Posts tonen met het label eigenschappen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label eigenschappen. Alle posts tonen

Tuimelraam eigenschappen en toepassingen

Afbeelding van een tuimelaar
Tuimelraam in een dak
MadebyWM
Een tuimelraam is een klepraam dat op de helft van de de hoogte over zijn horizontale as kan draaien door middel van metalen draaipunten ter hoogte van de helft van de ramen. Hierbij gaat ofwel het bovenste gedeelte naar binnen terwijl het onderste deel naar buiten wordt gekipt of omgekeerd, het onderste deel naar binnen en het bovenste deel naar buiten. Dit laatste wordt niet zoveel toegepast en daardoor zijn de meeste ramen dan ook maar heel weinig uitgerust op deze wijze. Er bestaan ook nog Cardaramen, dit zijn geheel omklapbare tuimelramen.

Om het raam te laten tuimelen over de horizontale as moet in de kozijnstijl een verspringende sponning worden aangebracht. Het verspringen van de sponning dient te gebeuren ter hoogte van het draaipunt. De eenvoudigste manier is om de sponning te vormen door het aanbrengen van dagstukken. Maar het is ook mogelijk om de sponning in het kozijnhout te schaven.

In fabrieken, scholen en dergelijke gebouwen voert men de bovenramen van de lichtkozijnen zeer dikwijls als tuimelramen uit, hoewel er tegen het optreden van tochtverschijnselen beter achterover vallende ramen, voorzien van tochtschermen, kunnen worden toegepast.

Indien er bij het tuimelraam geen kalf tussen het onder- en bovenraam aanwezig is dient het onderraamblad als vast raam te worden uitgevoerd.

Draaipunten
De draaipunten van tuimelramen worden gevormd door aan het raamblad steunen aan te brengen, deze zijn draaibaar opgelegd in metalen plaatjes, die met van de achterzijde van het kozijn oplopende sleuven zijn voorzien. Draaipunten kunnen ook in hout worden uitgevoerd, maar zijn niet aan te bevelen omdat deze vrij snel zullen uitslijten.
Bij stalen tuimelramen worden de draaipunten, ook wel taatsdozen genoemd, aangebracht in de zijregels en de juiste plaats daarvoor wordt gekozen in overeenstemming met de toe te passen sluiting. De openingshoek wordt mede bepaald door de afmetingen van het raam. Maar over het algemeen is de draaihoek 60°, soms worden ze gemaakt dat zet tot 135° open kunnen. Deze laatste hoek is handig voor gebouwen waarbij men direct zonlicht binnen wil laten schijnen.
Wanneer men bij stalen tuimelramen de buitenkant van de glasruit van binnenuit school wil maken, kan de openingshoek nog groter worden.

Merknaam als aanduiding van het type raam
De meest bekende tuimelramen zijn die van het merk Velux. Deze ramen zijn hoofdzakelijk bedoeld om in het dak te verwerken. Omdat dit een marktleider is in het maken van tuimelramen wordt vaak het woord 'Velux' gebruikt om aan te duiden dat het om een tuimelraam gaat.

Bremer steen

De bremer steen behoort tot de zandstenen, meerbepaald uit de zandsteenformatie (Aria).

Eigenschappen
De bremer steen heeft een rode kleur omdat het bindmiddel ijzeroxiden bevat.
Deze zandsteen is goed weersbestendig en heeft een gemiddelde druksterkte van 850 kg/cm².
De steen is en blijft redelijk stroef.

Ontginning
Bremer steen wordt vooral in Duitsland ontgonnen. Ze komt veelvuldig voor in Trier langs de Weser, in het Rijnland en Schwarzwald (Het Zwarte Woud).

Naamgeving
Deze steen werd vroeger veel in Bremer verhandeld vandaar dus ook de naam voor deze zandsteen.
De stenen die men uit het Weser-gebied ontgint wordt ook wel Weser zandsteen genoemd. Deze heeft wel de zelfde eigenschappen als de Bremer steen.

Toepassing
Bremer stenen worden vooral gebruikt als vloersteen en buitenwerken zoals flagstones. Dit zijn vloeren waarbij de stenen een onregelmatige vorm en afmetingen heeft waarbij dient gepuzzeld te worden om een vloer met zo dicht mogelijke voegen te bekomen.

Berkenhout

Berken in Hooge Crater Cemetry
In de handel bestaat er Europees Berkenhout en Amerikaans Berkenhout en Canadees Berkenhout.
De berkenbomen die in ook in België en Nederland voorkomen bevatten vaak veel kwasten en gebreken om gebruikt te worden als bewerkbaar hout. In Finland echter groeien er vele fraaie Berkenbossen.

Het hout uit Finland wordt vooral verwerkt in triplexplaten en meubelen. Zo wordt deze producten veelvoudig geëxporteerd.

In Schotland, Noorwegen, Zweden, Noord-West-Rusland en Siberië groeien ook veel Berkenbomen maar dit leidt niet tot veel export.

Witte schors aan de stam van een berkenboom
Het Canadees Berkenhout is hoofdzakelijk afkomstig van de Betula Lutea Michx F. de zogenaamde Yellow Birch.

Berkenhout wordt in het Latijn aangeduid met Betula Pendula Roth en Betula Pubescens Ehrh voor de zachte berk.

Soorten Berken
In Europa groeit de Ruwe Berk, ook wel eens de Witte Berk genoemd en de Zachthartige Berk. De eigenschappen en de kwaliteit zijn deze 2 berken soorten zijn even goed.

Eigenschappen
Het berkenhout heeft een crèmegele of crèmewitte kleur en is glanzend.
Het volumegewicht ligt rond de 0,66 g/cm³.
De Canadese Berken zijn doorgaans gaver en groter dan de Europese Berken.
De witte stam vertoont een dunne witte schors dat constant lijkt te vervellen. Doordat de schors zo dun is lijkt het wel een vel wit papier dat gemakkelijk kan afgepeeld worden.

Toepassingen
Zoals eerder al aangegeven wordt Berkenhout veelal verwerkt tot triplexplaten en meubels.

Bauxietsteen

Bauxietstenen vuurvaste basische stenen. Hun lenen ze van de delfstof bauxiet waaruit deze stenen uiteraard ook uit vervaardigd zijn. De stof bauxiet bestaat uit een mengsel van klei en aluminiumhydraat en is vaak verontreinigd met ijzerverbindingen.

Ontginning
Bauxiet vindt men op vele plaatsen. Maar vooral in Suriname zijn er grote hoeveelheden bauxietsteen te vinden. De bauxiet die men in Suriname vindt is vaak erg verontreinigd met alkaliën, titaan, kiezelaard (silica) en nog meer onzuiverheden.

Toepassing
Bauxiet wordt in de eerste plaats gebruikt als grondstof voor aluminiumbereiding en aluminiumcement. En uiteraard ook Bauxietstenen worden met deze stof vervaardigd.

Verwerking en eigenschappen van Bauxietstenen
Bauxietstenen hebben een hoog smeltpunt maar ondanks deze goede eigenschap krimpen deze stenen onder hoge temperaturen, meer dan gewone, uit klei vervaardigde, bakstenen. Deze stenen worden éénmalig in een metalurgische oven gebakken.
Bauxietstenen zijn zeer goed bestand tegen aantasting door basische slakken.
Er zijn ook bauxietstenen voor handen waarbij de grondstoffen gesmolten zijn, zo zijn er de Corhard blokken, die in de glasindustrie worden gebruikt.

Meer over bakstenen

Basralocus

Basralocus is een houtsoort die zich uitstekend laat dienen om in de waterbouwkunde gebruikt te worden. Deze houtsoort komt hoofdzakelijk uit Suriname (Afrika).

Eigenschappen
Dit is een harde houtsoort dat in grote lengtes verkrijgbaar zijn daar de bomen tot zo'n 45 m hoogte kunnen groeien.

Oude gedroogde stammen zijn keihard en moeilijk te verzagen. Vers Basralocus daarentegen is minder moeilijk te verzagen, maar men dient toch in acht te nemen dat normaal gereedschap afgestompt wordt door deze harde houtsoort.

Kiezel
Basralocus bevat behoorlijk wat kiezel, de hoeveelheid varieert van 0,2 % tot en met 2 %, met een gemiddelde tussen de 0,8% tot 1%. Deze kiezel belemmert de paalworm om in het hout te boren. De boorschelp van de paalworm stompt af op de kiezellichaampjes (Latijnse naam: Dicorynia Paraensis Benth). Zo is deze houtsoort geschikt voor de aanleg van zeeweringen.

Toepassingsgebied
Zoals hierboven al beschreven is Basralocus hout zeer geschikt om in zee te gebruiken als zeewering, maar ook voor sluisdeuren. Dit hout wordt verder nog gebruik voor bruggenbouw, dwarsliggers en parketvloeren.

Meer over hout en andere houtsoorten

Basalt gesteente

Basalt is een uitvloeiinggesteente die door vulkanische uitbarstingen naar de oppervlakte wordt gestuwd terwijl het stolde.

Eigenschappen en stollingproces
Basalt is een zeer duurzame en weervaste gesteente die een grote weerstand bied tegen afslijting. Dit doordat basalt een zeer dicht, hard, holokristallijn gesteente is. Het is basisch vanwege zijn lage kiezelzuurgehalte (SiO2). Doorgaans hebben basaltstenen een donkergrijze kleur.

Tijdens het stollingsproces krimpt lava en vormt zich tot zuilen. De doorsnede van de zuilen zijn meestal 6 hoekig maar kunnen ook uit 4, 5 of 7 hoeken bestaan. Dit betekend dat de zuilen doorgaans 6 zijden heeft (het grondvlak en bovenvlak niet meegeteld).

De scheidingsvlakken staan loodrecht op het vlak van de afkoeling zodat de zuilen veelal min of meer verticaal staan. De zuilen kunnen een lengte hebben van meer dan 10 meter.

Tussen de zuilen vindt men vaak zeer kleine krimpscheuren van enkele millimeters.

De samenstelling van basalt bestaat voornamelijk uit de mineralen: pyroxeen, oliven, hoorn-blende, ijzererts en apatiet. Daarnaast bevatten ze ook kalk, maar aangezien er voornamelijk 2 soorten kalk voorkomen bij basalt verdelen we het basalt in volgens het soort kalk. Zo hebben we 2 soorten Kalk-Alkalibasalten (veltspaatbasalten): Natron-Kalkbasalten (bevat nefelien) en Kali-Kalibasalten (bevat het mineraal leuciet).

In de bouwpraktijk gebruikt men vooral fijnkorrelig basalt. Er bestaat echter ook grofkorrelig basalt, doloriet genoemd. Deze basalt-soort is minder sterk en wordt dan ook veel minder gebruikt.

Tussen de doleriet en de fijnkristallijnen bestaat er nog een soort en die heet anamesiet.

Basalt bezit een druksterkte die tussen de 1000 en 3500 kg/cm² ligt. Soms kan die druksterkte hoger liggen dan 3500 kg/cm².

Verwerking
Het verwijderen van de basaltzuilen op het terrein, gebeurd met een lans die onderaan voorzien is van een wigvormige schoen. Zo worden de zuilen van bovenaf losgewrikt. Bij het vallen van de zuilen breken ze uiteen tot hanteerbare stukken.

Soms wordt basalt gespleten tot platen of banken, dit noemt men tafelbasalt.

Toepassing
Veldspaat-basalt, meer bepaald het zuilenbasalt uit de Rijnstreek, wordt gebruikt bij het maken van dijken.

Basalt wordt vaak verwerkt tot keien omdat ze zeer slijtvast zijn. Basaltkeien worden echter zeer glad door het verkeer en zeker als het regent of geregend heeft.

Eisen
Een aantal eisen die men stelt voor een goede basalt zijn:
- ze dienen gaaf te zijn
- de steen dient helder te klinken bij het beslaan met een stalen hamer
- mag niet afschilferen
- mag geen barsten of scheuren vertonen
- mag geen onversteende gedeelten of aderen bevatten
- mag niet broos zijn.
- de breuk (een doorgezaagd deel) moet scherpkantig, glad en schelpvormig zijn
- waterslag (krimpscheuren dwars door de zuilen heen, zijn een gebrek en mogen niet voorkomen)
- er mag geen zonnebrand aanwezig zijn (een zekere pokdaligheid, gepaard met zeer fijne scheurtjes)

Meer over natuursteen.

Bankirai

Bankirai behoort tot de Balaugroep waar ook Balau, Gisok, Ressak (Resak) en Poöti toe behoren en is een harthoutsoort. De Bankirai-bomen groeien hoofdzakelijk in Borneo (Zuidoost-Azië). De Latijnse naam voor Bankirai is Shorea Laevifolia Endert.

Eigenschappen
Bankirai heeft een warme geel, grijsbruin of bruin-rode kleur en is redelijk bestand tegen slijtage (in vergelijking met andere houtsoorten dan toch).
Deze houtsoort is goed bestand tegen schimmels en aantasting door insecten maar ook tegen chemische elementen en bepaalde zuren.
Het kernhout behoort tot de duurzaamheidsklasse II en III
Het volumegewicht bij een vochtigheidsgraad van 15 % ligt tussen de 0,85 en de 1,05 met een gemiddelde van 0,91.

Toepassingen
Bankirai wordt gebruikt voor terrassen, tuinmeubilair, brugdekken, bedrijfsvloeren, sluisdeuren, remmingswerken, bodems van spoorwagons, aanlegsteigers, remmingswerken, en nog veel meer.
Deze houtsoort is een waardevolle houtsoort maar mag in geen geval vergeleken worden met Teak. Zo wordt Bankirai soms zeer onterecht Borneo Teak genoemd.

Balsahout

Balsahout is één van de lichtst bestaande houtsoorten.
Deze houtsoort komt voornamelijk voor in Zuid- en Centraal Amerika. Maar ook in Afrika, meer bepaald in Kongo en Indonesië vinden we Balsa wouden terug.
De Latijnse naam voor Balsahout is Ochroma spec. div.

Eigenschappen van Balsahout
Isolerend
Deze houtsoort is een goede isolator tegen geluid en temperatuur.

Volumegewicht
Bij een vochtigheidsgraad van 15 % is het volumegewicht van balsahout tussen de 0,14 en de 0,30 met een opmerkelijk gemiddelde van 0,18.

Gebruik van Balsahout
Vroeger
Balsahout werd vaak gebruikt voor het vervaardigen van kunstledematen, nu wordt dit hout vervangen door geavanceerde kunststoffen.
Balsahout werd vroeger ook gebruikt als isolatiemateriaal voor cabines van vliegtuigen.

Nu
Nu bewijst Balsahout zijn goede eigenschappen in de zweefvliegtuigindustrie, het vervaardigen van reddingsvlotten, reddingsgordels en zwemvesten. Hoe lang dit nog zal duren is nog maar de vraag met een snel evoluerende wereld waar steeds betere materialen worden uitgevonden die deze houtsoort zullen vervangen.

Baksteenarchitectuur

Baksteengevel HOWEST school in Brugge
Baksteengevel HOWEST school in Brugge
Baksteenarchitectuur is de bouwwijze waarbij de baksteen het
esthetische voorkomen van een gebouw bepaalt.

Deze baksteenarchitectuur is uiteraard zeer gekend in gebieden die rijk zijn aan klei (hoofdbestanddeel van bakstenen). Zo zijn de gebouwen in Vlaanderen en Nederland al van oudsher voorzien van bakstenen. Tot ver in de 19de eeuw kregen bakstenen ook een constructieve en dragende functie binnen het gebouw.

Tijdens de Renaissance (tussen 1400 tot 1600) werden vaak bakstenen afgewisseld met natuursteen. In de Barok (vanaf 1600) werd natuursteen nog belangrijker. Zo ziet men vaak baksteenconstructies die omringd en versterkt zijn door natuursteen.

Als men werkt met bakstenen kan men met de vele eigenschappen van dit materiaal gaan spelen. Zo bakstenen in tal van formaten en kleuren. Maar ook de wijze waarop de bakstenen gestapeld worden kan het gebouw een ander uitzicht bezorgen. Zo spreekt men van verschillende metselverbanden.
zijn er duizenden soorten.

Rustieke bakstenen in halfsteensverband
Rustieke bakstenen in halfsteensverband

Azobé hout

Houten palen in het zeewater
aan het strand van Breskens, Nederland
Azobé is één van de beste houtsoorten afkomstig uit West-Afrika. Het is één van de hardste en tevens zwaarste houtsoorten. Ze behoren dus tot de hardste klasse van de houtsoorten, ook wel hardhout soorten genoemd. Azobé is ook gekend onder de namen Bongossi, Ekki en in het Latijn: Lophira Procera.

Toepassingen
Het hout is geschikt voor waterbouwkundige constructies van havenwerken zoals sluisdeuren, remmingwerken, stuwen, steigers, bruggen, brugdekken, damwanden, gordingen, palen en wrijfbalken. Maar ook bruggen en straten worden met dit soort hout uitgerust. Vlechtwerk van azobé wordt toegepast voor beschoeiingen, betuiningen, tuinafscheidingen en kraag- en zinkstukken.

Eigenschappen
Het gemiddelde volumegewicht is 1,12 kg/dm³ bij een vochtigheidsgraad van 15 %. Dit wil zeggen dat Azobé hout zwaarder weegt dan water en dus zinkt in het water.
Azobé hout is bestand tegen paalwormen en is dus ideaal als zeewering.
Dit hout is dubbel zo buigvast als eikenhout.
Azobé hout behoort tot de duurzaamheidsklasse I en II.
Het is niet nodig om dit hout te behandelen tegen weersomstandigheden daar het al uit zichzelf al genoeg bescherming biedt tegen alle atmosferische invloeden.
Men herkent Azobé hout aan de donkerroodbruine kleur afgewisseld met lichtere strepen.
Dit hout is relatief gemakkelijk te verkrijgen in de handel daar er veel bossen zijn met Azobé hout.
De meeste Azobé bomen krijgen een gemiddelde stam van ongeveer 1,10 meter diameter (er zijn gevallen bekent van 1,5 tot 1,8 m) en wordt ongeveer 50 meter hoog.
Door zijn hardheid neemt het maar zeer langzaam water op.
Een nadeel aan dit hout is dat het moeilijk te verwerken is door zijn grote hardheid.
Het spinthout dat aan de buitenrand van de stam zit is ongeveer 5 cm dik.

Kom meer te weten over hout

Anhydriet (gips)

Anhydriet, beter bekent als gips, is een calciumsulfaat dat veel voorkomt in de natuur.
De wetenschappelijke afkorting van gips is: CaSO4.2H2O.

Eigenschappen van Gips
- kristalliseert monoklien (kristalliseert in een kristalstelsel met een 2-voudige symmetrie)
- valt in de hardheidsklasse 2
- is gemakkelijk te splijten
- lost bijna niet op in water

Anhydriet
Bij een verhitting tussen de 200°C en de 300°C ontstaat anhydriet. Een goede eigenschap van dit bekomen materiaal is dat het zeer lang duurt tot het water opneemt.

Zinken hanggoten

Hanggoten worden gebruikt om water van hellende daken af te voeren.

Als voorbeeld gebruiken we de natuurlijke zinken hanggoot van VM Zinc.

Zink is een natuurlijk voorkomend element. Het blauwachtig wit metaal wordt uit zinkerts gewonnen. Op het einde van een meerstaps metallurgisch proces dat bestaat uit het roosten van het erts, de reductie van het verkregen zinkoxide en de raffinage door elektrolyse, bekomt men het zink dat in de bouw wordt gebruikt.
Met behulp van warmwalsen verkrijgt men bladen, bobijnen en rollen bestemd voor de fabricage van standaardproducten.

Zink is een soepel en levend materiaal dat zich perfect leent tot profileren en plooien. Het laat de vakman toe de klemtoon te leggen op alle soorten uitvoeringsdetails. Het is volkomen waterdicht en omsluit, net als een huid, op harmonieuze wijze de vormen en de structuren van een constructie.
Het zink is een edel materiaal waar de tijd geen vat op heeft, integendeel, zijn natuurlijke oxidatie heeft een beschermende werking en geeft een uitstekende levensduur met een beperkt onderhoud!

Producent (leverancier)
VM Zinc, nv Umicore sa (Buiding Products)
Woluwelaan 34
1831 Diegemx
Tel.: 027 12 52 11
Fax: 027 12 52 10
Website: www.vmzinc.be

Recyclage van zink

PVC hanggoten

Hanggoten worden gebruikt om water van hellende daken af te voeren.

Falfronde PVC-goot met kraal van Storama

PVC staat voor Poly Vinyl Cloride en is een soort plastiek.

De PVC-buizen en hulpstukken hebben een wanddikte van 1,5 tot 1,8 mm. Alle verbindingen komen tot stand door een nauw sluitende droge passing (dus geen lijmverbinding) opdat de afvoerbuizen vrij zouden kunnen uitzetten. De spuitgegoten bochten en T-stukken zijn voorzien van een verjongd spie-einde, waardoor optrompen van de buis overbodig wordt (= arbeidsbesparend). Indien zich een situatie voordoet waarbij een RWA leiding binnenshuis wordt aangebracht dienen de buizen en hulpstukken uit het rioleringsgamma gemonteerd te worden omwille van de noodzakelijke gas -en waterdichtheid van het systeem.

Dimensionering van de regenwaterkolom
De minimum doorsnede van de regenwaterkolom wordt bepaald met inachtneming van het af te voeren max. debiet, hetzij 3 L/min/m² volgens de norm NBN 306.

Wanneer men de voorschriften van deze norm toepast moet de doorsnede van de regenwaterpijp tenminste 1 cm² bedragen per m² dakvlak in horizontale projectie.

Wordt de regenwaterpijp aangesloten aan een trechtervormige tapbuis met een min. tophoek van 15°, dan mag deze doorsnede worden teruggebracht tot 70% van de waarde bekomen voor een verbinding met constante doorsnede.

Voor het bepalen van de diameter van de regenwaterkolom kan gebruik gemaakt worden op de tabellen van Storama Links van tabel op de website.

De diameter situeert zich bij voorkeur tussen 80 mm en 160 mm; diameter 200 mm is te vermijden. Een verdere studie van regenwaterafvoerleidingen kan je terug vinden in de Technische voorlichting 108 van het WTCB.

Bij het monteren van RWA-standleidingen moet men rekening houden met de lineaire uitzettingscoëfficiënt van PVC dit is: 0,06 mm/m °C.

Daartoe wordt de afvoerpijp ongeveer in het midden klemmend gebeugeld, met de nodige expansieruimte aan beide uiteinden. De overige beugels (bij voorkeur van PVC materiaal) moeten zo worden aangebracht dat de regenpijp erdoor kan schuiven.

Beugelafstand: ± 1,5 m.

Eigenschappen van de PVC buizen
De buizen beantwoorden aan de voorschriften van NEN 7016 en dragen het KOMO-keurmerk. Ze zijn geschikt voor regenwaterafvoer en luchtverversing.

De buizen worden niet-opgetrompt geleverd gezien de uitvoering van de hulpstukken, aan de ene zijde passend om de buis (mof-aasluiting) en aan de andere zijde passend in de buis (verjongd spie-eind), moeten zijn.

Standaardkleur: middelgrijs, RAL 7037 of bruin, RAL 8017
Standaardlengte 4 m; ook leverbaar op lengte 5,55 m.

PVC-hulpstukken
De hulpstukken beantwoorden aan de voorschriften van NEN 7017 en dragen het KOMO keurmerk. De spuitgegoten bochten en T-stukken zijn voorzien van een verjongd spie-einde, waardoor optrompen van de buis overbodig wordt. De hulpstukken hebben een wanddikte van 1,5 tot 1,8 mm.
Standaardkleur: middelgrijs, RAL 7037.

1. dakgoot
2. verbindingsstuk
3. middenspruitstuk
3a. links spruitstuk
3b. rechts spruitstuk
4a. eindstuk links
4b. eindstuk rechts
5. binnenhoek
6. buitenhoek
7a. steunklamp, pvc-grijs
7b. gotic, pvc zwart
8. bocht
9. buis
10. buis met mof
11. klembeugel FIXO
12. verbindingsmof
13. T-stuk

BENOR garantie
Storama heeft kwalitatief hoogstaande kunstofafvoersystemen op de markt, die niet alleen genieten van de BENOR garantie maar tevens het voorwerp uitmaken van diverse technische goedkeuringen van het Butgb (Seco-WTCB-DGV).

Merknaam en type: Halfronde PVC-goot met kraal van Storama.

Producent (leverancier):
Storama
Horizonsquare
9220 Hamme
Tel.: 052 49 91 80
Fax: 052 47 60 79
E-mail: storama@wavin.com
Website: be.wavin.com

FOAMGLAS PERINSUL cellenglasblok

Gebouwen met ondoordachte thermische isolatie en koude bruggen leiden al snel tot condensatie, hetgeen tot schimmelvorming kan leiden.
PERINSUL biedt hiervoor een zeer hoge drukweerstand en kan in het metselwerk verwerkt worden.
Dit product biedt de oplossing waar anders thermische onderbrekingen nodig waren wegens isolatie dat niet drukvast is. Zo kan PERINSUL gebruikt worden daar waar druk moet opgevangen worden.

Waarom FOAMGLAS CELLENGLAS?
- constant isolatievermogen
- waterdicht
- dampdicht
- grote drukweerstand (zonder indrukking)
- onbrandbaar
- dimensionaal stabiel
- rotvrij
- ongevoelig voor vervorming
- bestand tegen chemische reacties
- eenvoudig te verwerken
- ecologisch

Hierbij komt dat FOAMGLASS niet schadelijk is voor het milieu en de gezondheid. Het is ecologisch in elk stadium: productie, gebruik en recyclage.
Het is een anorganisch product opgeschuimd zonder CFK, HCFK, HFA of pentaan.
Het is onbrandbaar en bevat geen brandwerend product zoals broom (scheikundig element, halogeen).
Het geeft geen giftige of mutagene (DNA beschadigend) stoffen vrij.
Het bevat geen kankerverwekkende vezels.
En het veroorzaakt geen vervuiling van de grond en het grondwater.

Afwerking
De FOAMGLAS PERINSUL elementen zijn aan beide zijden afgewerkt met passende bekleding. De zijkanten zijn behandeld met bitumen.

Draagvermogen
FOAMGLAS PERINSUL is bestand tegen een belasting van 4,5 kg/cm² (45 Ton/m²) zonder indrukking inclusief zijn veiligheidscoëfficient.
Op lange termijn bedraagt de zetting, te wijten aan de bitumineuze bekleding, niet meer dan 1 mm.

Eigenschappen
FOAMGLAS is cellulair glas met een speciale samenstelling, volledig anorganisch en zonder bindmiddel.

Aan te houden drukweerstand voor berekeningen: 0,45 N/mm² (veiligheidsfactor inbegrepen volgens test TNO B-91-1132).

Warmtegeleidingscoëfficiënt λd: 0,050 W/mK
Soortelijk gewicht (10 % tolerantie): 175 Kg/m³
Buigsterkte (gemiddeld minimum): 0,6 N/mm²
Elasticiteitsmodulus (bij buiging): 1500 N/mm²
Lineaire uitzettingscoëfficiënt: 9 x 106/K
Soortelijke warmte: 0,84 kJ/kgK
Thermische diffusiviteit: 3,5 x 10-7 m²/sec
Wateropname: nul (uitgezonderd een tijdelijke opname aan het oppervlak)
Hygroscopiciteit: nul
Waterdampdichtheid: µ = ∞
Caplillariteit: nul
Brandbaarheid: absoluut onbrandbaar
Weerstand tegen zuren: bestand tegen alle zuren in vloeibare en gasvormige toestand
Maatvastheid: volledig maat- en vormvast
Geluiddempend vermogen: gemiddeld 25 dB per 10 cm dikte

Afmetingen
Lengte: 450 mm
Dikt: 50 mm
Breedtes: 90 mm, 110 mm, 115 mm, 140 mm, 175 mm, 190 mm, 240 mm, 300 mm en 365 mm

Adres:
Pittsburgh Corning Europe N.V.
België & G.H. Luxemburg
Lasne Business Park - Gebouw F
Chaussée de Louvain 431
1380 Lasne
Tel: 023 52 31 82
Fax: 023 53 15 99

Website: www.foamglas.be

Staal

Staal is een legering bestaand uit ijzer en koolstof. De term staal wordt met name gebruikt voor ijzerlegeringen met een zodanig beperkt koolstofgehalte (typisch minder dan 1,9%) of gehalte aan toevoegingen als chroom, dat ze warm vervormd kunnen worden. Hierin onderscheidt staal zich van bijvoorbeeld gietijzer, dat meestal een hoger koolstofgehalte heeft. Er zijn veel verschillende legeringen met deze twee elementen, meestal ook met andere bestanddelen.
De wereld kent vandaag de dag ongeveer 2500 verschillende soorten staal. Mede hierdoor en door de uitstekende bewerkbaarheid is staal een veel gebruikt constructiemateriaal.
Het koolstof wordt gebruikt om een hoge treksterkte en hardheid te verkrijgen. Wereldwijd wordt er jaarlijks ongeveer 900 miljoen ton staal geproduceerd, Corus Nederland (Hoogovens IJmuiden) neemt hiervan bijna zeven miljoen voor haar rekening.

Men noemt een smeedbaar ijzer staal, indien het zich harden laat. Wordt een stuk staal gloeiend gemaakt en koelt men het door een koude vloeistof plotseling af, dan wordt het harder. Deze bewerking wordt het harden van staal genoemd. Ook wel eens het afschrikken van ijzer genoemd al dan niet in een rapper tempo om brozer staal te verkrijgen. Hoe brozer hoe meer zuurstof er nog in zit en hoe rapper de verkoeling heeft plaats gevonden.
Verhit men een stuk staal tot een bepaalde temperatuur en koelt men het vervolgens langzaam af, dan wordt het staal weer weker.
Het koolstofgehalte van het staal is groter den dat van het smeedijzer en lager dan dat van het ruwijzer.
Men onderscheidt bij het staal wel- en vloeistaal, naarmate het staal in kneedbare of in vloeibare toestand verkregen wordt.
Het staal wordt op dezelfde wijze als het smeedijzer uit het ruwijzer verkregen. Het welstaal door het frisschen en de puddelmethode, het vloeistaal door de Bessemer, Thomas en Siemens-Martin methode.
Bij al deze bewerkingen wordt het proces, het onttrekken van de koolstof aan het ruwijzer niet zover doorgevoerd als bij het smeedijzer, anders zou men in de plaats van wel- en vloeistaal, wel- en vloeiijzer verkrijgen.
De grens tussen staal en smeedijzer, waarbij een merkbaar 'harden' van het materiaal mogelijk is, is zeer moeilijk te bepalen. Daar ook de chemische analyse geen vertrouwbare resultaten oplevert (toch niet tot in de jaren 1920), in het heden is dit wel mogelijke in allerhande vernuftigde testlabo's die de chemische samenstelling van deze staalsoorten kan analyseren naar mate de zuurstof en andere materialen er aanwezig zijn in dit soort ijzer. In de regel, en zo gebeurde het vroeger en nu nog steeds, wordt een smeedbaar ijzer, die een breukspanning of breukmodule (zie tabel 1) groter is dan 45 kN per m (4500 kg. per cm), staal genoemd. Zeer dikwijls wordt in Nederland, vooral door de leveranciers, elk vloeiijzer 'staal' genoemd; een zeer te betreuren gebruik, dat tot veel verwarring en misbruik kan leiden.

Bessemerprocedé
Bessemer converter

Het Bessemerprocedé is een productiewijze voor het in een converter verkrijgen van staal uit ijzerertskomende uit de hoogoven.

Het Bessemerprocedé (ontwikkeld door Henry Bessemer (1813-1898), naar de uitvinding van een failliete staalfabrikant uit Kentucky, William Kelly) was dat het teveel aan koolstof werd geoxideerd door lucht door de gesmolten ruwijzer te blazen. Bovendien verbrandde de koolstof tot koolzuurgas in de luchtstroom, zodat de koolstof als brandstof voor het proces fungeerde. Als het proces eenmaal op gang was, onderhield het zichzelf, zonder verdere toevoeging van extra brandstof. Het was dus een bijzonder economisch proces.

Binnen vijf jaar kreeg het Bessemerproces een rivaal in de vorm van de vlamoven, waarin ruwijzer, ijzererts en schroot in zodanige verhoudingen werden gesmolten dat de meeste koolstof en zuurstof als koolmonoxide ontsnapten. Met dit gas werd dan de luchtstroom voorverhit. In 1900 produceerde deze voordelige methode zelfs meer staal dan het Bessemerprocedé.

Behalve volgens de zoven genoemde methoden wordt nog op de volgende wijze staal vervaardigd. Een zuiver welijzer wordt in beenderkool geruime tijd flink gegloeid, het verkrijgt daardoor een hoger koostofgehalte. Het op deze wijze verkregen staal wordt cementstaal genoemd, het is zeer ongelijkmatig hard. Om het cementstaal gelijkmatiger te maken, bestaan twee methoden.
Volgens de eerste methode worden den stukken geslagen en in smeltkroezen gesmolten, het wordt een smeltkroesstaalgenoemd.
Volgens de tweede methode worden de stukken in bundels samen gepakt, deze worden aan elkaar geweld en uitgerekt. Deze bewerking herhaalt men enige malen, men verkrijgt dan het geraffineerde staal, dat voor werktuigen gebruikt wordt.
De gietwerken uit staal worden bijna uitsluitend uit vloeistaal vervaardigd. Het volgens de Siemens-Martin methode verkregen staal wordt hiervoor bij voorkeur gebruikt.

Processtappen voor de moderne industrie

Hoogovens
Hoogovens produceren ruwijzer, dit bevat ongeveer 4-5% koolstof en ook een aantal andere verontreinigingen (onder andere fosfor en zwavel).

Convertor
Door de aanwezigheid van bovengenoemde verontreinigingen is het ruwijzer nog onbruikbaar. Daarom wordt het nog verder gereinigd. Dit wordt gedaan in een convertor, waar met hoge snelheid bijna 100 procent zuurstof door het vloeibare ruwijzer geblazen wordt. Doordat zuurstof en koolstof zich erg makkelijk met elkaar verbinden wordt er koolstofmonoxide (CO) en koolstofdioxide (CO2) gevormd, welke als gasvormige fase ontstaan en zich dus makkelijk laten verwijderen van het vloeibare ruwijzer. Bij dit proces komen zeer hoge temperaturen voor, waarbij 1650 graden Celsius een gemiddelde waarde is van de lading.

Door deze behandeling komt er echter wel wat zuurstof in het staal te zitten dit kan later weer verwijderd worden door mangaan, aluminium of silicium toe te voegen. Het zuurstof zal zich aan deze stoffen binden. De gevormde oxides drijven op het vloeibare staal, omdat hun dichtheid lager is dan die van staal. Deze drijvende laag oxides op het staal noemt men de slak en moet gescheiden worden van het staal alvorens het staal verder bewerkt kan worden. Er zal altijd een kleine hoeveelheid aan verontreiniging in het staal achterblijven. Deze hoeveelheid is door de ver ontwikkelde staalbereidingsprocessen echter zo klein geworden dat het niet hinderlijk is.

Discontinu-gietproces
Als het staal zuiver genoeg is, moet het in een vaste vorm gegoten worden. Vroeger gebeurde dit in zogenaamde ingots of blokvormen, grote cilindrische gietvormen. Als het staal in de ingot geheel afgekoeld was, werd het verder bewerkt tot platen of profielen. Dit had echter een groot nadeel, de verontreinigingen die nog in het staal zaten, concentreerden zich veelal in het midden van de ingot, waardoor er daar een hoge concentratie verontreinigingen ontstaat, wat, indien niet voldoende gecontroleerd, voor problemen kan zorgen.

Continu-gietproces
Uit de converter waar het ruwijzer is omgezet in staal (boven 2% koolstofgehalte wordt het ijzer genoemd, onder de 2% koolstofgehalte heet het staal) gaat het staal naar een panbehandelings installatie alwaar het staal gehomogeniseerd wordt. Door toeslagstoffen als b.v. Niobium, Mangaan, Silicium, Aluminium en schroot wordt het staal op 'smaak'gebracht voor verdere verwerking. In een gekoelde gietvorm wordt het staal gegoten waar het al gedeeltelijk wordt afgekoeld. Zodra er een huid om het vloeibare staal is gevormd wordt het door middel van startkettingen uit de gietvorm getrokken door aangedreven rollen uit de gietvorm getrokken en door rollen ondersteund als een streng staal uit de machine geleid, hierna worden er door zuurstofbranders plakken van gesneden. De gemiddelde dikte is ongeveer 225 mm.

Een andere manier van continu gieten is het gietwals-proces, de dikte van de plak is hier ongeveer 70 mm en na het gieten wordt de plak door een oven geleid en direct gewalst, wat een grote besparing oplevert t.o.v. de dikke plak (die moet eerst opgewarmd worden alvorens die gewalst kan worden)

Recycleren van staal
Schroot kan worden hersmolten naar staal. Hier speelt het soort schroot een zeer belangrijke rol. Sterk verontreinigd schroot zal problemen opleveren bij het hersmelten. Vooral sporen van Cu (koper) kunnen roet in het eten gooien. Daarom is het zorgvuldig uitselecteren van schroot in verschillende categorieën belangrijk.

De aanwezigheid van roest in het schroot is echter juist een voordeel. De in het roest gebonden zuurstof helpt in de convertor bij het verwijderen van de overtollige koolstof in het ruwijzer.

Het hersmelten van schroot gebeurt veelal in elektrische ovens. Hiervan bestaan verschillende types: ovens die het staal indirect verwarmen (door stralingswarmte) of rechtstreeks (inductie).

Ongeveer een vierde van de wereldstaalproductie is thans afkomstig van gerecycleerd schroot.

Eigenschappen van het staal
Het koolstofgehalte van het staal ligt tussen dat van gietijzer en smeedijzer, het verenigt daardoor ook enigszins de eigenschappen van deze ijzersoorten in zich. Het laat zich zowel gieten als smeden en wellen. Als laspoeder gebruikt men bij staal slechts glas en borax.

Wordt het staal voortdurend verhit, dan verbrandt het, dit wil zeggen dat het murw en grof van korrel wordt.
Koelt men roodgloeiend staal snel af door het in een koude vloeistof te dompelen dan wordt het harder, door een roodgloeiend stuk stal in houtskoolpoeder langzaam laten afkoelen wordt het weker. Wordt zeer hard en broos staal langzaam tot +/- 270 verwarmd, dan verliest het zijn broosheid, wordt het veerkrachtiger en taaier, zonder dat het zijn hardheid verliest. Deze bewerking noemt men het temperen van het staal; de gereedschappen, messen, beitels, zagen... worden steeds getemperd.

Is het staal tijdens het verwarmen aan de lucht blootgesteld, dan krijgt het verschillende kleuren; men zegt dat het staalaanloopt.

Bij 220 is deze kleur bleekgeel, bij 230 strogeel, bij 255 bruin, bij 265 bruin met purperen vlekken, bij 277 purper, bij 288 helder-blauw, bij 293 donkerblauw en bij 316 zwartblauw.
De smelttemperatuur ligt bij staal tussen 1300-1800.
De uitzettingscoëfficiënt van het staal bedraagt voor n graad 0,00001079 - 0,0000124 (zie ook het berekenen van uitzetting zie onder punt 1. het ruw ijzer > Grauw ruwijzer en wit ruwijzer).
De verschillende soorten ijzer, ingedeeld naar de methoden volgens welke zij zijn verkregen, worden in de volgende tabellen aangegeven.
De grenzen waartussen het koolstofgehalte ligt zijn eveneens hierin aangegeven.
.
Ruwijzer
Koolstofgehalte 2,3-6%
Gemakkelijke te smelten, maar niet smeedbaar
Wit ruwijzerGrauw ruwijzer
Gietijzer
Het breukvlak ziet wit, grafiet is niet of slechts zeer weinig voor handen.
In gesmolten toestand moeilijk vloeibaar.
Het breukvlak ziet grauw, omdat er koolstof in de vorm van grafiet (grafiet) voor handen is.
In gesmolten toestand zeer dun vloeibaar.

Smeedbaar ijzer
Moeilijke te smelten, maar smeed- en welbaar.
SMEEDIJZER
Niet Hardbaar
Breukspanning lager dan 450 N/cm
Koolstofgehalte 0,04-0,6%
STAAL
Hardbaar
Breukspanning hoger dan 450 N/cm
Koolstofgehalte 0,6-2,3%
WelijzerVloeiijzerWelijzerVloeistaal
In kneedbare toestand verkregen volgens de frisch- en puddelmethodeIn vloeibare toestand verkregen volgens Bessemer, Thomas en Siemens-Martin methodeIn kneedbare toestand verkregen volgens de frisch- en puddelmethode.
Cementstaal.
In vloeibare toestand verkregen, volgens de Bessemer, Thomas en Siemens-Martin methode.
Smeltkroesstaal.

In deze moderne tijden hebben we nog tal van ander soorten staal die bepaalde eigenschappen verbeteren van het staal zoals de vormvastheid, de hogere elasticiteit, trek en druk sterkte, knik en wringen van het staal.

Men onderscheid volgende soorten:
- constructie staal: voor bijna alle gewone gebouwen
- ingenieurs staal: is veel sterker, voor rolbruggen, bruggen en ander structuren die meer vergen van het staal

Legeringen
Staal valt in drie groepen in te delen aan de hand van de hoeveelheid toegevoegde elementen (legeringselementen):
- ongelegeerd staal
- laaggelegeerd staal
- hooggelegeerd staal

Bij ongelegeerd staal praten we over ijzer met maximaal 1,5% aan legeringselementen. Laaggelegeerd staal bevat tussen 1,5% en 5% legeringselementen en hooggelegeerd staal is alles wat meer dan 5% aan legeringselementen bevat.

Koolstof is bij staal geen legeringselement. Als er meer dan 2% koolstof in ijzer zit spreken we over gietijzer.

Ongelegeerd staal
Onder ongelegeerd staal valt het staal dat maximaal 1,5% aan legeringselementen (exclusief koolstof (C)) bevat. Veel gebruikte legeringselementen zijn onder andere mangaan (Mn) en silicium (Si). Net als koolstof worden mangaan en silicium gebruikt om de sterkte en hardheid te verhogen. Silicium is tevens een bijproduct van het staal bereidingsproces, het wordt gebruikt om zuurstof aan het staal te onttrekken.

Ongelegeerd staal is het meest gebruikte staal ter wereld. Dit komt omdat het relatief goedkoop is en erg goed bewerkbaar.

Laaggelegeerd staal
Deze groep bevat tussen de 1,5 en 5% legeringselementen (exclusief koolstof). Net als bij ongelegeerd staal zijn mangaan en silicium veel voorkomende legeringselementen (Si = 0,7% Mn = 1,6%). Maar ook chroom (Cr), vanadium (V), nikkel (Ni) en molybdeen (Mo) zijn in deze groep veel voorkomende legeringselementen.

De invloeden van deze elementen zijn bij gebruik van verschillende elementen in een soort staal niet zo makkelijk te bepalen daar sommige van deze elementen elkaar tegenwerken en andere elkaar juist weer versterken.

Chroom wordt vaak gebruikt om staal oxidatie- en corrosiebestendig te maken. Ook van de harde en slijtvaste eigenschappen van chroom wordt veel gebruikgemaakt in de staalindustrie. Chroom wordt veel gebruikt in combinatie met nikkel of molybdeen. Chroom in combinatie met molybdeen (het zogenaamde chromonen staal) maakt het staal uitstekend bestand tegen hoge temperaturen en ook erg sterk. Vanadium wordt ook veel gebruikt in combinatie met chroom en molybdeen daar het ongeveer dezelfde eigenschappen geeft aan staal. Ook in gereedschapsstaal wordt veel vanadium gebruikt, het maakt het staal ook een stuk taaier wat erg gunstig is voor gereedschap.

Nikkel heeft gunstige invloed op staal bij heel hoge en heel lage temperaturen. En het wordt ook veel gebruikt om een aantal ongunstige eigenschappen van chroom tegen te gaan.

Hooggelegeerd staal
Hooggelegeerd staal bevat meer dan 5% aan legeringselementen. De bekendste die hieronder valt is roestvast staal (rvs). Een ander hooggelegeerd staal is gereedschapsstaal.

Hoofdlegeringselementen in rvs zijn chroom (Cr) en nikkel (Ni). Chroom kan alleen gebruikt worden om staal roestvast te maken maar meestal wordt er een combinatie van chroom en nikkel gebruikt, omdat nikkel een aantal ongewenste effecten van chroom tegenwerkt (bijvoorbeeld 18% Cr en 8% Ni).

Zoals de naam al doet vermoeden is rvs bestand tegen oxidatie en corrosie. Deze eigenschap is te danken aan de chemische verbinding die chroom aangaat met zuurstof. Door die chemische verbinding vormt er zich een oxidehuid op het staal. De oxidehuid is heel dun en daardoor doorzichtig. Ze bestaat uit een netwerk van chroom (III)oxide, dat wel elektronen kan geleiden maar geen ionen. Daardoor is het metaal tegen corrosie bestand mits de oxidehuid intact blijft. Dat is helaas niet het geval in een chloride oplossing, zoals zeewater of in gechloreerd zwemwater. Het resultaat is dan gelokaliseerde putvormige corrosie die heel moeilijk te stoppen is, omdat het chlorideion zich vooral in de corrosieputten verzamelt. Een toeslag van molybdeen kan wel bestendigheid tegen chloor opleveren, bijvoorbeeld voor gebruik in zwembaden. Om de eigenschappen te verbeteren is dan ofwel een laag koolstofgehalte wenselijk, maar dan is de verspaanbaarheid slechter, ofwel een toeslag van titanium, maar dan is de lasbaarheid slechter.

Sterkte
High Speed Steel (HSS) is staal dat bij hogere temperaturen zijn hardheid behoudt. Daardoor is het zeer geschikt voor gereedschap dat heet kan worden, zoals metaal- en betonboren. De sterkte of hardheid van het staal wordt bepaald door de hoeveelheid koolstof.

Trivia
Lineaire uitzettingscoëfficiënt bij kamertemperatuur 12 x 10-6K-1, oplopend naar 16 x 10-6K-1bij 600 graden Celsius en daarboven weer afnemend
De term "pisbakkenstaal" wordt soms gebruikt om een staalsoort van slechte kwaliteit aan te duiden (net als waaibomenhout gebruikt wordt om slecht hout aan te duiden). Soms wordt pisbakkenstaal afgekort tot PBS, vergelijkbaar met de afkorting RVS voor roestvast staal. In werkelijkheid moet echter voor een stalen urinoir juist een goede staalsoort gekozen worden vanwege de zuren in de urine.
"Ledikantenijzer" is de alternatieve term om gooi-en-smijtkwaliteit in staal aan te duiden.
De naam Stalin die de Sovjetdictator Josef Djoegasvili voor zichzelf koos, betekent "De Man van Staal".
De typische Duitse soldatenhelm uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog wordt als Stahlhelm (stalen helm) aangeduid.

Het warmbad galvaniseren van staal

Meer over Ijzerconstructies en sterkteleer

Sterkteklasses van constructiestaal

Cellenbeton: eigenschappen en specificaties

Cellenbeton blokken
Cellenbeton is een ruwbouw-materiaal met een dragende en isolerende functie. Het materiaal zelf bestaat uit een cellenstructuur gecreëerd door gasbellen (gasbeton) en staat het meest bekent als Ytong-stenen. Ytong is in feite de bekendste merknaam die cellenbeton-blokken produceert. Deze firma is inmiddels deels geworden van de groep Xella.

Afmetingen
Het materiaal is in de handel verkrijgbaar in grote platen van 60 cm hoog en maximum 7 meter lang. Maar ook kleine bouwelementen in de vorm van snel-bouwstenen kunnen verkregen worden.
De verkrijgbare diktes zijn: 9 cm, 15 cm, 19 cm en 24 cm.

Samenstelling van cellenbeton
Cellenbeton bestaat uit fijn wit zand, kalk, cement en aluminiumpoeder.

Soortelijke massa van cellenbeton
Het soortelijk gewicht van cellenbeton bedraagt tussen de 400 à 800 kg. Hoe lichter het materiaal, hoe beter de thermische isolatie.

Officiële klassering van het soortelijk gewicht
P 0,4 = < 400 kg/m³
P 0,5 = < 500 kg/m³
P 0,6 = < 600 kg/m³
P 0,7 = < 700 kg/m³
P 0,8 = < 800 kg/m³

Cellenbeton panelen
Officiële klassering van de drukweerstand
f6 = min. 6 N/mm²
f4 = min. 4 N/mm²
f3 = min. 3 N/mm²
f2 = min. 2 N/mm²

Vochtweerstand van cellenbeton
De gesloten cellen hebben een grote van 1 tot 1,5 mm en zijn volledig omringd door beton. Het water beschikt dus vrijwel over geen ruimte om diep in het materiaal door te dringen.

Brandweerstand van cellenbeton
Muurdikte 9 cm = meer dan 2 uur brandweerstand
Muurdikte 15 cm = meer dan 3 uur brandweerstand
Muurdikte 19 cm = meer dan 4 uur brandweerstand
Muurdikte 24 cm = meer dan 6  uur brandweerstand

Aanvullende producten voor de montage en plaatsing van cellenbeton
Lijmmortel: voor gelijnd metselwerk met dunne voegen van 2 à 3 mm.
Reparatiemortel: voor het herstellen van lichte beschadigingen tijdens het plaatsen.
Binnen en buiten-bepleistering.
Moussebanden om tussen betonplinten en cellenbeton te plaatsen om waterindringing tegen te houden.
Verschillend bevestigingsmateriaal, verankerings--elementen zijn voorradig.

Kunststoffen - eigenschappen en informatie

Kunststof bestaat uit macro-moleculen. Dit zijn lange ketens van duizenden atomen die aan elkaar geschakeld zijn. Kunststof wordt chemisch gemaakt aan de hand van niet-natuurlijke scheikundige processen. Het hoofdbestanddeel van kunststof is polymeer. Een polymeer is een molecuul dat bestaat uit een sequentie van van meerdere identieke of soortgelijke delen die aan elkaar zijn gekoppeld.

Eigenschappen van kunststoffen
Kunststoffen zijn zeer sterk in verhouding tot het geringe gewicht.
Ze isoleren zeer goed tegen warmte en elektriciteit.
Kunststoffen zijn waterdicht.
Duurzaam en chemisch bestendig.
Is hard, taai, soepel, elastisch (naargelang de toepassing).

Hoofdonderdelen van kunststoffen
Thermoplasten: Polyvinylchloride (PVC)
Thermoplasten: Fenolformaldehyde (PF)

Vervaardigingstechnieken van kunststofproducten
Kan bekomen worden door extrusie.
Door spuitgieten.
Of het persen in vormen.

Eigenschappen van kunststofproducten
Waterdicht
Taaie en sterke materialen
Chemisch bestendig
Kunststoffen hebben een grote temperatuur uitzetting.
Ze hebben een glad binnen-oppervlak.

Meer over:
Bakeliet (kunststofmateriaal)

Metalen en hun eigenschappen (ruwijzer, staal, ferrometalen, non-ferrometalen, legeringen)

Gegalvaniseerde staalconstructie
Hoofd-opdeling van de soorten metalen
Ferrometalen: IJzer en alle legeringen op basis van ijzer, uit ijzererts vervaardige metalen zoals ruwijzer, gietijzer en staal.

Non-ferrometalen: niet ijzerhoudende metalen, zoals aluminium, zink, lood, goud en koper.

Legeringen: samengestelde metalen zoals soldeer, messing en brons.

Ruwijzer
Ruwijzer wordt bekomen door het smelten van ijzererts in een hoogoven waarbij de slak (kalkhoudende delen) van het ijzer wordt gescheiden. Ruwijzer is het basisproduct voor alle ijzer en staal soorten.

Soorten ruwijzer
Grijs ruwijzer: donker van kleur en korrelig op de breuk, zeer geschikt voor gietijzer.
Wit ruwijzer: licht van kleur en glinsterend op de breuk, geschikt voor het vervaardigen van smeedijzer.

Gietijzer
Een klein gedeelte van de productie van ruwijzer gaat naar ijzergieterijen en wordt opnieuw gesmolten en tot voorwerpen gegoten. Gietijzer bevat 3 tot 4 % koolstof.

Grijs gietijzer
Voordelen:
- hoge druksterkte
- hoge slijtweerstand
- is corrosiebestendig
- is lasbaar
- is betrekkelijk goedkoop

Nadelen:
- onvervormbaar
- heeft een geringe trekvastheid

Toepassingen in de bouwnijverheid:
- standleidingen en hulpstukken
- straatkolken
- putdeksels
- rioolbuizen
- sifonputjes
- dakvensters

Magnetisch
Er zijn veel metalen die voor een klein deel magnetisch zijn. Er zijn echter een paar metalen die direct aangetrokken worden door een magneet. Ferromagnetisme genoemd. De bekendste ferromagnetische metalen zijn: ijzer, kobalt en nikkel.

METALEN EN HUN EIGENSCHAPPEN:

Brons
Roodkoper + tin + kleine hoeveelheid non-ferrometalen
- mechanisch bewerkbaar
- is corrosiebestendig
- is hard en slijtvast
- is gietbaar

Messing
Koper + zink
- mechanisch bewerkbaar
- kan gepolijst worden
- kan vernikkeld worden

Gelegeerd zink
Zink + kleine deeltjes koper en titaan
- kan goed tegen atmosferische invloeden
- mechanisch bewerkbaar
- heeft een verbeterde mechanische weerstand
- is goed bestand tegen temperaturen

Lood
Komt zo in de natuur voor
- kan goed tegen atmosferische invloeden
- goed mechanisch te bewerken
- goed om te solderen

Koper
Komt zo in de natuur voor
- kan goed tegen atmosferische invloeden
- goed mechanisch te bewerken
- goed om te solderen
- is warmtegeleidend

Aluminium
Komt uit het aluin metaal waar ze aluminiumoxide uit filteren.
- is zeer licht
- goed mechanisch te bewerken
- is corrosiebestendig
- heeft een grote treksterkte
- is lasbaar
- heeft een gering gewicht
- heeft een lage treksterkte in vergelijking met staal-soorten
- moet beschermt zijn tegen corrosie
Meer over aluminium 

Gegalvaniseerde stalen dakspanten 
Staal
Legering uit ijzer en koolstof. Het is in feite gesmolten ruwijzer die gezuiverd is door middel van zuurstof die zo de onzuiverheden verbrand. Er blijft natuurlijk nog een gering percentage koolstof achter in het ijzer. Zo bekomt men dus staal.
- is lasbaar
- zeer sterk, grote treksterkte
- gemakkelijk roestbaar zonder beschermlaag
- is zwaar

IJzer (smeedijzer)
Zo in de natuur terug te vinden, Fe afgekort
- is lasbaar
- gemakkelijk roestbaar
- is zwaar

Inox (roestvrij staal, RVS)
Legering van hoofdzakelijk ijzer, chroom, nikkel en koolstof.
- even sterk als staal
- is lasbaar
- is corrossiebestendig
- is zwaar

Roestvrij staal is in wezen een Britse uitvinding.
Het werdt per ongeluk ontdekt door Harry Brearley in Sheffield in 1913. Dit terwijl hij aan het experimenteren was met nieuwe legeringen voor wapens. Maar het was het Duitse bedrijf Krupp, die en paar jaar later het eerste niet magnetische staal produceerde. Het is een geweldig product waarbij het oppervlak wordt beschermd door een passieve film. Het heeft een zeer lange levensduur en kan niet roesten of corroderen. Dit maakt natuurlijk dat er een hoog prijskaartje aan vast hangt.

Titanium (Ti)
- zeer sterk, even sterk als inox
- licht, ongeveer even licht als aluminium
- polijstbaar

Dit is uitstekend materiaal voor bevestigingsmaterialen die veel sterkte vragen zoals motorfietsen en motoren. Dit materiaal kan worden gepolijst en geanodiseerd in bepaalde kleuren (meestal blauw), maar kan net zo goed verwerkt worden in brute staat. Titanium is zo sterk als roestvrij staal maar de dichtheid is ongeveer gelijk aan dat van aluminium. Dit materiaal is dus bijna even licht als aluminium.

Cortenstaal
Bekend als weervast staal, metaallegering van ijzer +  koper, fosfor, silicium, nikkel en chroom. Ze hebben een bruine roestkleur De roestkleurige en zeer dichte oxidehuid schermt het dieper liggende materiaal af van zuurstof, waardoor de oxidatie sterk vertraagt, hoewel in holten die vol staan met water de corrosie zich wel voortzet. Door de oxidehuid is het niet nodig het materiaal te schilderen.

Meer over Ijzerconstructies en sterkteleer

Soorten isolatiematerialen en hun eigenschappen

Een goed geïsoleerd huis die zo weinig mogelijk koude bruggen bevat is 1 van de beste manieren om uw energiefactuur zo laag mogelijk te houden. Voor iedere toepassing in uw huis kan er isolatie voorzien worden. Isolatie voor in de vloer, de spouwmuren, en het dak, isolerende beglazing is zelfs mogelijk.

Hieronder gaan we de meest gebruikte thermische isolatiematerialen bespreken. Wat zijn hun goede eigenschappen en welke Lambda waarden hebben deze materialen? Hierbij is het belangrijk om te weten dat: hoe lager de Lambda waarde in W/mK, hoe beter het materiaal isoleert. Het is ook zo dat wanneer men dikker gaat met bepaalde isolatiematerialen bijvoorbeeld van 5 cm naar 10 cm dikte, dat men er niet mag van uitgaan dat de dikte van 10 cm ook werkelijk 2 maal beter zal isoleren. In tegendeel, hoe dikker hoe beter maar er treedt wel een verzwakking op van de isolatiewaarde wanneer men dikker en dikker gaat met het zelfde isolatiemateriaal. Bijvoorbeeld: Een EPS plaat van 60 mm heeft een Lambda waarde van 0,038 W/mK, een EPS plaat van 120 mm heeft een Lambda waarde van: 0,035 W/mK.

PUR (PU) (Polyurthaan)
Kan zowel in vaste platen (met tand en groef) als in gespoten schuim verhandeld worden.
PUR is een kunststofmateriaal gemaakt uit olie en heeft als nadeel dat het zeer ontvlambaar is.
Voornamelijk gebruikt in spouwmuren.

Kenmerken en eigenschappen:
- Lambda d-waarde (Warmtegeleidingscoëfficient): 0,027 W/mK.


PIR (Polyisocyanaat)
Kunststof dat geproduceerd wordt met isocyanaten onder toevoeging van katalysatoren en drijfgassen.
Brandtechnisch is PIR een verbeterde versie van PUR.
PIR heeft minder rookgassen vrij maar is wel nog zeer ontvlambaar.
Kan verhandeld worden in vaste platen (met tand en groef), de meest platen zijn bekleed met een dampdichte of bitumineuze laag.
PIR is ook drukvast zodat ze ideaal zijn om te gebruiken in vloeren en platte daken, maar ook in spouwmuren.

Kenmerken en eigenschappen:
- Lambda d-waarde (Warmtegeleidingscoëfficient): tussen de 0,023 W/mK en de 0,026 W/mK.
- Warmteopslagcapaciteit c: 1200 J/kgK
- Volumemassa: 30 kg/m³
- Diffusieweerstand (µ-waarde): 60 - 80
- Brandklasse: B, S2, d0


EPS (Geëxpandeerde Polystyreen) (ISOMO, PS)
Wordt door suspensiepolymerisatie uit styreen geproduceerd.
EPS wordt ook wel eens PS of ISOMO genoemd.
Het uitzicht van EPS is te vergelijken met witte geëxpandeerde korreltjes ter grote van een paar millimeter.
Er is ook nog een extrudeer-methode om PS platen te produceren. Hierij krijg je een opgeschuimde plaat.

Kenmerken en eigenschappen van 60 mm EPS ISOMO:
- Lambda d-waarde (Warmtegeleidingscoëfficient) 90/90 ld: 0,038 W/mK
- Volumemassa, waarbij de l-waarde minimaal is: tussen 30 en 50 kg/m³
- Diffusieweerstand (µ-waarde): 20 - 50
- Druksterkte 10% vervorming: 60
- Buigsterkte: 100

Rotswol
Is perfect bestendig tegen vuur, zelfs tegen temperaturen boven de 1000°C. Met andere woorden onbrandbaar.
Rotswol omhult stilstaande lucht. Hierbij komt dat stilstaande lucht het beste natuurlijke thermische isolatiemateriaal is die er bestaat.
Er is altijd een naadloze aansluiting tussen de isolatie en het materiaal waar het tegen aangebracht wordt daar rotswol kan ingedrukt worden (persbaar) zo heb je een naadloze aansluiting tussen isolatie en materiaal, wat dan weer de isolatiewaarde op zich doet verhogen, want hoe minder gaten en spleten er zich tussen de materialen bevinden hoe beter het geheel isoleerd.
Rotswol zorgt ook voor een uitstekende geluidsisolatie. Het heeft met andere worden een hoge geluidsabsorptie.

Kenmerken en eigenschappen:
- Lambda d-waarde (Warmtegeleidingscoëfficient) (tussen de 30° - 100°): 0,034 W/mK - 0,043 W/mK

Kurk
Kurkplaten worden vervaardigd met vermalen kurkkorrels en zijn 100% natuurlijk, afkomstig van de schors van kurkeiken. Door het verwarmen van de kurk wordt deze geëxpandeerd om te ontdoen van eventuele harsen.
Kan in platen of losse korrels verkregen worden.
Kurk is ideaal als vloerafwerking en het heeft een uitstekende geluidisolatie.
De isolatiewaarde van kurk neemt met de tijd nauwelijks af en kan van nature niet aangetast worden door muizen en termieten.
Het is milieuvriendelijk omdat het bijna voor 100% kan worden gerecycleerd.

Kenmerken en eigenschappen:
- Lambda d-waarde (Warmtegeleidingscoëfficient): 0,038 - 0,040 W/mK
- Warmteopslagcapaciteit c: 1670 J/kgK
- Volumemassa: 110 - 180 kg/m³
- Diffusieweerstand (µ-waarde) : 25 - 30
- Brandklasse: B2

Argex (Geëxpandeerde kleikorrels)
Bestaat uit geëxpandeerde kleikorrels. Tijdens het proces komen er luchtbelletjes in de korrel terecht die zorgen voor de isolatie-eigenschappen. Het is 100 procent natuurlijk daar het volledig uit klei bestaat.
Het wordt vooral gebruikt in isolerende chappes en betontoepassingen.
Klik hier voor meer informatie over de firma Argex.

Kenmerken en eigenschappen voor een laagdikte van 15 cm:
- Lambda d-waarde (Warmtegeleidingscoëfficient): 0,832 W/mK
- Lambda d-waarde (Warmtegeleidingscoëfficient) rekenwaarde voor Argex: 0,127 W/mK

Cellenglas
Ook wel Foamglas genoemd. Dit is opgeschuimd glas.
Deze isolatiesoort is zeer duur maar wel zeer sterk, licht verhandelbaaar, duurzaam en drukbestendig. Ze wordt vaak gebruikt bij het aansluiten van binnenvloeren met een balkon, waarbij de muur moet steunen op een laag Cellenglas. Zo begrijp je meteen waarom cellenglas drukvast moet zijn. Het moet namelijk meerdere lagen metselwerk kunnen opvangen. Maar dit product maakt het wel mogelijk om koudebrugvrij te werken waar er een grote druk plaats vindt. Cellenglas kun je herkennen aan de zwarte korrelige structuur.

Kenmerken en eigenschappen:
- Lambda d-waarde (Warmtegeleidingscoëfficient): 0,05 W/mk

Conclusie:
Uit onze vergelijkingen kunnen we opmerken dat PIR-isolatie het beste kan isoleren dit zal dan ook de standaard worden in de volgende generatie gebouwen waar men meer en meer zal moeten isoleren. PUR-isolatie, die momenteel de standaard is voor hoogwaardige isolatietoepassingen, zal in de nabije toekomst vervangen worden door de hoogwaardigere PIR-isolatie.

Zie hier waar en hoe er isolatie kan worden toegepast in bepaalde vloeren van uw woningen.

Aluminium (Alu, Al) eigenschappen, definitie, omschrijving en betekenis


Aluminium (ook wel eens aangeduid met Alu of Al) is in de eerste instantie een metaal die je kan smelten en tot gelijk welke vorm kan gieten of uit een moule trekken. Zo ontstaan er tal van ingewikkelde profielen maar ook platen en strippen zijn vrij in de handel te verkrijgen. Voor veel onderdelen en technische toepassingen wordt een hogere sterkte gevraagd dan zuiver aluminium bezit. De sterkte kan dan ook verhoogt worden door middel van legeren en eventuele warmtebehandelingen. De hoofdlegeringselementen zijn: koper, magnesium, silicium, zink en mangaan. Aluminium kent vele toepassingen vooral in de bouwsector, denk maar aan ramen, deuren, en veranda's.

Volledig recycleerbaar
Aluminium is 100% recycleerbaar zonder kwaliteitsverlies. Aluminium kan onbeperkt worden gerecycleerd en het hersmelten van aluminium vereist weinig energie. Het recyclageproces vereist slechts zo'n 5% van de energie om het aanvankelijke primaire metaal te produceren.
Aluminium heeft een grote intrinsieke waarde en lage gebruikskosten dankzij zijn lange levensduur en het minimum aan onderhoud dat vereist is.

Uiterst roestbestendig en duurzaam
Aluminium genereert op natuurlijke wijze een beschermende oxidecoating en is zeer roestbestendig. Verschillende soorten oppervlaktebehandeling zoals anodiseren, verven of lakken kunnen deze eigenschap nog verbeteren. Aluminium is bijzonder nuttig voor toepassingen waarbij bescherming en conservering vereist zijn.

Aluminium is licht en sterk
Aluminium is een heel licht metaal met een soortelijk gewicht van 2,7 g/cm3 (ongeveer één derde van staal) en kan worden gelegeerd tot dezelfde sterkte als vele bouwstaalsoorten. Het gebruik van aluminium verlaagt bijvoorbeeld het dood gewicht en het energieverbruik en verhoogt tegelijkertijd het laadvermogen.

Aluminium is een goede geleider van elektriciteit en warmte
Aluminium is een uitstekende warmte- en elektriciteitsgeleider en per gewichtseenheid is het een bijna tweemaal betere geleider dan koper. Hierdoor is aluminium het meest gebruikte materiaal voor grote stroomtransmissieleidingen.
Aluminium heeft ook goede reflecterende eigenschappen. Het is een goede reflector van zichtbaar licht en hitte, waardoor het in combinatie met zijn laag gewicht een ideaal materiaal vormt voor reflectoren in bijvoorbeeld lichtarmaturen of reddingsdekens.
Copyright: byWM