Arch-I-nfo - De informatie database voor bouw en architectuur

Baboen hout die tot de nootmuskaat familie behoort is een houtsoort afkomstig uit Suriname, Trinidad, Zuid-Venezuela, Para en Noord-Amazones. In Suriname komen 2 soorten Baboen houtsoorten voor. In het latijn wordt deze houtsoort aangeduid met: Virola Surinamensis en Sebifera. Een aantal andere soorten worden aangeduid met de Latijnse namen: Caupari en Dalli. Vooral na de tweede wereldoorlog kwam dit hout bekend omdat er een te kort was aan goed schilhout om triplexplaten van te maken. Dit doordat de voornaamste schilhoutsoort, Okoumé, zeer schaars en dus duur werd. Dit leidde tot het bouwen van een grote Triplexfabriek in Suriname. Eigenschappen Baboen hout heeft een bruinroze tot bruingrijze kleur (net zoals Okoumé). Het hout is rechtdradig is niet echt sterk en is dus niet bestand tegen wind. Het volumegewicht van Baboen is ongeveer 0,63 kg/dm³ bij een vochtigheidsgraad van 15 %. De vruchten De zaden van de vruchten worden gebruikt om plantaardige olie mee te maken. K...

Azijnhout is een soort Eikhout. Deze houtsoort komt vooral voor langs de Middellandse Zee, meer bepaald aan de Zuidkust van Afrika, de kusten van Italië, Frankrijk en Spantje. De naam Azijnhout komt waarschijnlijk door de zure lucht die het hout afscheid. Deze eik is altijd groen en staat ook wel bekend als de Altijd Groene Eik.  In het Latijns aangeduid met: Quercus Ilex maar ook de Steeneik wordt wel eens gebruikt voor Azijnhout. Eigenschappen Het hout van de Azijnhout is taaier dan de gewone Zomereik en de Wintereik uit Nederland en België. Het volumegewicht van Azijnhout, bij een vochtigheidsgraad van 15 %, is ongeveer 0,9 kg/dm³ (veel hoger dan bij normaal eikenhout). Als men het over azijnstokken heeft, bedoeld men hiermee kleine stammetjes met een diameter van 10 tot 30 cm met een lengte van 80 tot 160 cm lang. Met deze kleine afmetingen wordt het gemakkelijker om dit hout te transporteren en te verhandelen. Toepassingsgebied Dit hout ...

Stukadoorsgips Anhydriet (gips) Alluviale gesteenten Albast gesteente Afzettingsgesteenten, sedimenten Nablussen van gebluste kalk Basalt gesteente Basische gesteenten (Stollingsgesteenten) Beaufort zandsteen Bremer steen Zonnebrand gebreken bij basalt-gesteentes Bentoniet Natuursteen soorten voor en nadelen Arduin (blauwe hardsteen) Siller Leien Marmer Graniet Witsteen Leisteen Arduin dorpel uit blauwe hardsteen Augiet Autoklaas

Cellenbeton: eigenschappen en specificaties Prefab-latei uit gebakken aarde en beton of prefab-latei volledig uit beton, vergelijking Zand-cement bed of argex beton als chappe Hoe funderingen in beton berekenen (draagkracht van de grond) Minimum draagkracht van de grond bereken bij een skeletgebouw Agrigator, betonmixer Cement-water-factor Claustra betonroosters Plastificeerstoffen, plastificeerde rs Shokbeton en prefabbetonelementen

Houten vakwerk uit de Efteling Onderdelen van een boom  + verwerking Handelsmaten en afmetingen van houten gordingen en planken Aanloper (halfspant, spoor) Kubering op stam Houtskeletbouw (details) OSB Platen afmetingen Ode aan de boom Veel voorkomende houtsoorten: Abachi hout Latijn: Triplochiton Scleroxylon K. Schum Andere namen: Ayous, Abeche, Samba, Aréré en Wawa Acaciahout Afzelia Latijn: Afzelia Africana, Afzelia Guanzensis, Afzelia Bipidensis, Afzelia Pachyloba Andere namen: Aligna, Apa, Chanfuta, Doussié, Lingué, Mussacossa, Uvala Azobé Latijn: Lophira Procera Andere namen: Bongossi, Ekk Azijnhout Latijn: Quercus Ilex Andere namen: Altijd Groene Eik, Steeneik Baboen hout Latijn: Virola Surinamensis, Sebifera, Caupari, Dalli. Balsahout Latijn: Ochroma spec. div. Bankirai Latijn: Shorea Laevifolia Endert Basralocus Latijn: Dicorynia Paraensis Benth Basswood Latijn: Tilia Americana Linden Soorten: White Basswood en Co...

Baksteenarchitectuur Afmetingen en modules van bakstenen gemaakt uit gebakken klei Metselverbanden baksteen, soorten, modules, berekeningen Metselwerk in halfsteensverband Metselwerk in staandverband Loopverband Opus reticulatum, Romeins metselverband Populaire en traditionele benoemingen voor bakstenen Brandreactie van bakstenen De snelbouwsteen Kleisoorten en hun eindproduct Zilvergrijze handvormstenen Uitbloeiingen bij metselwerk voorkomen en tegengaan Vorstbestendigheid van bakstenen Afsnuiten van muren Beschermen van vers metselwerk Brandweerstand van een gebouw Basisnormen en eisen van de brandweerstand bij metselwerk Gewicht bepalen van metselwerk en funderingsbeton Bauxietsteen

Houten palen in het zeewater aan het strand van Breskens , Nederland Azobé is één van de beste houtsoorten afkomstig uit West-Afrika. Het is één van de hardste en tevens zwaarste houtsoorten. Ze behoren dus tot de hardste klasse van de houtsoorten, ook wel hardhout soorten genoemd. Azobé is ook gekend onder de namen Bongossi, Ekki en in het Latijn: Lophira Procera. Toepassingen Het hout is geschikt voor waterbouwkundige constructies van havenwerken zoals sluisdeuren, remmingwerken, stuwen, steigers, bruggen, brugdekken, damwanden, gordingen, palen en wrijfbalken. Maar ook bruggen en straten worden met dit soort hout uitgerust. Vlechtwerk van azobé wordt toegepast voor beschoeiingen, betuiningen, tuinafscheidingen en kraag- en zinkstukken. Eigenschappen Het gemiddelde volumegewicht is 1,12 kg/dm³ bij een vochtigheidsgraad van 15 %. Dit wil zeggen dat Azobé hout zwaarder weegt dan water en dus zinkt in het water. Azobé hout is bestand tegen paalwormen en is dus ideaal als ze...

Augiet is een mafisch (rijk aan magnesium en ijzer) mineraal dat bestaat uit kalk, kiezelzuur en magnesium. Men spreekt van een mafisch of basisch gesteente als de massa tussen de 50 en de 45 % silicaat bevat. Augiet ziet er meestal donker of zwart uit. Augiet is afkomstig uit het Grieks: Auge wat in het Grieks glans betekend. Basalt stenen en melafier hebben augiet als bestanddeel.

Een autoklaas is een breuk in een gesteente die spontaan is ontstaan door spanningen afkomstig van bijvoorbeeld afkoeling en ijsvorming. In stenen tegels kan men kleine haarscheurtjes tot grote barsten terug vinden door toediening van spanning. Spanning ontstaat meestal door een externe kracht die werkt op het materiaal. Indien er te veel kracht wordt uitgeoefend op bijvoorbeeld een stenen tegel, denk maar aan een vrachtwagen die op dunne tegels rijd, dan kunnen de stenen tegels bezwijken door een te grote kracht die enorme (mechanische) spanningen doet ontstaan. Gevolgen Stenen die onder druk staan kunnen haarscheurtjes vertonen en in extreme vormen uit elkaar splijten. Het best is om de stenen of tegels die te grote scheurtjes vertonen aan de kant te houden om er kleinere stukken uit te halen. Het zou toch jammer zijn dat er een tegel met een kleine scheur, te midden uw vloer na enkele jaren toch nog gaat splijten.

Asfalt-tegels zijn vloertegels die bestaan uit asfalt-kalksteen en onder hoge druk samengeperst zijn. Ze worden ook wel eens stampasfalt-tegels genoemd. Ze bestaan hoofdzakelijk uit asfalt bitumen. Hun kleur is donkerbruin tot rood of grijs tot zwart. Toepassingsgebied Dit soort tegels wordt vooral toegepast in industriële vloeren. Hierbij wordt meestal een hoge slijtvastheid voorgeschreven. Verwerking en plaatsing Asfalt tegels worden meestal op een betonnen vloer gelegd in een mortel gemaakt van portlandcement. Het voegen kan gebeuren met asfalt-poeder. Afmetingen lengte x breedte: 25 x 25 cm dikte: 3 of 5 cm Voordelen Zoals eerder al vermeld zijn asfalttegels zeer slijtvast. Ze kunnen zeer goed tegen tal van schokken. Ze zijn stroef. Kunnen goed tegen hoge belastingen. Ze zijn geluiddempend. Goed beloopbaar. De tegel is goed bestand tegen water, zuren, zouten en alkaliën. Nadelen De tegels zijn poreus. De voegen zijn, in tegenstelling ...

Stukadoorsgips kan met de hand of machinaal aangebracht worden op de muren. Dit wordt het liefst uitgevoerd door een ervaren stukadoor. Het stukadoorsgips is terug te vinden in winkels die bouwmaterialen verkopen. Samenstelling en pruductieproces van stukadoorsgips Voor stukadoorsgips wordt gipssteen gebruikt dat geschikt is voor stukadoorsgips. Het gips wordt verhit tussen de 140 °C en de 160°C. Hierbij verliest het gips gedeeltelijk het hydraat-water en gaat het zo over in het halfhydraat CaSO 4 .1/2H 2 O een ideaal hoofdbestanddeel voor stukadoorsgips. Meer over gips Gips, is een calciumsulfaat dat veel voorkomt in de natuur. De wetenschappelijke afkorting van gips is: CaSO 4 .2H 2 O. Eigenschappen van Gips - kristalliseert monoklien (kristalliseert in een kristalstelsel met een 2-voudige symmetrie) - valt in de hardheidsklasse 2 - is gemakkelijk te splijten - lost bijna niet op in water Stukadoren voor de klusser Alle eigenschappen van stukadoorsgips...

Anhydriet, beter bekent als gips, is een calciumsulfaat dat veel voorkomt in de natuur. De wetenschappelijke afkorting van gips is: CaSO 4 .2H 2 O. Eigenschappen van Gips - kristalliseert monoklien (kristalliseert in een kristalstelsel met een 2-voudige symmetrie) - valt in de hardheidsklasse 2 - is gemakkelijk te splijten - lost bijna niet op in water Anhydriet Bij een verhitting tussen de 200°C en de 300°C ontstaat anhydriet. Een goede eigenschap van dit bekomen materiaal is dat het zeer lang duurt tot het water opneemt.

Aluminiumverf bestaat onder meer uit een verfbindmiddel met daarin als pigment een aluminiumpoeder. Om een helder, schitterend aluminium-effect te verkrijgen is het noodzakelijk om de verf te bereiden met leafing aluminiumpoeder. Dit poeder bestaat uit zeer kleine vlakke plaatjes, die bij de fabricage worden gepolijst met behulp van een smeermiddel (meestal stearinezuur). Wanneer een verf met leafing aluminiumpoeder in een dunne laag wordt uitgestreken, drijven de aluminiumplaatjes naar het oppervlak, waar zij zich dakpansgewijs of als een slangenhuid rangschikken tot een vrijwel ononderbroken laag, met een hoge metaalglans. Deze laag is zo goed als ondoordringbaar voor lucht, licht en vocht. Dit verklaart de buitengewoon goede bestendigheid tegen de atmosferische invloeden. Dit is de reden waarom aluminiumverven veelvuldig worden toegepast ter bescherming van grote constructies zoals bruggen, havenwerken, gashouders en tal van ander toepassingen waar moeten worden beschermt tegen...

Alluviale gesteenten behoren tot de familie van de klastische gesteenten die onder de hoofdgroep van afzettingsgesteenten vallen. In het Latijns hebben ze de naam alluere, dit betekend aanslibben. Bij de alluviale gesteenten zorgt het water voor het transport van de verweringsproducten bij de primaire gesteenten. Het verweringsproduct bezinkt met grote of fijne (soms uiterst kleine) korrels naar gelang de stroomsnelheid van het water. Het bindmiddel die al deze korrels aan elkaar klitten lopen zeer uiteen. Bijvoorbeeld bij alluviale zandsteen klitten de scherpe, meer kantige kwartskorreltjes aan elkaar door zeer fijne verweringsproducten zoals leem. Zo wordt leemzandsteen gevormd.

Albast is een gesteente afkomstig uit Egypte, meer bepaald rond de stad van Alabastos, waarvan de naam 'albast' van afstamt. In deze stad werden hele grote hoeveelheden albast aangetroffen. Er zijn 2 soorten albast: Kalkalbast (Onyx) Deze is geelwit van kleur en is doorschijnend. Kalkalbast is een vrij harde steensoort. Gipsalbast Deze is meestal grijs-wit van kleur, heeft een dichte structuur en is daarom zeer geschikt om te worden gepolijst. Gipsalbast is een vrij zachte steensoort. Gipsalbast vindt men ook terug in Duistland, Italië en de Karpaten.

Een agrigator is een kegelvormige trommel die gemonteerd is op een auto-chassis. Ze is de voorloper van de hedendaagse betonmixer. Een uitvinding gepatenteerd door de Deense Ingenieur Hindhede. De agrigator diende, voor in de fabriek vervaardigde, betonspecie te transporteren naar de werf . Tijdens de rit werd de trommel draaiende gehouden om ontmenging van de betonspecie te voorkomen. Daarna werd de lading met een inhoud van 2 m³ op de werf in ontvangsilo's gelost door de trommel te kippen.

Afzettingsgesteenten zijn gesteenten die ontstaan zijn uit primaire gesteenten. Om deze reden worden ze soms ook wel secundaire of sedimentgesteenten genoemd. In het Latijn noemen ze Sedere, dit betekend: Zich neerzetten. In het Grieks noemen ze Katogeen, dit betekend: Van boven afkomstig. De meeste sedimenten zijn door bezinking ontstaan, ofwel uit het water, of uit de lucht. Soms vertonen deze stenen een gelaagde structuur. De afzettingsgesteenten wordt onderverdeeld door het type transportmiddel (wind, water of ijs) die wordt gebruikt waarbij de verwervingsproducten van de primaire gesteenten wordt vervoerd. Zo worden de secundaire gesteenten onderverdeeld in aeolische, alluviale en glaciale gesteenten. Maar meestal worden ze in klastische, chemische en organogene sediment gesteenten onderverdeeld. Klastische sediment gesteenten Dit zijn puingesteenten die voor het grootste deel uit mineraalfragmenten bestaat. Klastische gesteenten kunnen onderverdeeld worden...

Afzelia is een houtsoort afkomstig van een West-Afrikaanse loofboom uit de streken van o.a. Gabon en Kameroen. Deze houtsoort wordt veel gebruikt om raamkozijnen en houtconstructies te vervaardigen. Het is dan ook een product dat zeer vaak naar Europa geëxporteerd wordt. Door dat Afzelia veel goede eigenschappen heeft behoort het tot de duurzaamheidsklasse I. Dit hout is dan ook zeer stabiel voor constructies die dienen voor buiten. Het is zeer duurzaam, krimpt en trekt weinig en is ongeveer even sterk als eikenhout. De vers gehakte boomstammen zijn lichtbruin van kleur. Wanneer het hout een bepaalde tijd aan daglicht blootgesteld wordt krijgt het geleidelijk een roodbruine kleur. Afzelia is bekend onder tal van andere namen zoals: Afzelia Doussie, Aligna, Apa, Chanfuta, Doussié, Lingué, Mussacossa en Uvala. In het latijn krijgen hebben ze 4 wetenschappelijke namen: Afzelia Africana, Afzelia Guanzensis, Afzelia Bipidensis en Afzelia Pachyloba. Zoals de 4 verschillende wetensch...

Metselwerk in een scherpe hoek met afgsnuiting Het afsnuiten of afschuinen is het afsnijden van scherpe hoeken van muren zodanig dat er twee stompe hoeken ontstaan. Deze afsnijding wordt bekomen door het metselen van koppen. Zo voorkomt men dat er scherpe hoeken gehakt of gezaagd moeten worden van de bakstenen. Dit is immers een zeer moeilijke klus waarbij er snel beschadigingen kunnen optreden bij de bakstenen.

Ook wel onder de rij brengen genoemd. Bij het berapen van een muur wordt er een ruwe cementering aangebracht. Daarna wordt deze ruwe cementering afgerijd. Hierbij gaat men met de rij van onder naar boven over de cementering die aan de muur werd aangebracht. De overtollige specie wordt afgeschoven en valt op de rij. Deze overtollige specie wordt hergebruikt om de beraapte muur op de gewenste dikte te brengen. Het afrijen gebeurd ook bij het leggen van tegels in de chappe. Hierbij wordt de chappe mooi egaal gebracht vooraleer er tegels op worden geplaatst.

Mosteiro dos Jeronimos, klooster, Santa Maria de Belém, Portugal Met een aedicula wordt een versiersel aangeduid, in de vorm van een kapelletje, tempeltje, nis of een open huisje met daarin een bijbelse persoon. Ze worden ook wel eens een Godshuisje genoemd. Zo'n kunstwerkjes kun je meestal, in de hoogte, op de hoeken van kerken en monumentale gebouwen bewonderen. Aedicula's werden onder meer in pilaren, zuilen, pilasters en frontons verwerkt. De aedicula's worden meestal uit 1 grote steen gehouwen. Het is in feite een klein beeldhouwkunstwerk die verwerkt is in een gebouw. In de Romeinse tempels werden Aedicula's gebruikt om beelden in te plaatsen. Ze werden meestal aan een tempel of een huis aangebouwd. In de Middelleeuwen, en vooral tijdens de Renaissance, dienden ze als kleine grafkapel en als versiering van grafmonumenten en altaren. Venetië Venetië

Hieronder vindt je de meest gebruikte afmetingen voor OSB-platen. Let hierbij op de diktes en de soort afwerking aan de randen. Soort rand Dikte Breedte Lengte Oppervlakte/plaat Rechte rand 9 mm 1220 mm 2440 mm 2,9768 m² 4 zijden tand en groef 12 mm 590 mm 2440 mm 1,4396 m² 4 zijden tand en groef 15 mm 590 mm 2440 mm 1,4396 m² 4 zijden tand en groef 18 mm 590 mm 2440 mm 1,4396 m² 4 zijden tand en groef 22 mm 590 mm 2440 mm 1,4396 m² Kom meer te weten over hout

De aanslag, in bouwtermen wel te verstaan, wordt gebruikt om de zijde van een raamkader of deurkader aan te duiden waar de deur, het raam of het luik met hun slagzijde tegenaan slaat. Een aanslag is meestal een aanslaglat die men voorziet in de dagkant van het raam. Deze kan koud in de dagkant worden gespijkerd of geschroefd ofwel in een kloostersponning aangebracht worden. Als aanslag kan ook een kleine stuitklos gebruikt worden. Ook de zijkant van een sponning kan gebruikt worden als een aanslag. Er zijn ook metalen aanslagen verkrijgbaar voor onder andere luiken. Je herkent ze aan hun halfcirkelvorm voorzien van een pin en hakkels (ook wel vermaantje genoemd). Deze aanslagen worden in het schuine vlak van de onderdorpel van het kozijn geslagen.

Een aanloper is een halfspant, en wordt ook wel een spoor genoemd. Deze staat radiaal geplaatst op een hoekkeper. Dit is dus een verbinding tussen de muurplaat en de hoekkeper. Bij een dak is er soms maar 1 aanloper nodig, deze begint dan in het midden van de lengte van de hoekkeper. Bij kleine daken is het soms niet nodig om een aanloper te gebruiken. Bij zeer grote daken is het aangewezen om meerdere aanlopers te gebruiken. Dit alles in functie van de stevigheid van de constructie en het materiaal.

Tongewelven Aanraseren betekend bogen en gewelven aan de zijkant met magere beton aanvullen om de stabiliteit van de constructie te vergroten. Dit kan ook door middel van metselwerk. De hoogte waar er aanrasering dient te gebeuren wordt meestal proefondervindelijk uitgevoerd. Hierbij worden de vermoedelijke verlopen van de druklijnen gevolgd. Bij vlakke gewelven zoals troggewelven (gebogen gewelven), kan men door bovenaan aan te rasseren een vlakke oppervlakte creëren die dan kunnen dienen als een vloer. Constructief gezien is het doelmatig aanraseren van groot belang om een goed stevige constructie te verkrijgen.