Perspectieven soorten en voorbeelden

Een overzicht van de soorten perspectieven die men kan gebruiken tijdens het tekenen en schetsen van tal van voorwerpen zoals gebouwen en landschappen.

1-puntsperspectieven en 2-puntsperspectieven onderscheiden zich van lineaire perspectieven (ook wel parallel perspectief genoemd) doordat de lijnen naar één of meerde punten toe gaan. Zo creëert men een dieptezicht. Hierdoor sluiten deze zichten meer aan met de werkelijke weergave van een object. Zo verkrijg je ook een realistisch 3D-zicht.

1-Punt perspectief (Centraal Perspectief) (alles vertrekt vanuit 1 punt, meestal in het midden)
Eenvoudig 2-Punten Perspectief (alles vetrekt vanuit 2 punten)
2-Punten Perspectief van een appartementsgebouw

Lineair Perspectief (Renaissanceperspectief, parallel perspectief)

Er bestaat ook nog zoiets als een 3-puntsperspectief. Dit is het 2-puntsperspectief waar nog 1 punt aan toegevoegd wordt, bijvoorbeeld bovenaan in het midden of onderaan in het midden. Zo worden de verticale zijden schuin geplaatst naar dat 3de punt toe. Dit 3de punt hoeft niet in het midden uit te komen dit mag ook wat naast de verticale middellijn liggen. Zo creëer je bijvoorbeeld het kikvors-perspectief en het vogelperspectief.

Lineair Vogel-Perspectief (dit perspectief wordt altijd vanuit de lucht bekeken)
Kikvors-perspectief van de het Antwerps treinstation.

In tegendeel tot de driedimentionele perspectieven, zoals het 1-puntsperspectief en het 2-puntsperspectief biedt het Polidimensioneel perspectief minder dieptezicht maar is het gemakkelijker om te tekenen omdat het een 2-dimensionale projectie is van een object.
Polidimensionaal perspectief zoals de hiërogliefen van de Egyptenaren

Bouwconstructie algemeenheden


Bovengrondse bouwwerken bestaan meestal uit:
- verticale elementen
- horizontale elementen
- dak

Methodes van bouwen:
- stapelbouw: hierbij worden hoofdzakelijk kleine bouwelementen op de bouwplaats gestapeld (traditionele woningbouw). De muren bestaand uit metselwerk, vloeren uit welfsels of balken
- gietbouw: ter plaatse gestorte beton met behulp van bekisting
Betonnen Prefab Structuur
bestaande uit kolommen, liggers en vloeren
- prefab-bouw: grote bouwelementen die eerst in gespecialiseerde firma's worden gemaakt en op de bouwwerf meestal met een kraan worden gemonteerd.

Dragende constructies:
- muren, binnenspouwblad
- skeletbouw (balken en kolommen) omhuld met metselwerk, betonplaten of gordijngevels (zoals glazen gevels).

Metselverbanden van baksteenmetselwerk

Rustieke bakstenen in halfsteensverband
Rustieke bakstenen in halfsteensverband
Metselwerk wordt gevormd door het opeenstapelen van kleine bouwelementen (meestal bakstenen).
Dit volgens een bepaald verband onderling verbonden door mortel of lijm.

Stabiliteit van de muur
We verkrijgen een stabiel geheel (muur) waarbij de dikte, het soort verband, de sterkte en de soort mortel of lijm, de sterkte van de bouwelementen, het verband en de hechting van de mortel of lijm aan de bouwelementen een cruciale rol spelen. Daarom bestaan de bouwelementen meestal uit bakstenen, natuurstenen of betonstenen.

Voegen en lagen
Hierbij spelen ook de voegen een grote rol. Hierin onderscheiden we lagen en voegen.
Een laag is een opeenvolgende rij stenen met voeg, deze staan meestal haaks op de aangrijpende krachten.
Bij de voegen onderscheiden we de lintvoegen (horizontale voeg tussen 2 rijen stenen) en de stootvoeg (verticale voeg tussen 2 stenen die naast elkaar liggen).
Voor meer informatie over voegen verwijzen we u graag naar de informatie over:
Afmetingen van module-stenen (bakstenen), voegen, delen, lagenmaten, het verhakken van stenen en bepaling van de voegdikte.

Koppenlaag / Strekkenlaag
Soms zie je in een metselverband een koppenlaag of strekkenlaag, dit ter versiering van het metselwerk. Bij een koppenlaag komen alle koppen in het zicht (breedt van de baksteen). Bij een strekkenlaag ziet men de strek (langse zijde van de baksteen).

Metselverbanden
Een metselverband is de wijze waarop de stenen onderling gemetseld worden om een stabiel geheel te vormen door het soort verband en toevoeging van lijm of mortel.

Muurdikten
Halfsteenswerk (10 cm of modulair 88 mm):
Hierbij is de dikte van de muur 1 steen breed.

Steenswerk (20 cm of modulair 188 mm):
Hierbij is de muurdikte gelijk aan de lengte van 1 steen of 2 keer de breedte van een steen + 1 voeg ertussen.

Anderhalfsteenswerk (30 cm of modulair 288 mm):
Hierbij is de muurdikte 1 steenbreedte + 1 voeg + 1 steenbreedte.

Tweesteenswerk (40 cm of modulair 388 mm):
Hierbij is de muurdikte 2 steenlengten + 1 voeg OF 1 steenlengte + 2 steenbreedten + 2 voegen.

Soorten metselverbanden
De meest voorkomende verbanden zijn het halfsteensverband, het staandverband en het kruisverband.
Andere verbanden die vroeger vaker voorkwamen zijn: vlaamsverband, hollandsverband, koppenverband, klezoorverband en kettingverband.
Indien de architect niets voorschrijft is de regel zo dat de muur in het meest voorkomende halfsteensverband moet worden gemetseld, dikkere muren moet in het kruisverband.

Algemene regels voor het bekomen van een goed metselverband
De stootvoegen moeten zoveel mogelijk verspringen tegen over elkaar om een goede verankering te verzekeren.
Doorlopende inwendige voegen moeten zoveel mogelijk vermeden worden, dit zijn voegen die van de ene laag in de andere er boven of er onder doorlopen.
Klezoren zoveel mogelijk vermijden, dit komt soms nog voor aan raamopeningen en kruisverbanden.
Bij hoeken, kruisingen en ontmoetingen moeten de lagen om beurt doorlopen zodat ze stevig met elkaar verbonden worden.
Het metselverband moet zo eenvoudig mogelijk gehouden worden om een goede verwerking en realisatie van de gemetste muur te bekomen.

Halfsteensverband
Halfsteensverband in vooraanzicht:
met links de staande tand en rechts de vallende tand.
Het algemeen uitzicht van het halfsteensverband bestaat erin dat de 2 opeenvolgende lagen telkens verspringen met een halve steen. Hierbij komt dat voor alle lagen de zicht van de strek aan de buitenzijde zit van het metselwerk, met ziet dus enkel de strek zijde van de bakstenen. De 'staande tand' (links) op het einde van een muur als ook de 'vallende tand' (rechts) verspringt telkens met een halve steen.

Toepassingsgebied Halfsteensverband:
Hoekverbinding Halfsteensverband
- voor halfsteensmuren
- voor zelfstandige, niet-dragende muren van 10 cm dik
- wordt meestal gebruikt als buitenspouwblad bij woningbouw

Opmerkingen:
Wanneer een muur onderbroken wordt, bijvoorbeeld op het einde van een muur waar een andere muur haaks zal op aansluiten gebruik je bij voorkeur een vallende tand. In de praktijk echter gebeurt het zeer vaak dat er gekozen wordt voor een staande tand. De rechte beëindiging gebeurt beurtelings met een volle steen en daarboven of onder een halve steen.
Tekening van baksteen kruisverband
Kruisverband

Kruisverband
Kruisverband kan enkel bekomen worden bij muren van 20 cm dik. Elke laag bestaat uit 2 stenen in langsrichting naast elkaar. Deze muren kwamen vroeger vaker voor daar er toen geen gebruik gemaakt werd van een spouwmuur. De muur diende eveneens als dragend element binnen de constructie, zo komt het dat zo'n muur veel dikker is.

Verwante informatie:
Metselwerk in halfsteensverband (tekeningen verbindingen en ontmoetingen)
Afmetingen van module-stenen (bakstenen), voegen, delen, lagenmaten, het verhakken van stenen en bepaling van de voegdikte.
De snelbouwsteen
Populaire en traditionele benoemingen voor bakstenen

Berekenen van de momenten ter hoogte van de puntlasten in een ligger op 2 steunpunten

Gegevens:

Gevraagd: 
Bereken de momenten in de punten: 0, A, B, C, D en E.

Oplossing: (Moment wordt afgekort met M)
M0 = (8 N x 0 m) + (3 N x 4 m)  + (2 N x 7 m) - (6 N x 9 m) + (7 N x 12 m) - (4 N x 14 m) = 0 Nm
MA = - (8 N x 4 m) + (3 N x 0 m) + (2 N x 3 m) - (6 N x 5 m) + (7 N x 8 m) - (4 N x 10 m) = - 40 Nm
MB = - (8 N x 7 m) - (3 N x 3 m) + (2 N x 0 m) - (6 N x 2 m) + (7 N x 5 m) - (4 N x 7 m) =  - 77 Nm
MC = - (8 N x 9 m) - (3 N x 5 m) - (2 N x 2 m) - (6 N x 0 m) + (7 N x 3 m) - (4 N x 5 m) =  - 78 Nm
MD = - (8 N x 12 m) - (3 N x 8 m) - (2 N x 5 m) + (6 N x 3 m) - (7 N x 0 m) - (4 N x 2 m) =  - 120 Nm
ME = - (8 N x 14 m) - (3 N x 10 m) - (2 N x 7 m) + (6 N x 5 m) - (7 N x 2 m) + (4 N x 0 m) =  - 140 Nm

Meer informatie over maximale buigspanning van materialen.

Afmetingen van module-stenen (bakstenen), voegen, delen, lagenmaten, het verhakken van stenen en bepaling van de voegdikte

Belangrijk om te weten is dat we het hier hebben over de traditionele baksteen die dient als parament (gevelversiering).  Snelbouwstenen daarintegen hebben een dragende functie en worden aan de binnenkant van de spouw geplaatst, deze worden op het einde van de pagina besproken.

Door zijn formaat is de traditionele baksteen gemakkelijk te hanteren tijdens het metselen. De vaste verhouding tussen strek en kop is noodzakelijk omwille van het metselverband, waarbij de stenen haaks op of naast elkaar kunnen worden gelegd.
De muurdiktes verspringen hierbij trapsgewijs met de modulemaat van het metselwerk.
Deze modulemaat is de kopsmaat van de metselsteen vermeerderd met de voegdikte.

De vlakken van een steen worden aangeduid met
Platte kant: Het bovenvlak van een steen.
Kopse kant: De kortste kant van een steen (in de breedte van de steen).
Strek: De langste voorzijde die de buitenkant van de muur zal vormen.

Soorten voegen
halfsteensverband
Stootvoegen: Verticale voegen tussen de stenen, deze worden gestopt door de stenen bovenaan en onderaan.

Lintvoegen: De horizontaal lopende voeg tussen 2 rijen stenen, deze loopt over hans de lengte van de muur.

Opmerking
Vroeger werd er rekening gehouden met een voeg van 10 mm nu is dit 12 mm geworden door de modulering van de stenen die aangepast zijn aan de Europese normen NBN EN 771-1.

Afwerking
De mooie kant van façade bakstenen is meestal mooi afgestreken omdat deze zijde van de baksteen niet in aanraking komt met de transportband bij het produceren. Dit wil zeggen dat de kant die op de transportband ligt, geribbeld of op zijn minst minder mooi geproduceerd is. De mooie kant dient dus aan de buitenkant van het gebouw gericht te worden tijdens het metselen, deze kant is niet alleen mooier maar ook minder poreuzer en laat dus zo minder water door.

Bij snelbouwstenen ziet men, meestal aan 1 zijde, gelijkmatige verdeelde ribben. Deze geribbelde kant dient naar de binnenkant van het huis geplaatst te worden tijdens het metselen. Deze ribben worden voorzien voor een betere hechting met het pleisterwerk aan de binnenkant van het gebouw.

Afmetingen van de meest voorkomende modulestenen
De traditionele bakstenen worden gekenmerkt door hun vaste dimensionale waarden. De breedte is ongeveer 9 cm, de lengte ongeveer 19 cm. In de lengte kunnen dus 2 koppen + 1 voeg. De hoogtes variëren volgens de modules.


ModuleLengteBreedteHoogte
Module 50188 mm88 mm48 mm
Module 57188 mm88 mm55 mm
Module 65188 mm88 mm63 mm

Lagenmaat
Hoogte van de steen + Lintvoeg van 12 mm hoog.

Lagenmatentabel: hoogte modulesteen + lintvoeg van 12 mm
LaagModule 50Module 57Module 65
160 mm67 mm75 mm
2120 mm134 mm150 mm
3180 mm201 mm225 mm
4240 mm268 mm300 mm
5300 mm335 mm375 mm
6360 mm402 mm450 mm
7420 mm469 mm525 mm
8480 mm536 mm600 mm
9540 mm603 mm675 mm
10600 mm670 mm750 mm

Het verhakken of delen van stenen
Voor de uitvoering van metselwerk zijn vaak delen van de metselsteen nodig die in een submodul van het raster passen. Verhakken van stenen betekend het inkorten van de steen aan de kant van de strek.

Het delen van een baksteen
Strek: 188 mm lang x de volledige hoogte van een steen.

Drieklezoor: 138 mm lang x de volledige hoogte van een steen.

Halve Steen (Kop): 88 mm lang x de volledige hoogte van een steen.

Klezoor (Felezoor): 38 mm lang x de volledige hoogte van een steen.

Klisklezoor: 188 mm lang x 44 mm breed (steen door midden op de kopse kant).

Geschifte steen: de steen door midden in de hoogte richting, een geschifte steen heeft meestal een variabele hoogte.

Werkwijze bij het uitleggen van de stenen in de lengte van de muur
Daar de stenen en voegen bepaalde afmetingen hebben moeten we de aantal stenen en dikte van de stootvoegen gaan bepalen in functie van de afmeting van de gemetselde muur. Met andere woorden hoeveel stenen kunnen er in bijvoorbeeld 1 meter muur en hoe dik mogen de stootvoegen zijn?

Voorbeeld:
Gegeven: de muur moet 1000 mm lang zijn en bestaat uit stenen van 188 mm lang

Gevraagd: aantal stenen (al of niet halve stenen) en de dikte van de stootvoeg

Oplossing: 1000 mm / (188 mm + 12 mm) = 5 volledige stenen

We kunnen dit ook gaan doen met de hoogte van de muur.
Gevraagd: hoeveel stenen met een module 50 kunnen er in 1 meter hoge muur?

Oplossing: 1000 mm / (48+12) = 16,66667 lagen (17 lagen, afgerond naar boven)

Aantal stenen in 1 m²: 17 stenen x 5 stenen = 85 stenen (bij een bestelling of een prijsaanvraag wordt er altijd gevraagd naar de vierkante meter, je zult ook altijd prijs krijgen per vierkante meter)

Indien we het aantal stenen voor 1 kubieke meter willen weten gebruiken we de onderstaande formule, let wel op dat er tussen 2 rijen stenen een voeg van 12 mm is gerekend, in werkelijkheid zijn muren meestal maar 1 steen breed en zou de voeg tussen de 2 muren moeten wegvallen. Dit is de reden waarom we het bereken van het aantal stenen per kubieke meter als OPTIONEEL beschouwen.
Aantal stenen in 1 m³: 85 stenen x [(1000 mm / (88 mm + 12 mm)] = 850 stenen

Soorten stenen met hun afmetingen
TypeLengteBreedteHoogteAantal stenen / m²Aantal stenen / m³
Module 50188 mm88 mm48 mm85 st850 st
Module 57188 mm88 mm55 mm75 st747 st
Module 65188 mm88 mm63 mm67 st667 st
Rijnvorm180 mm85 mm50 mm85 st867 st
Waalformaat208 mm98 mm48 mm76 st689 st
Waalformaat dik208 mm98 mm63 mm61 st551 st
Snelbouwers288 mm138 mm88 mm344 st223 st
Snelbouwers288 mm188 mm88 mm34 st167 st
Snelbouwers288 mm138 mm88 mm34 st334 st
Snelbouwers288 mm188 mm138 mm23 st223 st
Snelbouwers288 mm138 mm138 mm23 st149 st
Snelbouwers288 mm188 mm138 mm23 st112 st
Snelbouwers288 mm88 mm188 mm17 st167 st
Snelbouwers288 mm138 mm188 mm17 st112 st
Snelbouwers280 mm188 mm188 mm17 st84 st

Het bepalen van de voeg-dikte tussen de stenen en het aantal stenen in 1 lengte metselwerk
Stel dat we een muur van 1 meter willen metselen, wil dit zeggen dat we 5 stenen en 4 voegen nodig hebben:
1000 mm / (188 mm + 12 mm) = 5 volledige stenen.
Daar we een 1 voeg minder hebben dan er stenen zijn in een muur lengte van 1000 mm wil dit zeggen dat de voeg-dikte het volgende zal bedragen: [1000 mm - (188 mm x 5 stenen)] / 4 voegen = 15 mm dik.

Verwante informatie
Metselverbanden van baksteenmetselwerk
De snelbouwsteen
Populaire en traditionele benoemingen voor bakstenen
Baksteenarchitectuur
Metselverbanden baksteen, soorten, modules, berekeningen
Metselwerk in halfsteensverband
Metselwerk in staandverband
Loopverband
Opus reticulatum, Romeins metselverband
Populaire en traditionele benoemingen voor bakstenen
Brandreactie van bakstenen
De snelbouwsteen
Kleisoorten en hun eindproduct
Zilvergrijze handvormstenen
Uitbloeiingen bij metselwerk voorkomen en tegengaan
Vorstbestendigheid van bakstenen
Beschermen van vers metselwerk
Gewicht bepalen van metselwerk en funderingsbeton
Bauxietsteen

Tekenschalen op architectuurplannen en schaallatten op landkaarten en hun betekenis

Een schaal is de verhouding tussen de lineaire afmetingen van een voorwerp zoals dit op de oorspronkelijke tekening is afgebeeld en de werkelijke afmeting van het voorwerp meestal op papier of afgedrukt.
Stel dat er een schaal: 1/50 vermeld word wil dit zeggen dat wat je meet op het plan (bv. 10 cm) in werkelijkheid 50 keer groter is, dit wordt dan 10 cm x 50 = 500 cm of 5 meter in werkelijkheid.

Binnen het architectuur tekenen heb je een aantal hoofd-schalen zoals:
Het schetsontwerp: 1/100 (soms 1/75)
Het voorontwerp en de bouwaanvraag: 1/50
Het uitvoeringsontwerp: 1/20 voor de globale tekening en 1/10 en 1/5 voor detailtekeningen (soms wordt een schaal van 1/25 gebruikt).

De schaal = getekende maat / werkelijke maat

De ware grote heeft een schaal van 1/1, zo worden tekeningen getekend die even groot zijn op papier als in de werkelijkheid.
Een vergrote schaal kun je best vergelijken met x/1 bv. 10/1 (1 cm x 10 = 10 cm), dit wordt vaak gebruikt om details van kleine onderdelen zoals in de mechanica uit te vergroten.
Een verklein schaal komt dan neer op 1/x bv. 1/100 (500 cm / 100 = 5 cm groot op het plan)

Op landkaarten zie je vaak een schaalbalk getekend gelijkaardig aan de onderstaande tekening. Op deze manier kunnen lengtes en afstanden op een landkaart gemakkelijk ingeschat worden.
Schaalbalk van een landkaart

Styfabel thermische isolatie met EPS

Styfabel maakt gebruikt van thermische isolatie voor hellende daken, vloeren en spouwmuren van EPS. Op hun website kunt u documentatie downloaden in pdf vorm over de EPS isolatie.

Website: www.styfabel.be
E-Mail: info@styfabel.be

Adres:
Styfabel vzw
Henri Rega Straat 14
B-3000 Leuven
Tel. 016 20 47 75
Fax. 016 29 17 44

Gewicht bepalen van metselwerk en funderingsbeton

Metselwerk op funderingsbeton
Aan de hand van een beknopt voorbeeld zullen we u hier aantonen hoe u het gewicht van een constructie in metselwerk en funderingbeton kunt uitrekenen zodoende te kunnen bepalen of de grond al dan niet draagkrachtig genoeg is voor onze constructie.

Voorbeeld aan de hand van een gemetselde tuinmuur op een betonnen fundering.

Gegevens gemetselde muur:
De afmetingen van de gemetselde muur zijn: 15 meter lang, en heeft een hoogte van 2 meter en is 20 cm dik.
Het soortelijk gewicht van metselwerk is 1800 kg/m³.

Bepaling van het gewicht van de gemetselde muur:
Het berekenen van het volume van de gemetselde muur: (lengte x hoogte x dikte)
15 m lang x 2 m hoog x 0,2 m dik = 6 m³ metselwerk.

Het berekenen van het gewicht van de gemetselde muur: (volume x soortelijk gewicht de m³)
6 m³ x 1800 kg/m³ = 10800 kg (of 10,8 ton).

Gegevens betonnen fundering:
De afmetingen van de betonnen fundering: lengte: 15,50 meter, breedte 0,60 meter, hoogte 0,90 m.
Het soortelijk gewicht van funderingsbeton: 2300 kg/m³.

Bepaling van het gewicht van de betonnen fundering:
Het berekenen van het volume van de betonfundering: (lengte x breedte x hoogte)
15,50 m lang x 0,60 m breed x 0,90 m hoog = 8,37 m³ funderingsbeton.

Het berekenen van het gewicht van de betonfundering: (volume x soortelijk gewicht de m³)
8,37 m³ x 2300 kg/m³ = 19251 kg (of 19,251 ton).

Het totale gewicht van het metselwerk en de funderingsbeton bedraagt:
10800 kg + 19251 kg = 30051 kg

Oppervlakte van de grond die dit gewicht moet dragen:
1550 cm lang x beedte 60 cm breed = 93000 cm²

Hoe draagkrachtig moet de grond zijn om de constructie te kunnen dragen? Met andere woorden wat is het vereiste draagvermogen van de grond?
oppervlakte / totale gewicht:
30051 kg / 9300 cm² = 0,32 kg/cm² (draagvermogen)

Opmerking:
Deze berekening van het benodigde draagvermogen is geen exacte berekening. Exact berekend zou er in het midden een grotere kracht op het draagvlak komen dan aan de zijkanten van de fundering, waar er een kleinere kracht wordt berekend. Maar daar de breedte van de oppervlakte gering is, kan men met deze benaderbare methode een zeer goed gedacht verkrijgen van wat de grond moet kunnen dragen. Daarbij komt dat er altijd een veiligheidsmarge is in gerekend wanneer de draagkracht van de grond wordt bepaald.

Renson ventilatie roosters en zonnewering

Renson heeft een groot gamma aan ventilatie roosters en zonnewering. Alle roosters zijn gemaakt uit aluminium. Voorradig in standaard maten maar kunnen ook op maat gemaakt worden.

Website: www.renson.be

Adres:
I.Z. Flanders Field
B 8790 Waregem
Tel. 056 62 71 11
Fax. 056 60 28 51

Bison Lijmen en Kitten

Bison heeft voor elk lijm- en/of bevestigingsvraagstuk de juiste oplossing. Op hun website kunt u de lijm- en kitadviseur raadplegen. Daar kunt u de juiste kit of lijm te vinden door de materialen aan te duiden die je aan elkaar wilt vast maken. CFS-Products (een divisie van Bison) maakt Hard-PVC-Lijm om PVC-buizen aan elkaar te lijmen.

Website: http://www.bison.net
Infocenter: 0900 247 66 77
Copyright: byWM