Normalisatie beoogt besparing voor de gemeenschap te bereiken door te streven naar beperking van ongemotiveerde verscheidenheid in de productie, in vrijwillige samenwerking van de betrokken belangengroepen. Deze beide grondslagen, het dienen van het algemeen beland en het vrijwillig karakter, zijn kenmerkend voor alle normalisatie in westerse landen.
Aanvankelijk richtte de normalisatie zich op beperking van nodeloze verscheidenheid van vorm en vastlegging van afmetingen in normbladen (Eng.: Standards, Fr.: Normes, Dts: Normen), dus op typebeperking door maatnormalisatie (klinknagels, bouten en moeren, betonartikelen enz.). Deze vorm van normalisatie ligt het meest voor de hand en spreekt het meest tot de "man in de straat". Dagelijks heeft men te maken met tal van geheel of gedeeltelijk genormaliseerde voorwerpen, waarvan de verwisselbaarheid door maatnormalisatie als vanzelfsprekend wordt aanvaard (schroefhulzen voor elektrische lampen, stopcontacten, kranen, fietsbanden, bouten en moeren, Engelse sleutels, afmetingen van keukenkasten, wasmachines, ...)
Het waren de snelle ontwikkeling van de ijzer- en staalindustrie en de economische noodzaak tot beperking van de oorspronkelijke grenzeloze verscheidenheid in gewalste profielen, die de stoot hebben gegeven tot de oprichting in 1901 van het Britisch Standards Institution, de eerste landelijke normalisatie-instelling. Het bedrijfsleven kwam hierin tot een vrijwillige samenwerking en beperking van profieltypen en afmetingen, waardoor serieproductie en beperking van magazijnvoorraden mogelijk werden. Ook in Nederland is uit de economische nood in Wereldoorlog I op initiatief van enkele industriƫlen de Stichting voor de Normalisatie in Nederland geboren.
Naast de maatnormalisatie werd al spoedig ook de kwaliteit van het product in de normalisatieactiviteiten betrokken, door vastlegging van kenmerkende materiaaleigenschappen en opstelling van keuringseisen en beproevingsmethoden (kwaliteitsnormalisatie). Toepassing van deze normen waarborgt het gebruik van deugdelijke grondstoffen en producten en maakt onpartijdige beoordeling door middel van keuringsnormen mogelijk. Deze kwaliteitsnormalisatie betreft o.m. bouwmaterialen en bouwonderdelen, doch in recente jaren zijn ook eisen van verdergaande strekking als de technische en fysische kwaliteitseisen van gebouwen vastgelegd in grondslagen voor bouwvoorschriften. Als men het over normen heeft, spreekt men ook over instanties die alles controleren als alles wel volgens de normen geproduceerd word, de producten krijgen hierbij een kwaliteitslabel toegekend. Een aantal kwaliteitslabels zijn: CE-gekeurd, meestal voor elektrische toestellen, BENOR voor betonproducten en bouwmaterialen in het algemeen. Een klein weetje hierbij is wanneer men een niet CE-gekeurd toestel op het elektriciteitsnet aansluit en er ontstaat een kortsluiting met brand als gevolg, de verzekering weinig of niet tussenkomt omdat zo'n toestellen binnen Europa in feite niet gebruikt mogen worden. Het zelfde bij BENOR producten, dit geld van Belgiƫ daar het een Belgische norm is, in Duitsland zijn er zelfs nog strengere normen. Dezer dagen vindt men over normalisatie, niet alleen in materialen maar ook een huis moet de dag van vandaag aan bepaalde eisen voldoen om goedgekeurd te zijn en dit in zake, isolatie en ventilatie.
In het belang van de veiligheid werden op allerlei gebieden veiligheidsvoorschriften opgesteld, bijvoorbeeld op elektriciteit gebied, voor het verkeer langs de weg, voor centrale verwarmings- en gasinstallaties, liften, brandveiligheid enz.
Daarnaast bestond behoefte aan algemene aanwijzingen, beogende eenheid te brengen in benamingen en definities op allerlei gebied, in aanduidingen van technische tekeningen, symbolen voor eenheden enzoverder.
Een algemeen streven naar meer stelselmatigheid en rationalisatie van het bouwen komt de laatste jaren tot uiting in het propageren van de bouwmodules als basis voor de maatnormalisatie van bepaalde bouwmaterialen en onderdelen.
Het voorgaande overzicht illustreert dat in normalisatie de mogelijkheid ligt tot besparing voor de gemeenschap door: kostprijsverlaging door serieproductie en vermindering van in voorraden vastgelegd kapitaal; bevordering van behoorlijke kwaliteit en vereenvoudiging van de controle daarop: het scheppen van gelijke voorwaarden voor aanbesteding door genormaliseerde bouw-, installatie- en veiligheidsvoorschriften; bevordering van stelselmatigheid en besparing van denkarbeid en tekenarbeid op ontwerp- en constructiebureau. Kortom normalisatie bevordert een rationele behoeftevoorziening voor de maatschappij als geheel.
Normalisatie mag echter niet alleen worden gezien als resultaat van technisch-economische overwegingen, maar heeft als maatschappelijk verschijnsel evenzeer menselijke en culturele aspecten.
Verwante informatie over standaardisering en normalisatie:
Munteenheden en ISO-code per landAanvankelijk richtte de normalisatie zich op beperking van nodeloze verscheidenheid van vorm en vastlegging van afmetingen in normbladen (Eng.: Standards, Fr.: Normes, Dts: Normen), dus op typebeperking door maatnormalisatie (klinknagels, bouten en moeren, betonartikelen enz.). Deze vorm van normalisatie ligt het meest voor de hand en spreekt het meest tot de "man in de straat". Dagelijks heeft men te maken met tal van geheel of gedeeltelijk genormaliseerde voorwerpen, waarvan de verwisselbaarheid door maatnormalisatie als vanzelfsprekend wordt aanvaard (schroefhulzen voor elektrische lampen, stopcontacten, kranen, fietsbanden, bouten en moeren, Engelse sleutels, afmetingen van keukenkasten, wasmachines, ...)
Het waren de snelle ontwikkeling van de ijzer- en staalindustrie en de economische noodzaak tot beperking van de oorspronkelijke grenzeloze verscheidenheid in gewalste profielen, die de stoot hebben gegeven tot de oprichting in 1901 van het Britisch Standards Institution, de eerste landelijke normalisatie-instelling. Het bedrijfsleven kwam hierin tot een vrijwillige samenwerking en beperking van profieltypen en afmetingen, waardoor serieproductie en beperking van magazijnvoorraden mogelijk werden. Ook in Nederland is uit de economische nood in Wereldoorlog I op initiatief van enkele industriƫlen de Stichting voor de Normalisatie in Nederland geboren.
Naast de maatnormalisatie werd al spoedig ook de kwaliteit van het product in de normalisatieactiviteiten betrokken, door vastlegging van kenmerkende materiaaleigenschappen en opstelling van keuringseisen en beproevingsmethoden (kwaliteitsnormalisatie). Toepassing van deze normen waarborgt het gebruik van deugdelijke grondstoffen en producten en maakt onpartijdige beoordeling door middel van keuringsnormen mogelijk. Deze kwaliteitsnormalisatie betreft o.m. bouwmaterialen en bouwonderdelen, doch in recente jaren zijn ook eisen van verdergaande strekking als de technische en fysische kwaliteitseisen van gebouwen vastgelegd in grondslagen voor bouwvoorschriften. Als men het over normen heeft, spreekt men ook over instanties die alles controleren als alles wel volgens de normen geproduceerd word, de producten krijgen hierbij een kwaliteitslabel toegekend. Een aantal kwaliteitslabels zijn: CE-gekeurd, meestal voor elektrische toestellen, BENOR voor betonproducten en bouwmaterialen in het algemeen. Een klein weetje hierbij is wanneer men een niet CE-gekeurd toestel op het elektriciteitsnet aansluit en er ontstaat een kortsluiting met brand als gevolg, de verzekering weinig of niet tussenkomt omdat zo'n toestellen binnen Europa in feite niet gebruikt mogen worden. Het zelfde bij BENOR producten, dit geld van Belgiƫ daar het een Belgische norm is, in Duitsland zijn er zelfs nog strengere normen. Dezer dagen vindt men over normalisatie, niet alleen in materialen maar ook een huis moet de dag van vandaag aan bepaalde eisen voldoen om goedgekeurd te zijn en dit in zake, isolatie en ventilatie.
In het belang van de veiligheid werden op allerlei gebieden veiligheidsvoorschriften opgesteld, bijvoorbeeld op elektriciteit gebied, voor het verkeer langs de weg, voor centrale verwarmings- en gasinstallaties, liften, brandveiligheid enz.
Daarnaast bestond behoefte aan algemene aanwijzingen, beogende eenheid te brengen in benamingen en definities op allerlei gebied, in aanduidingen van technische tekeningen, symbolen voor eenheden enzoverder.
Een algemeen streven naar meer stelselmatigheid en rationalisatie van het bouwen komt de laatste jaren tot uiting in het propageren van de bouwmodules als basis voor de maatnormalisatie van bepaalde bouwmaterialen en onderdelen.
Het voorgaande overzicht illustreert dat in normalisatie de mogelijkheid ligt tot besparing voor de gemeenschap door: kostprijsverlaging door serieproductie en vermindering van in voorraden vastgelegd kapitaal; bevordering van behoorlijke kwaliteit en vereenvoudiging van de controle daarop: het scheppen van gelijke voorwaarden voor aanbesteding door genormaliseerde bouw-, installatie- en veiligheidsvoorschriften; bevordering van stelselmatigheid en besparing van denkarbeid en tekenarbeid op ontwerp- en constructiebureau. Kortom normalisatie bevordert een rationele behoeftevoorziening voor de maatschappij als geheel.
Normalisatie mag echter niet alleen worden gezien als resultaat van technisch-economische overwegingen, maar heeft als maatschappelijk verschijnsel evenzeer menselijke en culturele aspecten.
Verwante informatie over standaardisering en normalisatie:
ISO-Code van de Europese Landen