (pilotis)
 -- >  ruimtes komen buiten bereik van bodemvocht, krijgen licht en lucht
 -- >  tuin loopt door onder gebouw
 -- >  platte daken als daktuin: terugwinnen bebouwde oppervlak
- rationalisme koos voor radicale, nieuwe, naakte, koele elegantie
- kwaliteiten die Mies van der Rohe in het Duitse Paviljoen (wereldtentoonstelling barcelona,1929) perfect tot uitdrukking bracht

Mies van de Rohe:
Ging na overname van Bauhaus aan woningbouw doen.
Tugendhat-Huis, Brunn (door Ludwig Mies van de Rohe):
- open grondplan van binnen als buitenruimte komt overeen met de positie van de mens in de moderne wereld
- geen vastomlijnend wereldbeeld meer
- geen maatschappijvorm waarbinnen iedereen een vaste plaats toegewezen kreeg
- gezichtspunt ten opzichte van de gebouwen staat niet meer vast
- Het gebouw krijgt vanuit verschillende gezichtspunten telkens weer een andere aanblik. Dit is een uitdrukking van plurialism.

Duitse Paviljoen wereldtentoonstelling Barcelona (1929) (door Ludwig Mies van de Rohe):
Duitse Paviljoen wereldtentoonstelling Barcelona (1929)
door Ludwig Mies van de Rohe
- Vocabulaire van de architectuur, als ware het een gedicht over haar mogelijkheden
- Wandplaten van roodachtig marmer en glanzend onyx, niet-dragend onder de grote plafondplaat geschoven, worden abstracte uitdrukkingsmiddelen
- Pijlers (kruiskolommen) van verchroomd staal staan vrij
- Weerkaatsingsspel van lichten op het gladde steen en metaal neemt in de 2 waterbassins een horizontale wending
- Binnen en buitenruimte gaan harmonisch in elkaar over
- Legendarisch voorbeeld van de helderheid van het rationalisme
- Inmiddels gereconstrueerd
- Weidse ritme van zijn ruimtes verleidt tot meditatie in en bevrijdende, pure architectuur


Inleiding

Bouwstijlen:
Barok en Rococo (1600-1780)

Art-Nouveau: het zoeken naar een nieuwe vorm via de natuur (1890-1925) (Architecturale bouwstijlen in de geschiedenis)

Nadruk op het materiaal:
- architecten en kunstenaars zochten uitweg uit het verstarde historisme
- bezinning op de natuur scheen veelbelovend
- motieven uit plantenwereld
- vloeiende vormen (ranken, stromend water, lang, golvend vrouwenhaar)
- Duistland: Jugendstil genoemd (verwees naar de jeugdigheid van het nieuwe denken)
- Oostenrijk: Sezessionsstil (afscheiding heersende kunstopvatting en vormentaal)
- Engeland: Modern Style
- Italie: Stile Liberty
- België en Frankrijk: Art Nouveau
- bijzondere aan stijl: sterk individualistische, op kunstnijverheid gerichte karakter dat alle uitingen afhankelijk maakt van de persoonlijkheid van de kunstenaar
- in de beperking tot de pure decoratie doet de stijl weliswaar aan het historisme denken
- de Jugendstil droeg het moderne streven naar materiaal- en doelgerichte vormgeving al in zich
- Belangrijker dan concrete vormen van art-nouveau waren mentaliteit en theoretische verkenningen: beginpunt moderne vormgeving
- Dynamiek door nadruk op lineariteit keerde terug (zie omhoogstrevende vormen van de Gotiek)
- Historische architectuur was massief, zwaar en statisch
- Nu: vloeiend, bewogen, gracieus en vluchtig aangestipt
- In een tijd van versnelling (verkeer, communicatie, beeld en film)
- Streven naar eerbied voor materiaal
- Bouwstoffen dienden overeenkomstig hun natuurlijke eigenschappen behandeld en tot gelding gebracht te worden
- Estetische moest van het materiaal en constructie en functie uitgaan
- Jugendstil-kunstenaar Henry van de Velde: Architectuur bestaat erin de constructie te ondersteunen en naar de constructie-middelen te verwijzen, anderzijds dient zij door het spel van licht en schaduw leven te brengen in een ruimte die anders te gelijkmatig verlicht zou zijn
- Vloeiende lijnen goed te realiseren met ijzer (buigen, bundelen, stuiken) vb. Hector Guimards → toegang metro van Parijs (1900)
- ijzer vroeger steeds achter steen, stucwerk of hout verborgen
- nu voor het eerst om binnenruimtes vorm te geven vb. Victor Horta (1893) → revolutionaire vormgeving van het trappenhuis Brusselse Tasselhuis
- vroeger → constructie verborgen achter uiterlijke vorm
- nu → constructieve structuur zichtbaar en daaruit kwam ook de decoratie voort
- geraamte ijzeren en stalen draagbalken kwam bij de meest vooruitstrevende bouwwerken ook in de façade aan het licht volgens patroon van dwarsbalken en steunen opengebroken en met glaspartijen opgevuld
- tot dan toe enkel toegepast bij bruggen, kassen, bibliotheken, stationkappen, fabrieken nu ook bij woningbouw
- het ging niet slechts om een herijking van de decoratie of van de conceptie van een gebouw, het ging op de omgeving van de gehele wereld, die men zowel in letterlijke als figuurlijke zijn opnieuw wilde bouwen, men meende te beschikken over de technische middelen daarvoor
- architecten kwamen tot de overtuiging dat het verkeerd was van de middeleeuwen te dromen, machines als de wortel van alle kwaad te beschouwen en op traditionele, ambachtelijke wijze te willen produceren. Immers wie de wereld opnieuw wilde vormen moest voor de machine ontwerpen zodat de waren in grote hoeveelheden en tegen lage prijzen onder de massa verspreid konden worden.
- In Duitsland verenigden zich kunstenaars, handwerkslieden, geleerden en ondernemers in de Deutsche Werkbund:
 --> Economisch gewin
 --> Goed vormgegeven 
 --> Kwalitatief hoogwaardige en door vakmensen geprezen producten waren beter te verkopen
 --> Goede vorm van meubels, appartementen en huizen
 --> Wat recht doet aan materiaal en functie is waar, dus goed, dus mooi

La Sagrada Familia, ontwerp uit 1930
Antonio Gaudi y Cornet:
- was van Catalonië
- nam aparte plaats in binnen deze beweging
- in plaats van genoegen te nemen met de decoratie van vlakken, vatte hij het bouwwerk op als sculptuur en vormde het volledig plastisch
- gevels werden poreuze, onrustige vlakken (zien eruit als overgroeide of bewerkte rotswanden)
- vensters werden spelonken
- daken werken koraalriffen, bedekt met abstracte mozaïeken van terracotta en glasscherven
- 1883 → voortzetten bouw van de kerk La Sagrada Familia (in toen Neogotische Stijl). Hij deed dit met eigen opvatting en aanpassing van de Gotiek en met Moorse elementen.
- Zijn credo was een totale allesomvattende en tegelijk individualistische architectuur
- Modern was hij in zo verre hij zich van traditionele opvattingen over interieur en exterieur afkeerde ten gunste van een zeer originele en goed doordachte nieuwe statica.
- Niet al te modern was hij in de dikke stenen bekleding van de staalconstructie
- Probleem: steeds intensievere ambachtelijke bewerking van zijn gebouwen (tot in kleinste detail bepaald)
- Alle rechte wanden en hoeken moesten wijken

Casa Batllo (door Antonio Gaudi y Cornet):
- Plattegrond doet denken aan plantaardige celstructuur
- De beweging die hoeken licht kromt en wanden doet opbollen zet zich voort in deurkrukken, lampen en schilderijlijsten
- Ontwierp ook het meubilair
- Prachtige glans door de kleurrijke keramieklaag van de façade in het zonlicht
- Dak doet denken aan schubben van een draak
- Oogmasker gevormde balkonleuningen
- Architectuur die beelhouwkunst wordt

Musée Horta (door Victor Horta):
- Trappenhuis, brussel 1899
- 1893 had hij de eerste echte Jugendstil-woningen van Europa gebouwd
- Rue Americaine in brussel voorbeeld voor virtuositeit van de architect
- Wist van een nood een deugd te maken → optisch vergroten van de binnenruimte (zeer smalle woningen in Brussel
- Op elk afzonderlijk detail van het bouwwerk paste hij zijn materiaalgerichte esthetica toe
- Trappenhuis toont hoe versieringen afgeleid kunnen worden uit nieuwe constructieve oplossingen

Toegang tot het Metrostation van Parijs, 1900 (door Hector Guimard):
- Door industrialisering en ontvolking van het platteland zwollen rond 1900 de verkeersstromen in de grote steden aan
- Toegangen tot de metro van Hector Guimard (noemde zichzelf l’architect d’art) vormen een programmatisch symbool van de nieuwe mobiliteit
- In hun hekken en daken van glas culmineerde (bereiken van het hoogtepunt) de dynamiek van het verkeer, dat nu onder de grond geleid wordt
- De bloemvorm van de zachtgroen uit de plaveisel oprijzend lampen verzoende de wereld van de techniek, die het dagelijkse leven begon te beheersen, met de door haar veroorzaakte heimwee naar de natuur
- Exotisch golfden aanzwellende vormen uit gietijzer tegen massieve stenen voorgevels
- De integratie van het schrift in de ijzeren lijst was de opmaat voor de intocht van de reclame in de openbare gebouwen.

Is ornamentiek een misdaad?
Alle ornamenten waren een misdaad omdat versierde producten arbeidsintensiever waren dan onversierde, maar toch niet tegen een overeenkomstig hoge prijs verkocht konden worden, waardoor handwerkslieden met een hongersloon afgescheept werden
Profetie van Loos had het rechte eind:
- Blanke muren
- Gladde, kale gevels
- Eenvoudige vormen
- Een provocatie
Een vrije, naakte oppervlakte werd een winstpunt.

Woon-en kantoorgebouwen Goldman & Salatsch, Wenen 1909-1911 (door Adolf Loos):
- Radicale afwijzing van het ornament
- Heldere structuren bepalen het hoekhuis
- 2 onderste verdiepingen worden door hun marmeren gevelbekleding en hun wisselden hoogte van de andere onderscheiden
- Eenvoudige zuilen zetten het ritme van de muurvlakken tussen de vensters in neerwaartse richting voort
- Vensternissen zijn slechts uitsparingen in de witte muren
- Deze reductie in de vormgeving kwam voort uit een sociaal verantwoordelijkheidsgevoel
- Loos is 3 jaar door de Verenigde Staten gereisd en keerde zich tegen de verspilling van de ruimte (in steden zeer schaars)
- Opvattingen over ruimtegebruik ontleende hij aan de bewegingen en behoeften van de mensen
- Met deze antropomorfe maatstaf baande hij de weg voor het Rationalisme.

Tuinsteden:
Dit idee is in Groot-Brittannië ontstaan
Ebeneze Howard:
 -->  Publiceerde programma van de tuinstadbeweging (1903-1904)
 -->  Onder leiding van Barry Parker en Raymond Unwin in het Engelse Letchworth in daad omgezet
 -->  Coöperatieve stad voor 30000 mensen
 -->  Bleef eigenaar van grond omdat er dan niet gespeculeerd kan worden
 -->  Plan voorzag huizengroepen van 2 verdiepingen hoog rond een centraal park
 -->  Alle huizen hadden voortuin en lagen een kleine, met bomen omzoomde straten
 -->  Gelegenheid tot werken, winkelen en buitenring met boerderijen voor verse levensmiddelen moesten stads- en plattelandsleven combineren
 -->  Wat Letchworth gemeen had met latere tuinsteden was de romantiserende, kleinstedige tot dorpse architectuur
- Onafhankelijk van de metropolen was niet vol te houden: tuinsteden verkommerden tot woonwijken
- De auto deed voorsteden onbeperkt uitgroeien, zonder dat er een station in de buurt moest zijn
- Opening, vergroening en ontwarring van de functies in de stad waren te danken aan de tuinsteden
- Duitsland: doorgedreven woonverbetering van woonomstandigheden
- meubelwerkplaats ‘Deutsche Werkstatten’ groeide uit tot economisch hart van de wijk

Expressionisme en beginnend Rationalisme:
- Hellerau werd (1907) artistiek adviseur van AEG (elektronisch concern)
- Hij gaf niet alleen vorm aan lampen en huishoud-apparaten maar ook aan het verschijningsbeeld van AEG’s fabriekshallen
- Turbinehal in berlijnmodel (fabriekshal)
 --> mijlpaal in de moderne architectuur
 --> geen enkele historische verwijzing
 --> toch zeer monumentale vorm (enkel de constructie van het geraamte zelf)
 --> aan zijkanten steekt geraamte uit naar buiten door de wand in de vorm van pijlers
 --> het geeft de voorgevel een gebroken lijn, en het verleent het interieur het karakter van een hoge steunbalkvrije en van alle kanten belichte hal.
 --> de machinehal werd symbool als tempel van de arbeid
- streven naar nieuwer levenswijze, sociale harmonie en een bestaan in overeenkomst met de natuur
- modelwijk als opleidingsinstituut voor ritmische gymnastiek (ontworpen door Heinrich Tessenow)


Inleiding

Bouwstijlen:
Barok en Rococo (1600-1780)

Verklarende woordenlijst bij architecturale stijlen doorheen de geschiedenis

Axiaalbouw bij een kerk
Axiaal (axiaalbouw)
Aangelegd langs een bepaalde as. Een as is een denkbeeldige rechte lijn die langs de lengte of breedte van een bouwwerk of bouwdeel getrokken kan worden.

Antropomorf
Ontwerp of voorstelling naar menselijke maatstaf aangepast of van menselijk vorm of gedaante.

Baldakijn (troonhemel)
Neerhangend of aan de muur hangende overkapping. Meestal achter of boven het hoofdaltaar geplaatst.

Centraalbouw
Bouwwerk dat in sterkt mate rond een middelpunt aangelegd is, met als plattegrond een geometrische figuur (cirkel, ovaal, vierkant).

Colonade (zuilengang)
Een rij zuilen die een overdekking dragen (zie de architectuur van de oude Grieken en Romeinen)

Contrasterend
Elementen met tegenstrijdigheden. In tegenstelling tot elkaar. Verschil makend.

Diffuus
Onbegrensd, naar alle richtingen verspreid, breed omslachtige stijl.

Esthetica
Kunstfilosofie. In architecturale kringen spreekt men over de filosofie van het bouwen of het bouwwerk zelf. Het uitzicht van het gebouw, het ontwerp en de filosofie tot het bekomen van dit ontwerp kan men opvatten als kunst. Esthetica kan gebruikt worden bij het bepalen van architecturale stijlen, zeker door de geschiedenis heen.

Façade (gevel) van een gebouw in St. Omer
Façade
Ook wel de gevel genoemd. Dit is het gedeelte van een gebouw dat zichtbaar is van buitenaf. Meestal werd dit in vroegere tijden overmatig gedecoreerd om de status van de eigenaar weer te geven.

Feodaal (leenstelsel)
Maatschappelijke orde met een onderlinge verplichting, trouw en privileges tegenover elkaar (bijvoorbeeld het lenen van grond.

Humanisme (in de architecturale wereld)
De hernieuwbare terugkeer van de bouwkunst van de klassieke oudheid toegepast op nieuwe gebouwen.

Grieks kapiteel
Kapiteel
Het kopstuk van een zuil of een pijler, die vaak versierd is met abstracte of figuratieve voorstellingen.

Keramiek
Ook wel aardewerk genoemd. De buitenkant ervan is glad gevormd door verhitting in een oven. Voornamelijk wordt hiervoor gebakken klei gebruikt of materiaal dat uit silicaten bestaat.

Koepel
Bolvormig gewelf op ronde, vierkante of veelhoekige grondslag.

Kroonlijst
Horizontaal versierde band van een bouwwerk dat meestal op zuilen ligt en zich bovenaan het gebouw bevindt.

Landhoofd
Romeins kapiteel in Arles
Overgang van een grondlichaam naar een brug of gelijkaardig. Bestaat uit een landhoofdbalk, vleugelwanden aan de zijkant en stootplaten. Een landhoofd zorg voor de ondersteuning van de brug zelf.

Monumentalisme
Bouwwerk waarin gestreefd wordt naar de uitstraling en het karakter van een monument. Aanschouwelijk, meestal groot en machtig gevoel gevend gebouw.

Mozaïek
Groot oppervlak bezet met kleurrijke steentjes die een afbeelding of tafereel voorstellen. Meestal werd dit toegepast op vloeren, soms op wanden. Vroeger werden luxe villa's in Griekenland en Rome rijkelijk versierd met grote mozaïeken.

Ornament bovenaan een poort van een huis
in Valenciennes.
Ornament
Versieringen in een onderdeel van het gebouw (soms overdreven versierd met allerhande krullen en boogjes). Komt vaak voor in pilaren, trappen en kroonlijsten.

Ornamentiek
Decoratie of versiering aan een gebouw.

Palladianistisch
Architecturale stijl dat zich kenmerkt door zijn harmonie en eenvoud waarbij men terug greep naar de bouwkunst van de oudheid (de tegenhanger van de Barok) (afgeleid van de Italiaanse architect Andrea Palladio).

Parlante
Gebouwen die hun eigen functionaliteit en identiteit uitleggen of aantonen. Vanzelfsprekende architectuur.

Plaveisel
Meestal gebruikt bij bestrating. Dit is een verharding opgebouwd uit losse elementen. Meestal worden hiervoor tegels, kasseien of klinkers gebruikt.

Portaal
Inkom van een gebouw.

Portiek
Overdekte ruimte dat uitspringt ten opzichte van de gevel waar zich een buitendeur in bevind.

Porticus
Een door zuilen (minder vaak door pijlers) ondersteunde uitbouw van een tempel of ander bouwwerk. Meestal bekroond door een timpaan.

Pilaster
Weinig vooruitstekende muurpijler of tegen een pijler aangebrachte verzwaring, voorzien van basement, schacht en kapiteel.

Peripteros
Griekse tempel waarvan de cella is omringd door één rij zuilen.

Rationalisme
Ideeënleer. Filosofisch denksysteem waarbij de rede de oorsprong is van ideeën. Dit systeem had als gevolg dat niet altijd alles even logish of uitvoerbaar is.

Risaliet (uitbouw)
Een gedeelte van een gevel dat in de hoogte, meestal over de hele lengte van het gebouw, naar voren uitspringt. Dit woord vindt zijn oorsprong in Italië afkomstig van risalto.

Rustica (bossage)
Bewerking waarbij blokken natuursteen aan de voorzijde ruw behakt worden om het muurvlak een ‘rustiek’ karakter te geven. Vaak toegepast bij Toscaanse bouwwerken van de vroege Renaissance.

Statica
Studie over de krachten en het evenwicht in een gebouw of lichaam. Dit komt voor uit de mechanica.

Stereometrie
Meetkunde van de driedimentionele ruimte.

Spant
Detail van een spant

Dragend element van een gebouw. Dit bestaat uit een min of meer 2-dimentionale constructie die meermaals om de zoveel meter voorkomt en dient om de lasten van het gebouw op te vangen en stevigheid te bieden aan de gehele constructie. Bij grote overspanningen wordt er veel gewerkt met vakwerkspanten die hun stevigheid verkrijgen door de driehoekige vebindingen in het spant. Spanten bestaan meestel uit hout of staal.

Tamboer
Timpanen aan de voorgevel van Mostero dos Jeronimos
(Lissabon, Portugal)
Ringvormige of veelhoekige onderbouw waarop een koepel rust, meestal voorzien van vensters.

Timpaan
Rijk met beeldhouwwerk versierd onderdeel van een gebouw.

Inleiding

Bouwstijlen:
Barok en Rococo (1600-1780)

Barok en Rococo (1600-1780) (Architecturale bouwstijlen in de geschiedenis)

De Barok in Duitsland en het Rococo (1710-1780)
De Basiliek van Venitië heeft een uitgesproken Barok-stijl
De trappenhuizen in de nieuwe paleizen en kastelen zijn groot en weelderig.
Er was een late maar hevige bloei van Barok na de 30-jarige oorlog.
De situatie na de oorlog was een groot voordeel bij het verspreiden van de Barok-stijl:
- Na 1680 was de ergste oorlogsschade hersteld.
- Er was geen Turks gevaar meer. Het gevolg hiervan was dat de vorsten zich konden profileerden met grootse paleizen en tuin-complexen en reusachtige kloosters.

Voorbeelden van deze late Barok:
Slot Schönbrunn (Wenen) (door Fischer von Erlach)
Stadtschloss (Berlijn) (door Andreas Schlüter)
Slot Ludwigsburg (Stuttgart)

Residenz (Würzburg) (door Balthasar Neumann):
- Haalde de inspiratie en advies bij architecten uit heel Europa.
- Benadrukte de midden-en zijpartijen.
- Het complex werdt opgedeeld in paviljoenachtige bouwdelen (verbinden van galerijen).

Nymphenburg (München) (door Balthasar Neumann):
- Zelfde idee als bij de Residenz maar dan uitgewerkt op gigantische schaal (600 m lange gevel).

Zwinger (Dresden) (door Balthasar Neumann):
- Kleinere en sierlijkere vorm van de Nymphenburg.
- Dit is het enige werkelijke uitgevoerde deel van het paleis voor de keurvorst.

Benedictijner-Klooster van Melk (gesticht door Karel de Groote):
- Gebaseerd op het bouwtype van Il Gesù
- Kreeg in Duitsland navolging door onder meer de Jezuïeten-Kerk Sankt-Michael (München):
 --> Lijkt een overspannen schip door de gebruikte tongewelf.
 --> Diende als voorbeeld voor honderden bouwwerken in Zuid-Duitsland.

Duitsland liet zich in de 18e eeuw inspireren door de Italiaanse architect Guarino Guanini:
- Ontwierp bouwwerken met wiskundige precisie.
- Er is een grote fantasie en grote dynamiek te zien
- Zijn theoretische geschriften hebben een grote invloed op de Boheemse en Zuid-Duitse architecten. De gebroeders Dientzenhofer en Balthasar Neumann lieten er zich door inspireren.

Balthasar Neumann:
- Bedevaartskerk Vierzehnheiligen.
- Perfectioneerde Guarini’s idee zoals de in elkaar doorgdringende ruimten.
- Zijn golvende vormen verlevendigen tal van interieurs (geacentueerd door creatief kleurgebruik).
- Gebruikte veel ornamenten

Dominicus Zimmermann:
- Past concept in Wieskirche iets effectiever toe.
- Gebruikte sobere witte buitenkant.
- De Pelgrims waren bij hun binnenkomst overdonderd door de onvermoede sprookjesachtige pracht.

Karlsruhe: waaierstad:
- Symetrische plattegrond.
- Versaille was de belangrijkste inspiratiebron.
- Vrijstaande 8-hoekige toren.
- 32 wegen straalsgewijs van deze toren over het bos verspreid.
- Aantal radialen komen overeen met aantal leden ridderorde (+ hemzelf).
- Later uitgebreid tot een stad.
- Vrijstaande toren in het middelpunt van de cirkel om toezicht houden.
- Belangrijkste deel (zuidelijk kwart van cirkel), waarbij middelste radiaal samenviel met middenas hoofgebouw
- Aanwezige stadscentrum met marktplein buiten de cirkel werdt in het symetrisch ontwerp betrokken door een van de verbindende straten recht te maken.
- Voor het hoofdgebouw is er een groots park met broderies en bosjes.
- Binnenzijde van de gebogen zijde van het cirkelkwart, langs de radialen diende voor de burgerlijke standen, kooplieden en ambachtslieden.
- Bouwvakkers, knechten en dagloners wonen buiten de cirkel.
- Het complex weerspiegeld de feodale hiërarchie zowel in de plattegrond als de hoogte van de gebouwen
- De Middenas werd vermoemd naar de markgraaf.
- Andere wegen naar de leden van ridderorde.
- De toren (het hoogste symbool van absolute macht) is bestemd voor de vorst, zo kon hij toezicht houden op het feodale systeem.
- Nieuwe bewoners werden gelokt door gratis grond en belangrijkste bouwmaterialen.
- De gebouwen werden gebouwd worden volgens een Nederlands voorbeeld dat streng diende op gevolgd te worden.
- Maximum 2 verdiepingen en mansardedaken van rood-bepleisterd vakwerk.

Het Rococo en de terugkeer naar intimiteit:
Na dood lodewijk XIV (1715) was er een afkeer van alle overdaad en monumentaliteit.
Parijs kreeg een nieuwe stijl: ‘Louis Quinze’ naar de koning genoemd, ook wel Rococo genoemd.
Rococo is afgeleid van ‘rocaille’ (schelpachtig siermotief).

Beschrijving van de Rococo stijl:
- Stijl met tamelijk lineaire, strenge, spaarzame versiering.
- Later in Frankrijk ‘Louis Seize’ genoemd.
- In Duitsland kreeg het een spotnaam ‘Zopfstil’ (pruikenstijl).

De bouwwerken waren:
- Neutralistisch
- Bizar gestileerde schelp-, kraakbeen-, bloem- en plantenmotieven
- Deels losjes en asymetrisch omslingerd
- Deels overwoekerd

De decoraties waren:
- verfijnder
- kleiner
- speelser

Intieme, persoonlijke kreeg grotere aandacht
Binnenruimte kreeg meer belangstelling
Er was een voorliefde voor:
- Galante herdersspelen
- Sierlijke porseleinen figuren
- Kleine tuinpaleizen

Er waren verschillen meningen binnen de Rococo:
- Was Rococo een zelfstandige stijl of een variant van de late Barok?
- Was het ornament of bouwwerk teer en verfijnd genoeg om tot Rococo gerekend te worden?

Wieskerche, Duitsland (door Dominicus Zimmermann)
Wieskirche (door Dominicus Zimmermann):
- Bedevaartskerk bij Steingaden (Beieren) (1745-1757)
- Late Barok
- Zuid-Duitse bedevaartkerken werden in dorpen of in het midden van de natuur gebouwd
- Overvloedige lichtinval
- Witte wanden
- Ovale schip
- Blijmoedige sfeer versterkt door stralende kleuraccenten in het koor.
- De bovenste loggia van de 2 verdiepingen hogere kooromgang werdt begrensd door zuilen met blauwgeaderd marmerstuc. Dit om te constrasteren met de roodgeaderde exemplaren in het hoogaltaar. Daarboven bevonden zich blauwe baldakijn
- Het onderste deel bestond uit het 2 verdiepingen tellende hoogaltaar.
- Plafondschildering van engelen

Vierzehnheiligen (Beieren) (door Johann Bathasar Neumann)
Vierzehnheiligen Bedevaartkerk bij Lichtenfels (Beieren) (1743-1772) (door Johann Bathasar Neumann):
- Kerk met vrije ruimte-indeling
- Perfecte synthese van plasticiteit (Barok) en lichtvoetigheid (Rococo)
- Originele combinatie van de axiale opzet met gecombineerd met centraalbouw.
- Altaar midden in schip, onder baldakijn, gedragen door kleine in ovaal opgestelde pilaren
- Kruisingkoepel met tamboer heeft plaats gemaakt voor ovale en ronde vormen om de indruk van de zwaarwichtigheid te vermijden.
- Christoph Dientzenhofers methode van de wederzijdse doordringing van gewelven werdt nog een stuk verder toegepast.
- Geen strenge monumentaliteit maar sfeer van blijheid door de met licht vervulde ruimte.

Meer:
Barokgewelven

Copyright: byWM