Mist en dauw zorgen voor een hoge luchtvochtigheid |
Tot temperaturen van 30 °C komt deze verhouding nagenoeg overeen met die tussen de aanwezige absolute vochtigheid en de maximaal mogelijke absolute vochtigheid. Hier spreekt men ook van luchtvochtigheid.
De relatieve vochtigheid is een belangrijke grootheid bij de verwerking van verf en lak omdat er bij een relatieve hoge vochtigheid de kans wordt vergroot op het ontstaan van vochtwaas in de gedroogde verffilm. De verdamping van het verf-, oplos- of verdunningsmiddel gaat gepaard met afkoeling. Hierbij komt dan nog eens dat wanneer de temperatuur rond de verffilm onder het dauwpunt valt er waterdamp ontstaat door condensatie, dit kan dan weer aanleiding geven tot vochtwaas (ook wel waasvorming genoemd). Naarmate de relatieve vochtigheid hoger is zal er ook sneller vochtwaas kunnen ontstaan.
Bij een hoge relatieve vochtigheid bestaat de kans, dat de te schilderen ondergrond (vooral bij metalen) vochtig is. Dit wil zeggen dat de ondergrond met een onzichtbare vochtfilm is bedekt. Dit kan er voor zorgen dat de hechting van de verf op de ondergrond ongunstig wordt.
Bij een hoge relatieve vochtigheid zal een poreus materiaal zoals beton en hout veel vocht bevatten. Indien dit vocht wordt ingesloten door het aanbrengen van een verflaag aan te brengen aan de oppervlakte dan kan er blaarvorming ontstaan. Dit doordat het ingesloten water bij hogere temperaturen naar buiten wil.
Bepaalde verbindmiddelen reageren met waterdamp uit de lucht. Dit is het geval bij washprimers en bij het lakken op basis van isocyanaten. Bij een hoge relatieve vochtigheid van de lucht zal de doorhardingsreactie bij dergelijke lakken niet ongestoord kunnen verlopen. Dit heeft meestal een achteruitgang van de eigenschappen tot gevolg. Zo kan er een verminderde hechting of hardheid voorkomen.
Omwille van al deze redenen is het aanbrengen van een lak of verflaag bij een hoger relatieve vochtigheid van de lucht niet aan te bevelen.