Afzettingsgesteenten zijn gesteenten die ontstaan zijn uit
primaire gesteenten. Om deze reden worden ze soms ook wel secundaire of
sedimentgesteenten genoemd.
In het Latijn noemen ze Sedere, dit betekend: Zich
neerzetten.
In het Grieks noemen ze Katogeen, dit betekend: Van boven
afkomstig.
De meeste sedimenten zijn door bezinking ontstaan, ofwel uit
het water, of uit de lucht.
Soms vertonen deze stenen een gelaagde structuur.
De afzettingsgesteenten wordt onderverdeeld door het type
transportmiddel (wind, water of ijs) die wordt gebruikt waarbij de
verwervingsproducten van de primaire gesteenten wordt vervoerd. Zo worden de
secundaire gesteenten onderverdeeld in aeolische, alluviale en glaciale
gesteenten. Maar meestal worden ze in klastische, chemische en organogene sediment
gesteenten onderverdeeld.
Klastische sediment gesteenten
Dit zijn puingesteenten die voor het grootste deel uit
mineraalfragmenten bestaat. Klastische gesteenten kunnen onderverdeeld worden
in aaneengeklitte en niet-aaneengeklitte gesteenten.
Voorbeelden van klastische sediment gesteenten: brecciën,
conglomeraten, zandstenen, mergel, klei, leem, kaolien, grind en vulcanische
tufsteen.
Chemische sediment gesteenten
Dit zijn allerlei zouten ontstaan door verdamping van
neerslagwater.
Voorbeelden van chemische sediment gesteenten: anhydriet,
gips, steenzout, kalizouten en magnesiumzouten.
Organogene sediment gesteenten
Worden ook wel biogene sedimenten genoemd of biolithen. Ze
kunnen onderverdeeld worden in anorganische en kaustro-biolithen. Deze stenen
zijn onstaan door het leven op aarde en de zee.
Voorbeelden van organogene sediment gesteenten: kalksteen en brandbare biolithen zoals kausto, turf, steenkool, aardolie en
asfalt.