W. Büning werkte aan het Institut für Tageslichttechniek in Berlin-Grunewald. Büning stelde samen met Prof. Dr. Ing. W. Arndt (dir. Lichttechnische afdeling van het Duitse Philips G.m.b.H) een methode vast om de wenselijke raamopeningen in woonruimten met het oog op de toetreding van daglicht te bepalen.
In 1953 publiceerde Büning de resultaten van een nieuwe reeks onderzoeken op gebied van daglicht in woonruimten. Zo beschreef hij in zijn 'Fortschritte und Forschungen im Bauwesen, Reihe D Heft 10' een nieuwe methode om de grootte van raamopeningen te bepalen.
Maar ook zijn collega Arndt publiceerde een methode om raamopeningen te bepalen rekening houdend met het binnenkomend daglicht (daglichtberekeningen). Dit naslagwerk werd gepubliceerd in 'Lichttechnik juli 1951'.
In 1953 publiceerde Büning de resultaten van een nieuwe reeks onderzoeken op gebied van daglicht in woonruimten. Zo beschreef hij in zijn 'Fortschritte und Forschungen im Bauwesen, Reihe D Heft 10' een nieuwe methode om de grootte van raamopeningen te bepalen.
Maar ook zijn collega Arndt publiceerde een methode om raamopeningen te bepalen rekening houdend met het binnenkomend daglicht (daglichtberekeningen). Dit naslagwerk werd gepubliceerd in 'Lichttechnik juli 1951'.