Een dak bestaat uit tal van onderdelen. En voor iedere lijn of schuine zijde is er wel een benaming waar schrijnwerkers en dak-werkers gretig gebruik van maken. Om wijs te geraken uit die termen is een tekening het beste middel om één en ander duidelijk te maken. Ieder element dat met een nummer is aangeduid op de tekening wordt onderaan de tekening beschreven. Het dak van het huis is een typisch noordboomdak maar dan wel voorzien van alle mogelijke onderdelen waaruit een dak kan bestaan.
01. Rechte horizontale druiplijn, dakgoot
02. Schuine druiplijn
03. Ladderhaken (veiligheidshaken)
04. Vrije zijrand
05. Zijrand tegen opgaande muur
06. Bovenrand tegen opgaande muur
07. Schuine zijrand
08. Noklijn (nok, veust)
09. Schoorsteen (schouw)
10. Ventilatie-koker, schouw (keuken, badkamer,...)
11. Dakvenster
12. Lichtplaat
13. Noordboom (Hoekkeper)
14. Slaper (Kilgoot, kil)
15. Dakvenster
16. Convexe kniklijn
17. Dakkapel
18. Rond dakvenster (Oeil-de-boeuf)
19. Regenpijp, regenafvoer
20. Zonnepanelen
21. Gevelbekleding
22. Onderschild
23. Bovenschild
24. Afdak (Neerlat)
25. Eindschild
26. Wolfseind
27. Langsschild
28 Aansluiting noklijn-hoekkeperlijn
29. Piron (Vorstenhoed, broekstuk)
30. Concave kniklijn